De gevolgen van de recente pensioenhervorming voor de zelfstandige bedrijfsleider zijn niet onbelangrijk. De meeste van hen zullen niet zozeer wakker liggen van de verlenging van de pensioenleeftijd, maar er zijn wel andere belangrijke aandachtspunten in dit verband.
Tot 2012 konden bedrijven een interne voorziening voor een aanvulllend pensioen aanleggen voor hun bedrijfsleiders en dit gebeurde meestal tot de leeftijd van 60 jaar. Dit deden ze door een gedeelte van de winst als pensioenvoorziening te boeken wat vooral voor het bedrijf een fiscaal voordeel opleverde.
Pensioenvoorziening
De regering Di Rupo stelde een einde aan het aanleggen van die voorzieningen. Hij liet de bedrijven wel toe om de reeds aangelegde voorzieningen kosteloos te externaliseren naar een tweede pijlercontract (groepsverzekering of IPT) bij een pensioenverzekeraar. Er zijn echter nog heel wat bedrijven die dat niet deden en dat kan in de toekomst leiden tot een zware belasting voor de bedrijfsleider.
Immers, tegelijk met de verlenging van de pensioenleeftijd is er ook een verbod gekomen om het aanvullend pensioen op te nemen vooraleer de bedrijfsleider wettelijk met pensioen kan gaan. Hierdoor moet de pensioenvoorziening in de meeste gevallen op 60 jaar nog verplicht worden ondergebracht bij een pensioenverzekeraar. Als dan de aangelegde voorziening de bewuste 80%-regel overschrijdt, volgt er voor de bedrijfsleider een belasting tegen de marginale aanslagvoet, gelijk aan ongeveer 54%.
Gewaarborg inkomen
Een ander risico waarbij te weinig wordt stilgestaan, is het gewaarborgd inkomen voor zowel de bedrijfsleider, als zijn bedrijf. Door het optrekken van de pensioenleeftijd, moeten we langer werken en verhoogt de kans op arbeidsongeschiktheid gevoelig.
Arbeidsongeschiktheid is niet alleen voor de bedrijfsleider privé een risico, maar ook voor zijn bedrijf. Zijn afwezigheid zal immers niet alleen een impact hebben op de dagelijkse leiding van het bedrijf maar zeker ook op het operationeel resultaat. Omzetverlies kan grote gevolgen hebben voor de continuïteit van het bedrijf.
Onderzoeken wijzen ook uit dat we allemaal streven naar een hogere levensstandaard én dat we meer en langer gaan lenen voor onze privéwoning. Dus het behoud van ons inkomen wordt in duur en bedrag alsmaar belangrijker om ons levenscomfort te kunnen garanderen. Enkel terugvallen op het sociaal vangnet zorgt zonder twijfel voor een financiële kater want deze tussenkomst is gewoon ontoereikend. Trouwens, hoe lang is dit nog houdbaar? We moeten dan toch beseffen dat we best niet rekenen op anderen om ons levenscomfort nu en in de toekomst veilig te stellen.
Met de juiste ingesteldheid en aanpak, en dit wil niet zeggen alleen streven naar het hoogst gegarandeerde rendement of enkel nog investeren in vastgoed, kan nochtans op een fiscaal vriendelijke en eenvoudige manier gezorgd worden voor comfortzekerheid.