Midden de jaren ‘70 – Bee Gees, disco en shakende snorren - kwam schooldirecteur Gilbert Buekenberghs via zijn echtgenote in de vliegclub Sanicole terecht. Voor de eerste editie van de vliegshow verkocht hij nog braafjes tickets in de pletsende regen. Om het jaar daarop de touwtjes zelf in handen te nemen. De International Sanicole Airshow (ISA) is met jaarlijks 35.000 toeschouwers intussen uitgegroeid tot een internationale referentie in de wereld van de luchtvaartshows. Sinds 2004 zit zijn zoon Geoffrey in de pilotenstoel, maar de missie van Gilbert is nog lang niet geland.
Op 13 en 15 september is het weer tijd voor de Sanicole Airshow. Editie 37 intussen al, en met een show die niet alleen bestemd is voor pure luchtvaartliefhebbers. Zowel voor de show van vrijdagavond als voor deze van zondag is er een uitgebreid vip-programma voorzien. De gasten hebben de kans om de show te volgen vanuit een bevoorrechte positie en te genieten van een receptie en stijlvol galadiner. “We hebben het voordeel dat we onze vips en zakenpartners een ronduit unieke ervaring kunnen bieden waar vaak nog lang over gesproken wordt,“ vertelt Gilbert Buekenberghs. “Het is een aangenaam forum om onze eigen gasten van defensie, luchtmacht en ambassades te ontmoeten. Op vrijdagavond tegen zonsondergang is er de enige avondshow in Europa. Omdat ze zaterdag toch een rustdag hebben, betrekken we dan ook alle piloten en deelnemers bij de vip-avond. Je kan een praatje maken met hen en de show vanop de eerste rij volgen. We brengen de gasten in contact met een fascinerend gebeuren dat minder bekend en misschien wel een beetje mysterieus is. Ik merk vaak aan mensen die voor de eerste keer te gast zijn dat er een heel nieuwe wereld open gaat. Het is een uniek kader om contact te leggen met een internationaal publiek.”
Na 37 jaar leer ik nog elke dag bij. Dat lijkt me een goede mentaliteit om vooruit te komen.
Sterck. Zijn er na 36 jaar nog nieuwe uitdagingen voor de organisatie?
Buekenberghs: “De uitdaging is elk jaar opnieuw groot. We streven er steeds opnieuw naar om een combinatie te vinden tussen het belang van de luchtvaartgeschiedenis en de nieuwste ontwikkelingen in de sector. Daarnaast blijft ook veiligheid enorm belangrijk. We werken al jarenlang met een fantastisch team en dat wekt vertrouwen bij zowel deelnemers als publiek. In de voorbespreking en organisatie krijgt preventie en veiligheid de grootste aandacht. Als burgervliegclub staan we ook voor de uitdaging om een evenwicht te vinden tussen militaire en burgerdeelnames. Veel luchtmachten moeten het met minder geld en mankracht stellen. Daarom hebben we in de toekomst mogelijk meer deelnemers uit de burgerluchtvaart nodig. In de Verenigde Staten is de luchtmacht al gestopt met steun aan vliegshows omdat er zoveel operationele opdrachten zijn. Omdat we ons in het hart van Europa bevinden en uit veel landen deelnemers aantrekken, hebben we daar nog niet te veel last van. Maar het is een kwestie om preventief oplossingen te blijven zoeken en steeds weer een aantrekkelijk programma samen te stellen.
Het pad van vernieuwing
Sterck. Marketing en public relations worden dus belangrijker?
Buekenberghs: “Daar besteden we inderdaad veel meer aandacht aan. Het is niet omdat onze organisatie volledig uit vrijwilligers bestaat, dat je niet op en top professioneel kan bezig zijn. Zelfs na 37 jaar betrokkenheid bij de organisatie van de show leer ik nog elke dag bij. Dat lijkt me een goede mentaliteit om vooruit te komen. Met de overdracht naar een vernieuwd en verjongd organisatieteam, zijn er nieuwe ideeën in de show geslopen. Zeker op het vlak van marketing en promotie. We willen ons in de toekomst graag nog meer richten op mensen die in het zakenleven actief zijn. De manier waarop bijvoorbeeld KRC Genk een netwerk uitgebouwd heeft, dat is toch gewoon schitterend.”
Ik ben een bakkerszoon.
Als we thuis geen goede vlaai verkochten, kwamen de klanten niet meer terug.
Zo simpel is dat.
Sterck. Werkt u ook op internationaal niveau?
Buekenberghs: “Ik lag in 2000 mee aan de basis van de European Airshow Council waar ik nog steeds voorzitter van ben. Ik probeer jaarlijks zelf een vijftal shows te volgen. Uiteraard volg ik ook steeds het internationale congres in de Verenigde Staten omdat daar collega’s van over de hele wereld samenkomen om van elkaar te leren. Een consultant zou ik mezelf niet noemen, maar in sommige gevallen komt het daar wellicht wel op neer. Zo ben ik nu bijvoorbeeld betrokken bij een groot evenement dat voormalig minister van Quickenborne in 2014 in Kortrijk wil organiseren rond Wereldoorlog I. We zijn trouwens van plan om samen met de provincie Limburg dit thema ook in onze provincie onder de aandacht te brengen.”
Partner van de Belgische luchtmacht
Sterck. Klopt het dat jullie volgend jaar samen met de Belgische luchtmacht hun vliegshow organiseren?
Buekenbergs: “We praten inderdaad met de luchtmacht om onze knowhow hiervoor ter beschikking te stellen. Ze organiseren vanaf nu tweejaarlijks een vliegshow en de volgende zal in 2014 in Kleine Brogel plaatsvinden. Dit betekent ook dat we in 2014 uitzonderlijk geen eigen Sanicole Airshow zullen doen. Mogelijk kunnen we wel een aantal van onze ideeën in de show van de luchtmacht integreren. De organisatie van het vip-gebeuren is daar een goed voorbeeld van. Wij werken graag mee omdat we zelf ook niet zonder de steun van de luchtmacht kunnen. Het heeft geen zin om in een kleine regio twee shows te organiseren. Je kan beter voor één goede gaan. Het is voor onze regio belangrijk dat een basis als Kleine Brogel, die ook heel veel mensen tewerkstelt, de deuren kan openzetten. “
Commerciële samenwerking
Sterck. Is het moeilijker om in economisch zware tijden sponsoring vast te krijgen?
Buekenberghs: “We zien sponsoring als een partnership dat tot een win-winsituatie moet leiden. Daarom denken we graag na over wat bedrijven uit ons evenement kunnen halen en laten wij hun ook zelf voorstellen doen. Door de gasten een uniek product te bieden hebben we een knap aanbod dat overeind blijft. De meeste gasten komen terug of maken reclame. Je merkt wel dat bedrijven die geld uitgeven voor sponsoring meer kwaliteitsgaranties vragen. Ze willen een degelijk product en daar hebben ze ook recht op. Ik ben zelf een bakkerszoon. Als we thuis geen goede vlaai verkochten, kwamen de klanten niet meer terug. Zo simpel is dat (lacht).”
Sterck. Een groot evenement vraagt wellicht een intense samenwerking met tal van partners?
Buekenberghs: “We werken nauw samen met overheden, het Rode Kruis, ziekenhuizen en dat soort organisaties. Maar ook met bedrijven en hotels uit de regio. We hebben bijvoorbeeld catering, transport en slaapgelegenheid nodig voor 150 tot 200 deelnemers. Die logeren in het Holiday Inn, Radisson Blu, Hassotel , …. Daar heeft een stad als Hasselt ook baat bij. Ik vind het belangrijk dat we de Limburgse regio goed vertegenwoordigen en dat de mensen graag naar hier komen.”.