Groeikampioen

De Genkse Tectum Group realiseerde de afgelopen 5 jaar een omzetgroei van 40 naar meer dan 90 miljoen euro. De groep staat jaarlijks in voor meer dan 1 miljoen m² waterdichting op alle soorten daken. Zeker in een kwakkelende bouwsector is een dergelijke groei een huzarenstukje. En de expansiehonger is nog niet gestild. De familie Biesmans ziet in het Midden-Oosten en op het Afrikaanse continent alweer nieuwe opportuniteiten.

Jean Biesmans startte in 1981 met het dakdekkersbedrijf VHB in Hasselt en verhuisde eind jaren tachtig naar Genk. Na de sluiting van de mijnen was daar voldoende en relatief goedkope grond beschikbaar voor verdere uitbreiding. Het was tegelijk ook de start van handelsbedrijf CPE dat instaat voor de aankoop en verkoop van dakbedekkingsmaterialen voor de professionele markt. De aannemerij van dakwerken en de distributie zijn nog steeds de twee pijlers waar het bedrijf op gestoeld is. 

Vanaf de jaren negentig startte het echte groeitraject. Jean trok richting Brussel en startte in Zemst een nieuw bedrijf om korter bij de Brusselse werven te zijn. Een nieuwe grote stap volgde eind 2000 met de overname van de firma Dekkers. Die had op dat moment vestigingen in Hoboken, Sint-Jans-Molenbeek en Eke bij Gent. Het was het verhaal van David en Goliath. Een relatief kleine Limburgse dakdekker koopt één van de bekendste dakdekkersbedrijven van België. 

Ondernemerschap is steeds een stuk risico’s nemen. 

STERCK. Hoe was dat mogelijk?

Rudy Evens: “Dat is ondernemerschap en ondernemen is steeds een stuk risico’s nemen. We hebben het aangedurfd om onze nek uit te steken en op die manier groei te realiseren. Het was het moment dat ik ook in het bedrijf gekomen ben om Dekkers te gaan leiden. Ze bestonden al sinds 1945, hadden gouden jaren gekend, maar waren sinds de jaren ’90 een beetje op hun retour.”

Jean Biesmans: “We hebben het bedrijf snel terug winstgevend kunnen maken om het vooropgestelde financiële plaatje in te vullen. Op die manier hebben we de stap gezet van een Limburgse onderneming met een filiaal in Zemst , naar een Belgische speler op het gebied van dakwerken.” 

STERCK. In 2007 hebben jullie dan het Gentse Herman Lippens overgenomen? 

Jean: “Ook dat was een belangrijke stap omdat Herman Lippens zowel distributie- als aannemersactiviteiten uitvoerde. We wilden met CPE in heel België groeien en dan was Gent een goede uitvalsbasis om andere delen van het land te bestrijken. We hebben er direct een zetel van CPE gevestigd. Maar Herman Lippens deed niet alleen platte daken waarin wij gespecialiseerd waren, maar ook hellende daken en gevels. We konden daarmee ons aanbod aanzienlijk uitbreiden. “ 

STERCK. De Tectum Group telt momenteel 11 bedrijven. De laatste grote overname was deze van Mawipex in Nederland?

Rudy: “CPE is vooral actief als distributeur naar de professionele sector en Mawipex staat sterk als hoofdverdeler van EPDM-dakbedekking voor de bouwmaterialenhandel in België en Nederland. Dat was dus een mooie aanvulling. We hebben Mawipex ook ingelijfd om in Nederland een stevige voet aan de grond te krijgen.” 

De taakverdeling

STERCK. De distributietak en de aannemerstak zijn nu ongeveer even groot. Hoe is de taakverdeling tussen jullie?

Jean: “Mijn zonen Yves en Filip hebben beiden economie gestudeerd en zijn rasechte commerciële talenten. Filip neem het distributieverhaal voor zijn rekening en Yves leidt het aannemingsbedrijf.”

Yves: “We moesten hier wel komen werken (lacht). Eerst als vakantiewerker en hulpje op het dak. Na mijn studies startte ik als werfleider en ben ik in het uitvoeringsbedrijf stilaan het commerciële proces mee vorm gaan geven. Vroeger werden de offertes door één persoon gemaakt, nu is het een hele dienst die de verkoop doet en dat stuur ik aan. Alle uitvoerende bedrijven vallen daaronder.” 

De familiale KMO-sfeer en scherpte is onze filosofie
en sterkte.  

Filip: “Binnen de distributietak hebben we twee bedrijven, Mawipex en CPE. Ik leid het commerciële en technische gebeuren binnen CPE. Net zoals mijn broer ben ik na mijn studies binnen het bedrijf begonnen en heb ik in alle geledingen gewerkt en ervaring opgedaan. Ik was de eerste vertegenwoordiger die de materialen buiten Firestone meenam op de baan.” 

Rudy: “De uitvoeringstak en de distributietak hebben elk een apart directiecomité die los van elkaar functioneren. Jean en ik volgen de twee takken van zeer dichtbij op en leiden de centrale diensten op groepsniveau die ten dienste staan van de uitvoering en distributie.” 

Jean: We hebben bij wijze van spreken dagelijks een raad van bestuur. Er moet geen 24 uur overgaan om een beslissing door te drukken. Ondanks onze omvang hoeven we op niemand te wachten. Dat is absoluut een grote sterkte van onze familiale structuur. We kunnen onmiddellijk inspelen op alles wat beweegt.” 

Vrijheid en verantwoording

STERCK. Jullie zijn op 5 jaar tijd van 40 naar 90 miljoen geëvolueerd in een moeilijke markt. Waar schuilt het succes?

Rudy: “Dat zit grotendeels in onze mensen. We hebben geen wonderproducten en werken niet met producten die uniek zijn in de markt. We moeten het verschil maken met de 350 mensen die voor onze groep werken door hen elke dag te motiveren, te begeleiden en te steunen om hun best te doen. Daarmee maak je het verschil. Gelukkige medewerkers renderen 20 procent beter. Dat is voor ons de essentie. We hebben de mentaliteit en waarden van een familiebedrijf waarmee we de hele groep trachten te doordringen.”

Yves: “We geven onze mensen ook de nodige ruimte om te werken. Tot op een bepaald niveau kunnen ze zelf beslissingen nemen. Dat geeft iedereen vrijheid en brengt ondernemerschap en verantwoordelijkheid in het bedrijf. Tegelijk leggen ze verantwoording af via de objectieven die behaald moeten worden.” 

Waterbuffering op het dak en dat water hergebruiken wordt een belangrijk thema in de toekomst. 

STERCK. Controle houden lijkt niet eenvoudig bij zo’n snelle groei?

Rudy: Dat doen we door over alle filialen van de groep zoveel mogelijk de KMO-mentaliteit te behouden. Elk filiaal wordt geleid door een regio- of afdelingsmanager. Het zijn allemaal kleine bedrijven die door de centrale diensten in Genk ondersteund worden op gebied van financiën, HR, marketing, …." 

Filip: “Zo houden we de familiale KMO-sfeer en scherpte erin. Dat is onze filosofie en sterkte. Het is sprekend dat bij de overname in
Nederland niemand vertrokken is. De integratie is heel vlot verlopen. We zijn heel complementair en hebben mooie synergiën.” 

Jean: “De eigenaar die het bedrijf verkocht heeft is ook in onze raad van bestuur op groepsniveau opgenomen. Het is een echte versterking.” 

Verdere expansie

STERCK. Hoe zien jullie de nabije toekomst?

Rudy: “Wat betreft de distributie zijn we voornamelijk in de Benelux actief. We realiseren daarin ongeveer 30 procent van onze omzet in Nederland en willen de volgende jaren zeker nog bijkomende filialen openen in onze thuismarkten. In de uitvoering is onze activiteit in Polen relatief beperkt, maar dat is wel een mooi bedrijf. We zijn al 10 jaar op de Poolse markt zelf aanwezig maar met de Poolse jongens komen we – vooral in de winterperiode – ook regelmatig naar België om ons hier bij te staan. In die zin is het een belangrijk verhaal in het plaatje.” 

“Intussen maken we nieuwe plannen en daarvoor kijken we ondermeer ook naar Marokko, Nigeria en landen zoals Dubai. We proberen met plaatselijke partners vooral op het gebied van distributie van EPDM voet aan de grond te krijgen. Het zijn heel interessante markten voor ons. EPDM is een kwalitatief hoogstaand product dat uitermate geschikt is om in die warme klimatologische omstandigheden te gebruiken.” 

STERCK. In de uitvoerende afdeling treden jullie zowel op als hoofd- en als onderaannemer?

Yves: “Dat klopt. Ik denk dat ongeveer alle grote bouwbedrijven op de Belgische markt bij ons klant zijn. De aannemerij is ongeveer goed voor 50 procent van onze omzet. De andere 50 procent realiseren we rechtstreeks in opdracht van zowel private als publieke opdrachtgevers. We doen veel mee met openbare aanbestedingen en zetten ook sterk in op renovatieprojecten. Ook onderhoudsprojecten voor de vastgoedsector zijn een belangrijke tak. We werken onder meer voor bedrijven zoals Carrefour, Eandis, Lidl, Infrax, Retail Estate, … Dat zijn belangrijke klanten met veel gebouwen." 

Buitenlandse arbeidskrachten

STERCK. Zware loonkosten en oneigenlijke concurrentie vormen een bedreiging in de bouwsector. Hoe gaan jullie daarmee om?

Rudy: “In de distributie hebben we daar geen last van en zijn buitenlandse aannemers die naar België komen zelfs eerder een opportuniteit. Maar in de uitvoering is dat wel een reëel gevaar. Vanuit Nederland zien we bijvoorbeeld de zelfstandigen zonder personeel groepen vormen om hier onder de prijs te komen werken. We proberen daarmee om te gaan en hen ook voor ons te laten werken. En we proberen meerwaarde te bieden via service. We zijn trouwens één van de eersten in de dakenwereld die begonnen zijn met Poolse en Roemeense arbeidskrachten naar hier te brengen. We zijn al meer dan 10 jaar actief in die landen. Maar we werken alleen met buitenlandse onderaannemers als we die mensen ter plaatse zelf kennen.” 

Jean: “Toen we 10 jaar geleden sterk groeiden konden we voor onze grote projecten simpelweg geen mensen vinden. Het was op dat moment een noodzaak om in Oost-Europa een bedrijf op te richten en die jongens ook hier te laten werken. We werkten samen met door ons gekende dakdekkersbedrijven die ginds actief waren. Geen cowboys maar stielmensen. We hebben dat steeds op een wettelijk correcte manier gedaan en zien daar ook op toe. Daarin zijn we toch een pionier geweest.” 

Rudy: “Vandaag is het alleen maar erger geworden. De markt wordt overspoeld door buitenlandse arbeidskrachten. We proberen daar een gulden middenweg in te vinden. Enerzijds door onze eigen mensen maximaal te behouden en er echte stielmensen van te maken. Anderzijds laten we de eerder routinematige arbeid vooral doen door buitenlandse onderaannemers. De afwerking en finesses doen onze eigen mensen.  Zo proberen we competitief te zijn, onze eigen mensen aan de gang te houden en onze knowhow uit te bouwen. De enige mogelijkheid om te overleven is een combinatie van die twee.”

We gaan niet meehuilen met de wolven.
We gaan er tegen in.

STERCK. Op welke manier doen jullie aan productdiversifiëring?

Yves: “We zijn al 10 jaar lang één van de grootste aanbieders van daktuinen en groendaken. We komen daar niet zoveel mee naar buiten maar realiseren zo’n 30 à 40.000 vierkante meter daktuinen per jaar in heel België. Die trend blijven we volgen. Op het vlak van waterbuffering en waterretentie proberen we ook via het WTCB en andere partners heel nauw de nieuwe zaken op te volgen en een trendsetter te zijn. De synergie tussen onze twee takken is daarin een belangrijk voordeel. Waterbuffering op het dak en hergebruik van dat water wordt nog een belangrijk thema in de toekomst.” 

STERCK. Spreken we binnen 5 jaar over een omzet van 150 miljoen?

Rudy: “Er zijn zeker nog groeiplannen. We hebben een fantastisch team van vader en twee zonen die midden dertig zijn en al tien jaar meedraaien in het bedrijf, en ikzelf die daar een beetje tussen zit. Ze hebben de goesting, zijn ondernemer en delen dezelfde waarden als hun vader Jean. De opvolging is verzekerd. We willen verder gaan om onze twee takken in de aannemerij en de distributie verder te laten groeien. Elk bedrijf dat in een competitieve wereld zit en dat gezond is moet een groeiscenario hanteren om de toekomst te verzekeren. Maar het is niet onze stijl om daarmee uit te pakken." 

STERCK. De bouw heeft het algemeen nog steeds heel moeilijk?

Jean: “Ofwel zeggen we tegen onze managers dat het min 5 procent gaat zijn, ofwel zeggen we dat de markt mogelijk min vijf zal zijn, maar dat wij plus tien procent willen realiseren en dat we dus ten opzichte van de concurrentie 15 procent zullen moeten groeien om uiteindelijk misschien op 8 procent uit te komen. Maar we gaan niet meehuilen met de wolven. We gaan er tegen in. De markt is inderdaad krimpend, maar daarin kan je ook groeien door je eigen koers te varen zonder anderen te kopiëren.”.