De fiscus heeft een (wettelijk) wapen in handen gekregen om vermogen dat is ondergebracht in een buitenlandse entiteit, te belasten. Terwijl iedereen sinds de wet van 30 juli 2013 in zijn belastingaangifte moet aanduiden of hij titularis is van een buitenlandse juridische constructie, heeft de programmawet van 10 augustus 2015 de zogenaamde “Kaaimantaks” ingevoerd.
Wat houdt die taks in?
Is men oprichter of eigenaar van een buitenlandse juridische constructie zonder rechtspersoonlijkheid (bv. een trust ) of van een constructie met rechtspersoonlijkheid waarvan de inkomsten in het land waar de constructie is gevestigd worden belast aan een tarief dat lager is dan 15 %, dan zal men voortaan persoonlijk worden belast op de inkomsten die deze constructie in een bepaald jaar geniet.
De enige manier om die belasting te vermijden, is aan te tonen dat iemand anders deze inkomsten heeft genoten. In dat geval zal die persoon worden belast. Wanneer de constructie inkomsten verkrijgt die slechts in een later jaar worden doorbetaald aan iemand anders, dan zal de oprichter worden belast voor het jaar waarin de constructie de inkomsten heeft ontvangen. Hij zal dus worden belast op een inkomen dat hij nooit ontvangt. De andere persoon zal dan niet meer worden belast.
Welke constructies ?
Wat de constructies met rechtspersoonlijkheid betreft werd er bij KB een lijst opgesteld van de rechtsvormen die geacht worden onder de kaaimantaks te vallen. Voor de juridische constructies die gevestigd zijn binnen de Europese Economische Ruimte (De landen van de EU, Ijsland, Liechtenstein en Noorwegen) is deze lijst limitatief. Het betreft de Liechtensteinse Anstalt, de Liechtensteinse Stiftung en de Luxemburgse Société de Gestion de Patrimoine Familial. Komt de constructie waarvan men oprichter is niet voor op die lijst, dan is de Kaaimantaks niet van toepassing. Voor constructies buiten de EER is de lijst niet limitatief. Een oprichter van een constructie die gevestigd is buiten de EER en die niet op de lijst staat, zal toch nog onderworpen kunnen zijn aan de Kaaimantaks.
Wie is oprichter ?
De persoon die de constructie heeft opgericht wordt beschouwd als oprichter, net als zijn directe erfgenamen. Ook personen die niet zelf oprichten maar goederen en rechten inbrengen in een constructie, worden als oprichter beschouwd. Op Belgische vennootschappen is de taks niet van toepassing.
Welke inkomsten ?
Ontvangt de constructie roerende inkomsten, dan wordt de oprichter belast op een roerend inkomen. Worden er onroerende inkomsten ontvangen, dan wordt de oprichter belast op een onroerend inkomen, enz….
Wanneer de oprichter door deze transparantieregeling belast is geweest op inkomsten die hij geacht werd verkregen te hebben, dan wordt hij niet meer belast wanneer hij deze inkomsten daadwerkelijk ontvangt. Op die wijze wordt dubbele belasting vermeden.
De fiscale transparantie geldt niet bij de ontbinding van een juridische constructie met rechtspersoonlijkheid. Wanneer die wordt ontbonden kan de oprichter belast worden, en dit in de mate dat de bedragen die hij ontvangt hun belastingregime nog niet hebben ondergaan. Zo kunnen ook de inkomsten die voor 1 januari 2015 werden genoten door de juridische constructie alsnog worden belast….De bedragen waarop vóór de ontbinding al belastingen werden betaald door de toepassing van de doorkijkbelasting (of bv. via een regularisatie) , worden dan niet meegerekend voor het bepalen van de liquidatiebonus.
Gezien de uitwisseling van fiscale informatie alleen maar toeneemt is de kans wel groot dat de Belgische fiscus binnen afzienbare tijd zal weten of een Belgische belastingplichtige betrokken is bij een dergelijke constructie. Het kan raadzaam zijn om de situatie te herbekijken.