Er zijn tal van manieren waarop ondernemers zich verenigen. Van werkgeversorganisaties en netwerkverenigingen tot lokale ondernemersclubs. Het verhaal van Bewora is er echter één buiten categorie. Wat begon als enkele buren die ervaringen uitwisselden is sinds 2008 een bloeiende vzw die een flink deel van de ondernemers op de industrieterreinen in Wommelgem en Ranst vertegenwoordigt. Een ondernemende vereniging in de letterlijke zin van het woord.
Sinds anderhalf jaar zorgt parkmanager Dirk Maes voor de nodige professionele ondersteuning van het bestuur dat bestaat uit lokale ondernemers die zich belangenloos inzetten in de werking van Bewora. En dat is nodig. Met 186 actieve leden en een waslijst aan agendapunten en realisaties beweegt er heel wat op de industrieterreinen aan beide zijden van de E313 en de rand van het Albertkanaal.
Via werkgroepen betrekken we zoveel mogelijk leden.
“De laatste jaren is er op veel industrieparken meer aandacht gekomen voor communicatie en onderlinge samenwerking”, zegt oprichter en voorzitter Marc Van Grootel. “Vaak ook onder impuls van gemeentebesturen die daarvoor specifieke aanspreekpunten aanstellen. Maar toen ik 20 jaar geleden de eerste stappen zette om ons als ondernemers te verenigen, was dat echt pionierswerk.”
STERCK. Hoe is Bewora ontstaan?
Marc Van Grootel: “Twintig jaar geleden heb ik voor het eerst het plan opgevat om de bedrijven op het industrieterrein van Ranst samen te brengen. Het idee was om op een informele bowlingavond telefoonnummers en gegevens uit te wisselen voor als we elkaar misschien eens nodig zouden hebben. Dat was een groot succes en heeft een vervolg gekregen. Intussen hebben we een vereniging met 186 leden, allemaal bedrijven uit de buurt.
We zijn geleidelijk gegroeid. Rond de eeuwwisseling is dat in een stroomversnelling gekomen. We werden geplaagd door een golf van inbraken op het industrieterrein. De lokale politie had te weinig middelen en we zijn gaan kijken of we zelf voor een bewakingsdienst konden zorgen. Maar dat was ontzettend duur en we vonden onvoldoende bedrijven bereid om financieel mee in het project te stappen.
Tot we hoorden dat onze collega’s van Wommelgem-Noord, hier vlakbij, met hetzelfde probleem worstelden. Zij hadden al een vzw maar ook te weinig middelen om hun bewakingsplannen te realiseren. We hebben onze middelen samengelegd en hadden op die manier het budget om 1 nachtwaker te betalen. Sinds die tijd hebben we elke nacht van 21u ’s avonds tot 6u ’s ochtends bewaking. Toen dat liep kwam automatisch de idee dat we nog veel meer samen konden doen. Zo zijn de twee vzw’s naar elkaar toegegroeid tot 1 vzw Bewora voor Wommelgem-Ranst. Die is in 2008 officieel opgericht.”
STERCK. Waarin schuilt jullie succes?
Van Grootel: “We hebben van in het begin werkgroepen gecreëerd die rond specifieke thema’s werken. Daardoor kan je meer mensen actief betrekken. Zo is er een werkgroep veiligheid, een cel voor de samenaankoop, een cel evenementen en communicatie, een cel ledenwerving, tresorie en daarnaast nog een dagelijks bestuur. We trachten nu om de werking van de vzw en het dagelijks bestuur een beetje uit elkaar te trekken. Daarnaast is er een externe parkmanager bijgekomen in de figuur van Dirk Maes, die de organisatie mee trekt in opdracht van het bestuur. Dat is een fantastische samenwerking. Het is een deeltijdse duobaan met iemand die voor ons het administratieve, ondersteunende werk verricht. Onze vereniging krijgt daardoor echt een nieuw elan. Als ondernemers zijn we elke dag van ’s morgens tot ’s avonds met onze bedrijven bezig. Om dan op een professionele manier projecten aan te pakken heb je mensen nodig die daar echt mee bezig kunnen zijn met kennis van zaken.”
STERCK. Zijn julllie er enkel voor de ondernemingen op de bedrijventerreinen?
Van Grootel: “In het begin konden alleen bedrijven van de industrie-
terreinen zelf lid worden. Nu laten we ook een bepaald aantal mensen van buiten de zone toe, die interessant kunnen zijn voor ons netwerk of waar we echt iets voor kunnen betekenen. Ze moeten wel een postnummer in Ranst of Wommelgem hebben. Het is niet de bedoeling om een middenstandsvereniging of een soort Voka te worden. De bedrijventerreinen van Wommelgem en Ranst zijn gevestigd rond twee hoofdassen. Aan de ene kant de E313 met aan twee zijden bedrijven en langs de andere kant het Albertkanaal in Oelegem. We zijn nu met 186 leden, waarvan 150 effectieve leden uit de zones zelf. Het gemeentebestuur was ook vragende partij voor een verbreding in ruil voor subsidie in bepaalde projecten. Het feit dat niet iedereen op het bedrijventerrein automatisch lid is, geeft ons ook de drive en uitdaging om goed werk te blijven leveren en niet-leden nog te overtuigen.
- Gezamenlijk project consortiumbewaking
- Gezamenlijke aankoop van zonnepanelen met meer dan 20 bedrijven
- Ter beschikkingstelling van containers voor papier- en karton
- Inrichten van rijopleidingen volgens de nieuwe wetgeving rijbewijs C
- Samenaankoop voor energie
- Verbetering bewegwijzering van en in de industriezone’s
- Happy hours met mogelijkheid tot bedrijfspresentatie
- Gezamenlijke communicatie naar externe partijen
- Diverse projecten ism. POM Antwerpen
Partnership
STERCK. Hoe financieren jullie de werking?
Dirk Maes: “Onze inkomsten komen voornamelijk van subsidies zoals die van de POM, van lidgelden en van de organisatie van opleidingen zoals oa. rijopleidingen. Maar subsidies binnenhalen wordt hoe langer hoe moeilijker. Daarom willen we in de toekomst evolueren naar meer onafhankelijke inkomsten via een model van structurele partners. We mikken daarbij op grote, eventueel internationale bedrijven waarvoor wij een interessante partij kunnen zijn en die onze visie op ondernemerschap en onze waarden en normen delen. Het moet een win-winstiuatie zijn waarbij wij een stukje inkomsten genereren en zij toegang krijgen tot een netwerk van 186 bedrijven. Die formule heeft een duidelijke meerwaarde ten opzichte van sponsoring. Dat is te veel eenrichtingsverkeer. Wij kiezen voor een meer structurele samenwerking waarbij we onze partners in hun domein ook een stukje exclusiviteit kunnen garanderen.”
Vaak heeft je buurman al eens met dezelfde vragen gezeten en kunnen we die ervaring delen.
STERCK. Netwerking is belangrijk?
Maes: “Absoluut. We hebben bijvoorbeeld elke twee maanden een ‘happy hour’ waarin we onze leden uitnodigen om in een plezante omgeving enkele cases uit te leggen rond een bepaald onderwerp en daarnaast gewoon pinten te pakken en te netwerken. Dat is een ander soort netwerken dan de klassieke vorm. We wisselen heel concrete vragen, problemen en ervaringen uit. HR is vaak een belangrijk thema. Iemand die bijvoorbeeld een bepaald personeelsprobleem heeft en daar raad voor zoekt. Of iemand die advies zoekt rond arbeidsveiligheid. Vaak heeft je buurman hetzelfde al eens meegemaakt. Zulke cases presenteren we met twee tot drie sprekers die op een uur tijd heel veel concrete kapstokken meegeven. Voor partners die dat willen doen is dat een heel interessante manier om hun kwaliteit en kennis te demonstreren.”
“We mogen gratis het gebouw gebruiken van één van onze leden. Dat is super. De Beworabuilding is een bedrijfsgebouw, een evenementenhal, een opleidingsruimte, … een zaal die we voor veel verschillende dingen kunnen gebruiken. We beheren het als een goede huisvader. Toen we een oproep deden bij onze leden was de respons fantastisch. We hebben verfmateriaal ter beschikking, kuismateriaal, machines, een loodgieter voor kranen en toiletten, … Sommige leden hebben gewoon hun eigen klusploeg langs gestuurd.”
STERCK: Jullie werken aan een systeem van verschillende soorten partners?
Maes: “We werken met strategische partners, met eventpartners, maar we streven er ook naar dat al onze leden partner worden. We vragen daarvoor een minimumbedrag van 50 euro, maar ze mogen vrijwillig meer geven. Daarmee creëren we extra betrokkenheid en geven we hen visibiliteit. We willen evolueren van een lidmaatschap naar een partnership.
En dan is er nog een overtreffende trap van partner en dat zijn de vrienden van Bewora. Die is ontstaan vanuit de vaststelling dat we nog heel veel goede ideëen hebben, onder meer voor groepsaankopen, maar dat het ons aan tijd ontbreekt. Met de vrienden van Bewora gaan we vanuit onze cel samenaankoop onze leden laten participeren om zo onze basis te vergroten en te activeren. En we halen in één klap een hoop expertise in huis. Als we bijvoorbeeld een samenaankoop van papier organiseren betrekken we daar toch best één van onze leden bij die expert is op dat domein.
Groter dan Opel
STERCK. Jullie leggen een opvallende dynamiek aan de dag?
Van Grootel: “Succes oogst succes. Ik denk dat de basis goed is en dat wij de leden iets te bieden hebben. Ze krijgen echt iets in return. We zijn niet enkel bezig met het stukje grond of de gebouwen van onze leden. We ondersteunen hen in de dagelijkse werking. En nu trachten we dat verder te professionaliseren. We hebben best een aantal grote bedrijven onder onze leden en dan moet je ook een aanbod op niveau kunnen doen. Het is het resultaat van 20 jaar met een aantal mensen aan de kar trekken. Enthousiasme werkt aanstekelijk.
Als je een heel industriepark vertegenwoordigt, sta je een pak sterker.
We moeten er gewoon over waken dat we blijven doen wat we zeggen te doen. Dan staan we heel sterk. Wij zijn er voor onze buren, wij willen kennis delen, communicatie verbeteren, op goede voet leven met de overheid en dit in twee richtingen, op alle niveaus. Wij willen middelen delen, onze leden helpen als ze met een probleem zitten. Zo hebben we eens een probleem met Belgacom gehad dat moeilijk opgelost geraakte. Als je als individueel bedrijf belt heb je niet veel invloed. Maar als je belt in naam van een heel industriepark en het woord ‘media’ laat vallen, dan sta je ineens heel sterk.”
STERCK. Jullie zijn een partij om rekening mee te houden?
Van Grootel: “We hebben eens uitgerekend: alleen al met het industriepark in Ranst en Wommelgem-Noord zaten we aan 4.600 arbeidsplaatsen. Dat kunnen er nu misschien zelfs meer zijn. Opel Antwerpen had voor de sluiting 4.000 mensen in dienst. De overheid was toen bereid om 200 miljoen euro steun te geven om hen hier te houden. Dat mag allemaal, maar dan zie je toch dat ook wij een enorme economische impact hebben. Wij hebben ook allemaal de crisis meegemaakt en dat eist zijn tol nu nog. Elke bedrijfsleider heeft hier al eens zijn spaarcenten op tafel gegooid om mensen in dienst te kunnen houden en het bedrijf verder te laten bestaan. En die 4.000 mensen die niet meer bij Opel werken, zijn hier wel nog alle dagen aan de slag. Daar staan wij voor. Samen staan wij sterk."
Maes: "De algemene noemer van wat we doen is positivisme. Wij denken niet in termen van knelpunten of belemmeringen, wij zoeken opportuniteiten. Dat is echt wel een belangrijk gegeven. We hebben ook moeilijke tijden meegemaakt met ons bestuur maar daar zijn we nu door uit. We zijn nu terug met een enthousiast team zoals voorheen. En dat willen we belichamen in alles wat we doen.
Wij zijn een onafhankelijk bedrijventerrein, we kunnen zelf beslissen wat we doen en wat we niet doen. En we willen dat bestendigd zien in de toekomst door meer financiële onafhankelijkheid in te bouwen. Dat opent nu ook de mogelijkheid om op zoek te gaan naar andere onafhankelijke bedrijventerreinen en misschien opnieuw de handen in elkaar te slaan zodat wij uit dit gedachtengoed, met respect voor ieders identiteit, verder kennis kunnen gaan delen. Dan kunnen we nog een extra beweging maken. Achter de schermen zijn we daar al volop mee bezig.”.
Elk bedrijf heeft z’n eigen focus en aanpak. Toch hebben bedrijven ook gemeenschappelijke noden en vragen. POM Antwerpen wil deze collectieve behoeften traceren en bedrijven aanzetten ze samen aan te pakken. De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen is uitstekend geplaatst om bedrijvenverenigingen hulp te bieden door haar jarenlange ervaring op het vlak van bedrijventerreinontwikkeling.
Met de steun die diverse overheden bieden, heeft POM Antwerpen de afgelopen jaren tal van samenwerkings-projecten een duw in de rug gegeven. De acties waren gericht op afvalbeleid, brand- en inbraakpreventie, beveiliging, energie, mobiliteit, vervoer, groepsaankopen, collectieve diensten voor bedrijven en collectieve voorzieningen op bedrijventerreinen. Ook het structureren en met raad en daad bijstaan van bedrijvenverenigingen hoorde daarbij. Om de toegevoegde waarde nog te verhogen, werkte POM hiervoor samen met gemeenten, terreinbeheerders en andere relevante partners en stakeholders. Samenwerkingsinitiatieven op bedrijventerreinen, zo is al vaak gebleken, genereren financiële, economische, ecologische en maatschappelijke voordelen. POM Antwerpen vindt het belangrijk om die troeven te versterken, de terreinen te doen floreren en ze op een hoog niveau van kwaliteit te tillen of te houden.