Vanaf 1 oktober 2014 is de roerende voorheffing op liquidatieboni (dit zijn de belaste reserves die zouden uitgekeerd worden bij liquidatie van de vennootschap) verhoogd van 10% naar 25%. Er werd voorzien in een compensatiemaatregel, de zogenaamde ‘interne liquidatie’. Daarbij konden reserves zoals die ten laatste op 31 maart 2013 door de algemene vergadering waren goedgekeurd, omgezet worden in kapitaal tegen betaling van een bijzondere aanslag van 10%.
Voor de meeste vennootschappen ging dit om de reserves zoals die op de balans stonden op 31 december 2011. Mits u deze omzetting minstens 4 jaar (8 jaar voor “grote vennootschappen”) laat staan op de balans, kan u die ‘free of charge’ uitkeren. Keert u tussentijds uit, dan moet er toch nog een roerende voorheffing betaald te worden, afnemend in de tijd (15%-10%-5%).
De nieuwe regering heeft dan, op verzoek van vele zelfstandigen met een ‘kleine’ vennootschap vanaf het aanslagjaar 2015, dus ten vroegste voor het boekjaar 2014, een permanente regeling uitgewerkt. Daarbij kan elk jaar opnieuw de volledige - of een gedeelte van - de winst na belasting van het boekjaar worden vastgeklikt aan 10%. Deze regeling wordt de ‘liquidatiereserve’ genoemd. Mits die vastgeklikte winst voldoende lang blijft staan (minstens 5 jaar), kan die uitgekeerd worden aan een verlaagde roerende voorheffing van 5%. Bij effectieve liquidatie is niets meer verschuldigd.
Nieuwe regeringsmaatregel
Bij al dat wetgevend geweld, vielen de aanslagjaren 2013 en 2014 uit de boot. De regering heeft dan ook recent beslist om de kleine vennootschappen de kans te geven om ook voor de boekhoudkundige winst na belasting van de boekjaren verbonden aan de aanslagjaren 2013 en 2014, een bijkomende liquidatiereserve aan te leggen. Vandaar de liquidatiereserve ‘bis’ regeling (of ook nog ‘bijzondere’ liquidatieregeling genaamd).
Voor wat betreft de boekhoudkundige winst na belastingen van het boekjaar verbonden aan het aanslagjaar 2013 (voor de meeste vennootschappen gaat het om het boekjaar 1 januari 2012 tot 31 december 2012), kan de vennootschap uiterlijk op 30 november 2015 een bijzondere aanslag betalen van 10%. Dit voor zover deze winst nog op de eerste dag van het boekjaar waarin de bijzondere aanslag wordt betaald in de reserves van de vennootschap terug te vinden is.
Hetzelfde geldt voor de boekhoudkundige winst na belastingen van het boekjaar verbonden aan het aanslagjaar 2014 (voor de meeste vennootschappen gaat het om het boekjaar 1 januari 2013 tot 31 december 2013.) De limietdatum is daar dan 30 november 2016.
Laat men deze bijzondere liquidatiereserves 5 jaar ongemoeid, dan kan men deze uitkeren mits het betalen van een roerende voorheffing van 5%. En net zoals bij de ‘gewone’ liquidatiereserve is er niets meer verschuldigd ingeval van liquidatie van de vennootschap.
Laat men de limietdata echter voorbijgaan, dan is er geen mogelijkheid meer om de winsten van de betreffende boekjaren aan het voordelige tarief van 10% vast te klikken en zal er steeds 25% - binnenkort 27% - roerende voorheffing moeten betaald worden, ook bij effectieve liquidatie.
Deze expertise werd aangeboden door / A&B accountants