Vanaf 2017 genieten studenten en hun werkgevers gedurende 475 uren van een goedkoop RSZ-tarief. Tot eind 2016 was dit maximum 50 dagen.
Wat is goedkope studentenarbeid?
Op het studentenloon is een goedkoop RSZ-tarief van toepassing als de student met een studentenovereenkomst werkt op de ogenblikken waarop hij niet verplicht aanwezig moet zijn in de onderwijsinstelling. Deze solidariteitsbijdrage bestaat uit een werkgeversbijdrage van 5,43% (berekend op het loon) en een werknemersinhouding van 2,71%. Er wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden indien op het loon enkel de solidariteitsbijdrage verschuldigd is.
Welke formaliteiten zijn noodzakelijk?
Een tijdige Dimona-aangifte is voortaan een voorwaarde voor de toepassing van de solidariteitsbijdrage. Na de ondertekening van de studentenovereenkomst geeft de werkgever de tewerkstelling aan in Dimona. De werkgever kiest voor een Dimona ‘STU’ indien de solidariteitsbijdrage van toepassing is en voor een Dimona ‘OTH’ in het andere geval. Het is niet verplicht om eerst de uren onder solidariteitsbijdrage op te souperen.
Hoe gebeurt de Dimona-aangifte?
Per kwartaal moet een werkgever voor elke studentenovereenkomst een afzonderlijke Dimona-aangifte ‘STU’ doen. Loopt een studentenovereenkomst over meerdere kwartalen, dan moet de werkgever die ook telkens opnieuw aangeven. Elke aangifte dient zowel de data van in- en uitdiensttreding te vermelden als het aantal te werken uren binnen de aangegeven periode.
Welke uren tellen mee?
Enkel de effectief gewerkte uren tellen mee voor het contingent van 475 uren. Uren die de student niet werkte, maar waarvoor wel loon verschuldigd is – betaalde feestdagen, gewaarborgd loon bij ziekte … – tellen niet mee. De solidariteitsbijdrage is wel van toepassing op de vergoeding van deze uren.
Meer weten?
Download de handige leaflet ‘Een student aanwerven in 3 stappen’ via www.admb.be/studenten.