Van de ene opstartvergadering naar de andere, van de ene receptie naar de andere, … zo ziet de agenda van de Mechelse Kamerdirecteur er begin 2016 uit. Ondertussen moet ook de voorzitterswissel voorbereid worden, want John Alpaerts geeft tijdens Exclusive@Voka eind maart de fakkel door aan Jan Scheirs. Toch maakt Frédéric Achten even tijd vrij voor een gesprek met STERCK. Magazine. Hij gaat er voluit voor, want hij gelooft dat de regio nog verder kan groeien als alle neuzen in dezelfde richting staan.
STERCK. U gaat er altijd prat op dat deze regio heel wat troeven heeft. Welke zijn die?
Achten: “De Mechelse regio is centraal gelegen in Vlaanderen, wat op het vlak van bereikbaarheid een enorme troef is. Ondanks de kleinschaligheid is dit een gezonde regio met een grote economische impact, die internationaal georiënteerd is en innovatief blijft denken. We kennen een hoge scholingsgraad en lage werkloosheidscijfers. De aanwezigheid van de hogeschool Thomas More en KULeuven op campus De Nayer zorgt voor een extra troef.”
STERCK. Vertaalt zich dat ook in de cijfers qua werkgelegenheid en ondernemerschap?
Achten: “Het is nog precair, maar het gaat de goede richting uit. Het aantal faillissementen daalde in België in 2015 met 6,05 procent ten opzichte van 2014. In het arrondissement Mechelen ging het zelfs om een daling van 7,14 procent. Vorig jaar was het plaatje licht anders, met 11,42 procent meer faillissementen in 2014 ten opzichte van 2013. Nu zit de regio opnieuw op het niveau van 2013. Ook het aantal startende ondernemingen en vacatures stijgt stelselmatig.
Mechelen is kleinschalig, maar gezond én met een grote economische impact.
STERCK. U heeft in het verleden al vaak uw bezorgdheid geuit over de mobiliteit in de regio?
Achten: “Zolang er niets ingrijpends verandert, zal ik dat blijven doen. We moeten absoluut werk maken van een betere en veiligere doorstroming voor alle verkeer, maar daarnaast ook evolueren naar een duurzame mobiliteitsmix. Wij hebben met het Zeekanaal Brussel-Schelde, de logistieke hubs en overslagzones in Willebroek een grote troef voor duurzaam transport. De vervoersmodi moeten echter beter op elkaar worden afgestemd. De aansluitingen van de A12 met N16 en N17 moet men optimaliseren. Ook op de R6 zijn nog grote infrastructuurwerken nodig, met onder meer de ‘fly-overs’. De tijd dringt. Want wanneer het Sint-Maartenziekenhuis naast de R6 in 2018 opengaat, zal dit voor een extra verkeersstroom zorgen. Een andere noodzaak is de aanleg van parkings waar vrachtwagens langdurig kunnen parkeren, een problematiek waar zowel Sint-Katelijne-Waver als Mechelen-Noord mee kampt.”
STERCK. De nood is hoog, maar er wordt toch ook volop werk van gemaakt met de doortrekking R6, de ring in Lier, …?
Achten: “We voelen de toegenomen mobiliteitsdruk van Antwerpen en Brussel en het ontbreekt ons aan een degelijke Oost-westverbinding. De geschiedenis leert dat het vaak jarenlang, zelfs decennia duurt vooraleer ideeën effectief worden uitgevoerd. Om maatregelen op de R6 en de Lierse Ring werd al tientallen jaren gevraagd. Zodra deze dossiers zijn afgerond, mag het niet stilvallen. Zulke investeringen zijn essentieel voor een vlotte doorstroming van het verkeer en dat is onontbeerlijk voor de ontwikkeling van het economisch potentieel in de ruime regio.”
Nood aan regionale profilering
STERCK. Ondanks die talloze regionale troeven lijkt niemand er zich blijkbaar van bewust. Verkopen we onszelf niet goed?
Achten: “We moeten met alle actoren samen blijvend streven naar een economisch bloeiende regio. We liggen geografisch in het midden. Dit moet ook resulteren in het feit dat we door iedereen gezien worden als ‘the place to be’. Enkel op die manier kunnen we het economisch kloppende hart worden en blijven. Dat betekent dat we met z’n allen moeten samenwerken aan een regionaal verhaal.”
STERCK. Jullie hebben zelf reeds een aantal initiatieven genomen, zoals met het regelmatige Bar International?
Achten: “Sinds november 2013 zetten we met Bar International telkens een ander land in de spotlights. ’s Avonds is er een netwerkavond met infostanden voor bedrijven waar de ambassade, een expert en een ervaren ondernemer het woord nemen. Overdag tonen we aan de ambassade telkens het investeringspotentieel van de Mechelse regio, met een bezoek aan de inlandterminal in Willebroek en de grootste Europese veiling BelOrta in Sint-Katelijne-Waver.”
STERCK. Jullie zijn ook trekker bij het ontwikkelen van een arrondissementele profilering. Wat mogen we daarvan verwachten?
Achten: “Met de steun van de provincie Antwerpen en enkele lokale besturen werken we aan arrondissementele profileringstools. Naast een online platform komt er een brochure en een film, die de troeven van de regio in beeld brengen. We verwachten tegen het najaar daarvan de eerste resultaten te kunnen voorstellen.”
Lokale verankering
STERCK. Ondanks die gezamenlijke troeven kent deze regio ook een grote diversiteit. Hoe verklaart u dat?
Achten: “Die diversiteit is het gevolg van mini-metropolen, georiënteerd rond een bepaalde stad of regio, bijvoorbeeld naast Mechelen ook Heist-op-den-Berg, Lier en Klein-Brabant. Wij hebben onze eigen werking daarop afgestemd met 4 Lokale Ondernemersnetwerken (LON’s). Die regio’s worden ook gekenmerkt door verschillende sectoren, wat onze historische rijkdom is.”
STERCK. Hoe belangrijk is een goede verstandhouding met de lokale beleidsverantwoordelijken?
Achten: “Lokale aandacht voor economie is cruciaal, want Brussel bepaalt niet alles. Ook lokaal moet aan een taxshift, administratieve vereenvoudiging en verbeterde dienstverlening worden gewerkt. Indien de ondernemingen het goed doen, dragen ze ook hun steentje bij tot de samenleving.
In het voorjaar gaan we met mysteryshoppers de ondernemersvriendelijkheid van de gemeentelijke dienstverlening testen. Er komen gemeenteontmoetingen om halverwege de legislatuur te luisteren naar de gemeente en de ondernemers. Onder meer Lier, Bornem, Heist-op-den-Berg, Puurs, Duffel en Mechelen passeren de revue.”
Groeien door te leren
STERCK. Naast een betere afstemming en samenwerking tussen het onderwijs en de bedrijfswereld geloven jullie ook sterk in leren van elkaar?
Achten: “Met het lerend netwerk PLATO zet Voka al 25 jaar in op het leren uit de ervaringen van anderen. We starten dit voorjaar in Mechelen met meerdere nieuwe groepen Algemeen Management. Daarnaast zijn er nog andere lerende netwerken en probeert onze Antwerp Entrepreneur Academy het ondernemerschap bij de jeugd aan te wakkeren.”
STERCK. Jullie hadden februari uitgeroepen tot maand van de familiale onderneming?
Achten: “Bijna 80 procent van de ondernemingen in België zijn familiebedrijven. Samen staan ze borg voor 55 procent van de Vlaamse werkgelegenheid. Begin februari brachten we een vijftigtal grote en kleine familiale ondernemingen bij elkaar voor de Family Business Happening. Naast het traject ‘Groeien door overname’ werd een lerend netwerk ‘Atelier Raad van Advies’ opgestart. Willemen, Van Hool, Reynaers, … zijn allemaal groot geworden familiebedrijven, die zorgen voor continuïteit in hun bedrijf over de generaties heen. Onlangs werd het Duffelse Reynaers Aluminium bekroond met de Family Business Award of Excellence. We moeten hen koesteren en blijven steunen en waarderen.
Het Agentschap Ondernemen heeft Finmix ontwikkeld om ondernemers die een gemengde financiering zoeken op weg te helpen. Luc Royackers: “Ondernemers krijgen de kans om een pitch te doen voor een aantal van de spelers die in dit debat ook rond de tafel zitten.
- Logistiek opleidingscentrum
In samenwerking met de provincie, de VDAB en de gemeente Willebroek werkt VOKA Mechelen aan de oprichting van een multidisciplinair opleidingscentrum voor de logistieke sector in Willebroek. “De vele logistieke bedrijven in de regio vinden moeilijk voldoende geschoold personeel. De drie dichtstbijzijnde opleidingscentra in Herentals, Temse en Vilvoorde zijn voor potentiële cursisten moeilijk bereikbaar, omdat die zich maximaal tien kilometer verplaatsen. Naast het opleiden van studenten kunnen er in het toekomstige opleidingscentrum ook werknemers of werkzoekenden worden her- of bijgeschoold en attesten van buitenlandse arbeidskrachten worden gevalideerd.” - Duurzame bedrijventerreinen
“Ondernemers vragen professionele ondersteuning inzake duurzaam bedrijventerreinmanagement. Onder de noemer Park 2020 zetten we daar de komende twee jaar sterk op in”, zegt Frédéric Achten. “Naast een bedrijventerreinscan met 24 aandachtspunten komen er klankbordgroepen en themadagen over ruimtegebruik, mobiliteit, energie en milieu. In samenwerking met Thomas More en KULeuven zullen studenten zich buigen over het bedrijventerrein van de toekomst.” - Belasting op drijfkracht
“Een federale taxshift lost niet alles op, alle niveaus moeten hun steentje bijdragen. Het is een positieve zaak dat na Willebroek ook Sint-Amands de beslissing nam om de drijfkrachtbelasting af te schaffen. Die ouderwetse belasting, geheven op alle toestellen met een motor, werd lang geleden ingevoerd om de handenarbeid te beschermen. In het arrondissement Mechelen zijn er nog vier gemeenten die deze belasting heffen: Lier, Duffel, Puurs en Bornem. In tijden van digitalisering, innovatie en internationalisering is zulke belasting, die enkel bedrijven treft, niet meer verantwoord.”