Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde Belg meer dan 90 procent van zijn tijd in een gebouw doorbrengt. Een voltijdse werknemer die binnen werkt, besteedt alleen al in zijn werkomgeving 2000 werkuren per jaar. Binnenhuis en in werkruimten wordt men tot 5 keer meer bloot gesteld aan onzuivere lucht. We spreken dan over te vochtige, te droge of slecht verwarmde lucht, maar ook over lucht die teveel huisstofmijt of CO2 bevat.
Noodzaak
Een goede ventilatie in de werkomgeving is dan ook geen luxe, maar een absolute noodzaak. De luchtkwaliteit heeft ook in binnenruimten een rechtstreeks verband met gezondheid. Studies bewijzen dat een kwalitatief goede verluchting het ziekteverzuim tot 25% kan verlagen en de productiviteit tot 15% kan verhogen.
Voor nieuwe gebouwen geldt er in België een normering voor de ventilatie. Gezien de steeds betere isolatiewaarden van de gebouwen is dat een belangrijk gegeven. Voor oudere gebouwen is er meestal geen reglementering van toepassing. In beide gevallen is het belangrijk om bij de juiste ventilatie stil te blijven staan.
De juiste ventilatie
Deze beantwoordt aan twee belangrijke elementen:
- De ventilatie moet gedimensioneerd zijn op het juiste aantal personen (die CO2 produceren) en een correcte oppervlakteberekening. Daarnaast is het belangrijk om op een energie-efficiënte wijze te ventileren met warmterecuperatiesystemen. Eén van de meest efficiënte vormen daarbij is de techniek met een warmtewiel dat vocht kan recupereren.
- In tweede instantie mag de klimatisering ook niet te warm of te koud zijn. Vooral belangrijk is een goede luchtverdeling. Deze kan via klassieke roosters gebeuren, maar veel beter zijn zogenaamde verdringingskanalen (die zorgen voor een trage en homogene verdeling van de lucht) of textielkanalen (halfronde of ronde buizen vervaardigd uit speciaal textiel). Ze helpen om de lucht op een deskundige manier te verdelen en tegelijk tochtklachten uit te sluiten.
Renaat Penders is zaakvoerder van Bovema, gespecialiseerd in industriële klimaattechniek.