Een ondernemer heeft alvast voor de oprichting en de statuten van zijn vennootschap een notaris nodig. Maar de notaris kan ook op andere momenten een belangrijke rol spelen als adviseur. STERCK. Magazine besprak met notaris Jean-Luc Snyers, woordvoerder van de Kamer van Notarissen Limburg, in welke mate dat in de praktijk ook uit de verf komt. En voor welke dossiers passeert u best ook eens langs uw notaris?
“Een bedrijfsleider doet meestal beroep op de vaste notaris van de familie of kiest voor een notaris die door de accountant of boekhouder geadviseerd wordt”, zegt Jean-Luc Snyers. “Wie dat ook is, het loont de moeite om tijdig een gesprek aan te gaan over bepaalde thema’s. Bij de oprichting van een vennootschap is bijvoorbeeld de vraag cruciaal hoe men een vennootschap kan kaderen in het familiale vermogen. Komt het geld van een erfenis? Of is het een investering waarvoor de partners samen gespaard hebben? Het kan ook zijn dat men bepaalde investeringen gezamenlijk doet, maar toch de aandelen apart wil hebben. Dat zijn allemaal factoren die invloed kunnen hebben op het aandeelhouderschap.
Mensen denken te snel
dat een notaris een factuur van jewelste stuurt.
We kunnen de mensen ook adviseren over de voor hen meest aangewezen manier om het familiaal vermogen veilig te stellen, gaande van de bescherming van de gezinswoning tot een volledige beperking van aansprakelijkheid via de juiste vennootschapsvorm.”
STERCK. Ook de aanwezigheid van kinderen speelt een belangrijke rol?
Jean-Luc Snyers: “Soms wil men bij de oprichting al voorzien hoe de kinderen betrokken worden in het bedrijf. In andere gevallen heeft men al een familiale opvolger of een overname door derden op het oog. Dat heeft impact op de manier waarop we de statuten opmaken. Het is belangrijk dat we een gesprek kunnen aangaan vóór we uiteindelijk van de accountant de opdracht krijgen om de oprichting effectief te laten gebeuren.
De meeste accountants bekijken dat technisch, boekhoudkundig en fiscaal, wat ook hun job is. Daar is niets verkeerd mee. Wij vullen aan op andere domeinen. Ook de advocaat heeft zijn rol. Zo ontmoeten drie beroepsgroepen elkaar. Maar er is nog wel wat drempelvrees. Men denkt dat er een factuur van jewelste volgt wanneer men de deur van de notaris openduwt. Dat is niet helemaal juist. Het eerste gesprek over courante zaken is trouwens gratis.”
Beroep in beweging
In België waren er in 2013 1.500 notarissen actief in 1.164 kantoren. Limburg telt een kleine honderd notarissen. Elk jaar zijn er op de Heizel in Brussel een aantal recyclage- of bijscholingsdagen voor de Vlaamse notarissen waar 1200 à 1300 notarissen en hun medewerkers intensief bijscholen. “Het is niet zo dat we allemaal achter onze bureautjes zitten met onze boeken achter ons en hopen dat de collega’s dat ook doen”, zegt Jean-Luc Snyers. “Vanuit de federatie worden grote bijscholingsinspanningen gedaan en het corps pikt dat dus ook op. De notarissen gaan daar naar toe om advies op maat te kunnen blijven geven en mee te zijn met de actualiteit.”
STERCK. Ook in volgende fases van het ondernemerschap heeft de notaris een meerwaarde?
Snyers: “We zijn er bijvoorbeeld voor ondernemers die een investering doen via een achtergestelde lening, een bancair krediet, een schenking, een kapitaalsinbreng van derden… Dat heeft allemaal zo zijn juridische gevolgen. Soms vragen banken ook een borgstelling. Wij hebben de nodige kennis over hoe men daarover kan onderhandelen. En uiteraard kom je bij investeringen in onroerend goed of bij de overdracht van een zaak automatisch bij een notaris terecht. Ook daar loont het om niet alleen de financiële kant van de zaak te bekijken. De notaris zal op de meest neutrale manier zijn advies formuleren zonder dat hij rekening hoeft te houden met wie zijn toekomstige klant is.
Ook bij het einde van een bedrijf begeleiden we de cliënten. En is er een faling, dan komt de curator met het verhaal tot bij ons. Eigenlijk is de notaris vanaf de wieg tot de dood van het bedrijf op belangrijke momenten aanwezig.”
STERCK. Over welke aspecten zou men best sneller advies inwinnen?
Snyers: “Zeker als het over de familiale verhoudingen gaat. Hoe is de verhouding tussen de echtgenoten in het bedrijf? En hoe is de relatie tussen ouders en kinderen of tussen broers en zussen? Daar hebben wij een duidelijke toegevoegde waarde. We hebben 10 jaar gestudeerd om die knowhow te hebben.
Ook wordt er van bepaalde aankopen van onroerend goed nogal eens snel gezegd om het in een vennootschap steken. Terwijl dat zeker op fiscaal vlak niet altijd meer zaligmakend is. Er zijn een aantal technieken op het vlak van blote eigendom, vruchtgebruik, recht van opstal, … die in functie van de situatie een oplossing kunnen bieden. Dat is onze core business.”
Niet iedereen kan zomaar notaris worden, net zoals men niet zomaar magistraat kan worden.
Associaties
STERCK. Is er net zoals in de advocatuur een associatiebeweging voelbaar?
Snyers: “Sinds 2000 kan een notaris met een collega of een kandidaat-
notaris associëren. De laatste 15 jaar is het aantal notariskantoren niet echt gestegen. Dat aantal is ook wettelijk bepaald volgens het aantal inwoners. Het aantal notarissen zelf is wel sterker gestegen. Er zijn dus veel meer associaties dan vroeger, zeker in de steden. De overheid schuift ook meer taken naar de notaris door. Waar een notariaat vroeger één notaris en twee klerken omvatte, ontstaan er nu kleine KMO’s, die snel twee of drie notarissen tellen met 7 of 8 andere medewerkers. Zo wordt er in de kantoren een zekere kennispool opgebouwd met specialisten in verschillende domeinen. Ook al werkt een notariaat maar op een deeldomein van het totale recht, er dringt zich toch een noodzaak aan specialisatie op.”
STERCK. Hoe kan men zich als notaris vestigen?
Snyers: “Het gebeurt vaak dat iemand die als notaris benoemd is op een standplaats, zich achteraf nog associeert met een kandidaat-notaris. Dat is iemand die nog niet benoemd is maar die wel het hele traject doorlopen heeft, geslaagd is voor het vergelijkend examen, en dus benoembaar is. Vaak is dat een mogelijkheid om samen een betere dienstverlening te kunnen leveren. Een dergelijk akkoord moet weliswaar door de minister van justitie worden goedgekeurd. Maar zo krijg je dan twee notarissen op één standplaats.”
STERCK. Notarissen mogen nog steeds geen reclame maken?
Snyers: “Dat is inderdaad een verschil met revisoren, accountants en advocaten. Wij hebben een tweeslachtig statuut: wij zijn vrije beroeper maar ook openbaar ambtenaar. Zelfstandig ambtenaar dus. We verrichten een aantal wettelijke taken voor de overheid en zijn zelfs benoemd door de koning. Los van de adviesverlening authentificeren en legaliseren we ook een aantal zaken. Dat is een taak van openbaar gezag. Daarom kan ook niet iedereen zomaar notaris worden, net zoals men niet zomaar magistraat kan worden.
In België is het ook niet mogelijk om associaties met bijvoorbeeld advocaten te vormen. Dat kan in Nederland wel. De neutraliteit en onafhankelijkheid in ons beroep is van groot belang. Wie dat niet graag heeft moet een ander beroep kiezen.”
Moderne vakspecialist
STERCK. Ook de vervrouwelijking van het beroep is meer en meer een feit?
Snyers: “Er zijn steeds meer vrouwelijke notarissen. Waarom? Het is een examen op het einde van tien jaar studie. En we weten allemaal wie de beste en meest gedisciplineerde studenten zijn. Dat zijn de meisjes hè. De jongens die gaan op café, die gaan voetballen… En op het einde van de rit zijn er meer meisjes dan jongens die de beste punten halen. Het aantal dames in ons beroep neemt zienderogen toe, zeker in de jongere generatie.”
STERCK. Bestaat er nog te vaak een verkeerd beeld van de notaris?
Snyers: “We hebben het gevoel dat veel mensen denken dat een notariaat een oud en stoffig beroep is. Terwijl wij in het beroep net vinden dat we heel modern zijn. We evolueren sterk met het economisch weefsel, met de tendensen van de tijd. Dat is het voordeel van een vrije beroeper te zijn. We voelen snel de pols van de samenleving en passen ons aan evoluties aan. Dat gaat zelfs sneller dan dat de manier waarop de overheid als grote entiteit kan evolueren. De overheid weet dat trouwens en is er ons dankbaar voor. De wetten die zij laat uitvoeren door de notarissen behoren tot de best toegepaste wetten in België. Daar zijn wij fier op. Ze weten dat wanneer ze een takenpakket aan de notarissen geven, het wel goed komt.
We kunnen tegenwoordig oprichtingen van vennootschappen elektronisch neerleggen in de Kruispuntbank ondernemingen, zodat we nu op 1 dag het ondernemingsnummer aan de cliënt kunnen geven. Algemeen wisselen we nu veel informatie met de overheid elektronisch uit, zodat de gegevensverwerking veel sneller en efficiënter verloopt.
We evolueren sterk mee met het economisch weefsel.
Ik stel ook vast dat veel medewerkers die in het beroep binnenkomen, in het begin denken dat ze een stofmasker moeten opzetten om tussen al het papier te overleven. Maar het is net een heel sociale job, er wordt gebabbeld, contacten gelegd, advies gegeven. Onze medewerkers werken vaak heel zelfstandig en zijn ook opgeleid om dat te kunnen en mogen doen. Op dat vlak is het beroep sterk gemoderniseerd.”
STERCK. U legt graag de nadruk op de maatschappelijke rol?
Snyers: “Ik denk dat veel mensen dat wel beseffen. We zijn onafhankelijk, neutraal en geven onpartijdig advies van hoogstaand niveau. Dat is iets waar wij alle dagen voor staan, waar we hard ons best voor doen en waar we ook permanent voor bijscholen. Die boodschap wil ik blijven geven aan de samenleving. We staan klaar om de juiste adviezen te geven.”
STERCK. De permanent wijzigende wetgeving vormt daarin een uitdaging?
Snyers: “Dat is zeker een feit, en dan spreken we niet alleen over de fiscale wetgeving. Elk jaar zijn er honderden nieuwe wetten. We verwachten binnenkort een nieuw erfrecht en een nieuw vermogensrecht. Ook een verandering van het vennootschapsrecht komt eraan. Dat zijn zaken die in de pijplijn zitten. Er zijn nog andere thema’s die regelmatig wijzigen. Een continue bijscholing is dus zeker nodig.”.