Bedrijven die met voedingsmiddelen werken moeten beschikken over een koelruimte waarin ze die producten kunnen opslaan. Studiebureau Studie 10 uit Lier werkt steeds met vergelijkende studies waarbij kosten/baten worden afgewogen en berekend.
De installatie van negatieve koeling (diepvriescellen) of positieve koeling (koelcellen) is voor bedrijven die met voedingsmiddelen werken een grote maar noodzakelijke investering. Er bestaan vijf courant gebruikte systemen in een koelinstallatie, waarbij telkens twee stoffen worden gebruikt: eentje voor de koelcentrale en eentje voor de verdeling van de koeling. Zo is er keuze tussen ammoniak-ammoniak, ammoniak-CO2, CO2-CO2, ammoniak-glycol en het synthetische R134A.
Wellicht wordt synthetische koeling vanaf 2030 door Europa verboden, waardoor heel wat bedrijven gaan investeren in koelsystemen met natuurlijke koelmiddelen. “We bieden onze klanten telkens een vergelijkende studie waarin de verschillende systemen objectief naast elkaar worden vergeleken. Er is geen standaardkeuze die altijd de beste is", legt Werner Goris van Studie 10 uit.
"Alles hangt af van het soort koelproductie dat het bedrijf nodig heeft. Wat is financieel interessant (hierbij kijkt men vooral naar kostprijs installatie en energieverbruik)? Heeft men een grote of kleine koeling nodig? Spelen ecologische overwegingen mee? Werkt men met decentrale of centrale koelinstallaties... ? Het zijn allemaal elementen die een rol spelen bij de uiteindelijke keuze voor een bepaalde installatie."
Bijkomende investeringen
Sommige installaties vergen nog extra investeringen. Bij een installatie met CO2 moeten bijvoorbeeld overal in het gebouw detectoren geplaatst worden. Ook het gebruik van ammoniak kan gezondheidsrisico's met zich meebrengen wanneer zich calamiteiten voordoen.
Een koeling ammoniak-CO2 wordt dan weer vaak gekoppeld aan warmterecuperatie, waarbij de warmte die vrijkomt om de koelinstallatie actief te houden hergebruikt wordt voor het verwarmen van kantoren. Bij deze installatie is de investering iets groter maar het totale energieverbruik ligt wel lager. Installaties ammoniak-
glycol zijn dan weer beter geschikt voor kleinere koelingen die centraal gelegen zijn. Die laatste is de meest energetische oplossing.
"In onze vergelijking kijken we ook steeds na welke onderhoudskosten aan de installatie verbonden zijn en welke levensduur ze heeft", zegt Goris. "Het is belangrijk dat een klant zelf een keuze maakt tussen alle verschillende systemen en begrijpt waarom hij een bepaalde keuze maakt, want elke installatie heeft voor- en nadelen.".