De bouwsector is één van de zwaargewichten binnen de Belgische economie. Goed voor 5% van alle toegevoegde waarde, werkgever van 278.000 mensen. Onder druk van de aanslepende crisis bleven groeicijfers de afgelopen jaren uit. Toch verschijnt er langzaam opnieuw licht aan het eind van de tunnel. Het ondernemersvertrouwen neemt lichtjes toe. Dankzij innovatie, productontwikkeling en het openen van nieuwe markten slagen tal van bouwbedrijven er in om nog goede cijfers voor te leggen.
STERCK. Hoe is het gesteld met de Limburgse bouwsector?
Rik Mondelaers: “Het sentiment is momenteel nog steeds vrij negatief. Toch wil ik het niet te somber zien. Er zijn nog tal van aannemers met naam en faam die niet weten waar ze eerst moeten beginnen. Op Belgisch niveau zie ik de barometer lichtjes positief evolueren. De bouwbedrijven hebben momenteel gemiddeld voor 5,45 maanden werk. In Limburg weegt natuurlijk de Fordsluiting en de nabijheid van de Nederlandse grens. We hebben momenteel meer last van Nederlandse concurrentie dan van de Polen en Portugezen. In Nederland heeft de crisis enorm hard toegeslagen. Men kent er geen economische werkloosheid of weerverlet. De bouwbedrijven willen er tegen eender welke prijs werk hebben of ze moeten massaal personeel afdanken. Vooral de zelfstandigen zonder personeel die zich in groep aanbieden vormen een bedreiging voor onze bedrijven. Dat is oneigenlijke concurrentie. Ze kunnen werken aan 15 euro per uur, terwijl onze Belgische werknemers 30 tot 45 euro per uur kosten. Dat probleem moet dringend aangepakt worden.”
Je moet letterlijk dag en nacht klaarstaan.
Ook op zondag.
Kees Brandwijk: “In het begin investeerden nog heel wat particulieren in hun huis omdat de rente laag stond en geld toch niets opbracht. Naarmate de crisis langer duurt en er veel over gesproken wordt, stellen de mensen hun aankopen meer uit. Ze komen nu pas op het laatste moment binnen en zijn budgetgevoeliger. Marketing en reclame worden steeds belangrijker.”
Gerard Segers: “Dat merken we ook in de betoncentrale. Sommige aannemers bellen om 10u en willen om 13u beton krijgen. Op dat vlak is er veel veranderd, ook op de werf. Op plaatsen waar er veel aannemers tegelijk bezig zijn, is er minder respect voor elkaar dan vroeger. De druk is groter.”
Bart Meermans: “We proberen daarop in te spelen door onze klanten heel veel ondersteuning te bieden en heel flexibel met hun vragen om te gaan. Je moet letterlijk dag en nacht klaarstaan. Ook op zondag. Het vertrouwen dat je daarmee opbouwt loont op termijn.”
Innoveren
STERCK. Op welke manier maken succesvolle bouwbedrijven het verschil?
Kris Rutten: “Ik zie heel wat collega’s met een vol orderboekje zwaar onder de prijs gaan. Om er op langere termijn door te komen moet je met goede kwaliteit je vaste klanten aan je binden. Zeker bij totaalprojecten. In het begin van de crisis ging men met de laagst mogelijke prijs nog verder shoppen bij de concurrentie. Nu komen steeds meer vaste klanten ons zeggen dat we het werk mogen doen als we het tegen de laagste prijs kunnen doen. Dat is al een andere insteek. De beslissing ligt dan bij ons. Ik verwacht dat we terug een lichte groei krijgen. We zijn zo laag gezakt dat bedrijven vervangingsinvesteringen niet meer kunnen blijven uitstellen.”
Creativiteit en innovativiteit zijn aan zet. Zowel in productontwikkeling als in de marketing-communicatie.
Mondelaers: “Men zegt wel eens ‘Als het goed gaat in de bouw gaat het overal goed’. Ik denk dat het omgekeerd is. We zijn geen voortrekker maar een volgsector. Kort na 2008 zijn nog heel wat grote projecten doorgegaan. De nieuwe gemeentebesturen letten nu echter veel strenger op hun uitgaven vanwege de gewijzigde begrotingsregels en het economisch klimaat. Dat is verontrustend. We moeten ongelofelijk creatief en innovatief worden, zowel op het vlak van marketing als in het ontwikkelen van nieuwe producten. In Engeland besteden gemeenten via een PPS het onderhoud van hun wegen uit aan de privé. Dichter bij ons haalt een bedrijf als Ebema 50% van de omzet uit nieuwe producten. Een Van de Kreeke legt zich toe op nieuwe activiteiten. Diversificatie binnen verschillende domeinen en regio’s wordt steeds belangrijker.”
Bart Meermans: “Dat kan ik beamen. We hebben flink geïnvesteerd in beurzen zoals de Bauma in München, een zware en dure beurs. Maar daar zijn wel zeer goede en concrete buitenlandse contacten uitgekomen in Zwitserland, Engeland, Canada, Sri Lanka, …. We werken we nu ook voor aannemers van wegen en bruggenbouw. Het zijn grote stappen maar je moet ze durven zetten.”
Jurgen Vanelderen: “Heel wat bedrijven trekken zich in deze tijden terug van de beurzen omdat het teveel geld kost. Maar je ziet vaak dat het net degene zijn die naar de vakbeurzen blijven gaan en met nieuwe producten blijven komen, die ook overeind blijven.”
Personeel
STERCK. Het grote topic blijft de loonkost. Wat mogen we op dat vlak verwachten?
Mondelaers: “Men heeft altijd gezegd dat de hoge loonkosten in België gecompenseerd worden door een hogere productiviteit. Dat klopt niet meer. Productiviteit kan de loonhandicap niet langer compenseren. De overheid kan en zal nog wel iets doen, maar met beperkte maatregelen gaat het probleem niet opgelost geraken.”
Meermans: “Vroeger leerden gasten van 14 jaar die niet meer naar school wilden gaan, de stiel bij pa op de werf. Nu moeten we soms twee jaar wachten om iemand op leercontract te krijgen. We hebben laaggeschoolden en zwakbegaafden aan het werk en geven iedereen een interne opleiding. Dat kost enorm veel energie waarvoor je maar bitter weinig ondersteuning van de overheid krijgt. Dat kan veel beter. Ook op het vlak van administratieve vereenvoudiging. Het is ongelooflijk welke papierwinkel erbij komt kijken en hoe lang het duurt om een stuk industriegrond bij te kopen.”
Mondelaers: “Werknemers die doorstromen uit de sociale economie krijgen vanaf volgend jaar wel een rugzakje met steunmaatregelen mee. En als je nu in de Limburgse centrumsteden Hasselt en Genk een huis afbreekt en opnieuw bouwt, kan je dat aan zes procent BTW doen. Er zijn zeker stimulerende maatregelen die werken, maar het mag meer zijn. We zien in de bouw het aantal bedienden voor coördinatietaken, calculatie, werfleiding,... stijgen. Het aantal arbeiders daalt. Voor een deel omdat we ze niet vinden en voor een deel omdat ze vervangen worden door buitenlandse onderaannemers. Aan de schijnzelfstandigen moet dringend een halt worden toegeroepen.”
Rutten: “Alles wordt sowieso internationaler. Daar is niets op tegen. We gaan zelf ook naar het buitenland. Het probleem is dat er geen consistent beleid is. Zo richt de overheid een commissie op om export te promoten. Een paar maanden later krijgen we te maken met een hogere reiskostenvergoeding en een extra belasting voor mensen die extern blijven slapen. Dat werkt contraproductief. We investeren flink in onze mensen. De gemiddelde anciënniteit van onze werfleiders is 25 jaar. We zijn bezig om hun opvolgers op te leiden, maar je moet tellen dat het tien jaar duurt voor nieuwe mensen op niveau zijn.”
Productiviteit kan de loonhandicap niet langer compenseren.
Mondelaers: “Dat is de juiste ingesteldheid. Op de Confederatie leiden we werkzoekenden met bouwachtergrond op tot hulpwerfleider in 6 maanden. Veel bedrijven zeggen dat ze er dan nog niets mee kunnen doen. Dat klopt ook. Maar je moet mensen de kans geven om in het bedrijf te groeien. Het probleem is natuurlijk dat personeel veel kost en dat alles snel moet gaan. In vergelijking met de grote beursgenoteerde bedrijven, denkt een familiebedrijf daar anders in. Meer op de lange termijn.”
Kansen
STERCK. Waar liggen de grootste opportuniteiten?
Seegers: “Ik denk dat de sleutel voor onze sector grotendeels bij de
politiek ligt. Als men niets doet aan de loonlasten, dan gaat het de verkeerde kant op.”
Mondelaers: “Er zijn toch ook nog heel wat positieve elementen. Onze bevolking groeit nog steeds. De gezinnen worden kleiner. We moeten dus blijven investeren in onroerend goed, in tegenstelling tot Nederland waar men krimpt en van 2 woningen 1 maakt. Ook de hoge energiekosten en nieuwe reglementering vragen investeringen in duurzame energie. Bovendien groeit de renovatiesector nog aan belang. De overheid ziet ook wel in dat de bouwsector nog veel tewerkstelling en groeipotentieel heeft. Ik hoop dat de maatregelen om de oneerlijke concurrentie te bestrijden hun vruchten zullen afwerpen. Met het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden is er al een uitzondering gemaakt voor werfgebonden personeel.”
Rutten: “Er zijn nog kansen en opportuniteiten genoeg, al zijn het misschien andere dan degene die je verwacht had. Je moet ze durven aangaan: innoveren, kwaliteit bieden, nieuwe wegen bewandelen of met nieuwe producten te komen, de stap naar het buitenland zetten, …Het speelterrein is veel groter geworden. De sector in Nederland ligt op zijn gat. Wie er nu vastgoed durft kopen, doet binnenkort misschien gouden zaken.”
Er zijn nog kansen en
opportuniteiten genoeg, al zijn het misschien andere dan degene die je had verwacht.
Kees: “Voor mij is het belangrijk om de persoonlijke zorg te verhogen en daarin verder te gaan dan de collega’s. In de keukensector krijg je maar één kans en die moet je grijpen. Als we keukens plaatsen, heb ik altijd een eindgesprek met de klant. Daar probeer ik uit te leren over onze werking. Ik zie het toch nog positief in.”
Vanelderen: “Door de toevloed van informatie groeit de vraag naar persoonlijk advies. Er is zeker een toekomst voor bouwbegeleiding en werfveiligheid. Die sleutel hebben we in handen. Ook voor ons nieuwe product Ridas zie ik interesse van overheden, grote partijen in het buitenland,... Voor innoverende producten liggen er kansen. Het is zoals Kris zegt, je moet die durven grijpen.”.
Foutenlast moet eruit!
“Het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) heeft in een studie berekend dat 20% procent van de kostprijs op een werf het herstellen van fouten is,” vertelt Rik Mondelaers van de Confederatie Bouw. “Het zijn vaak de kleine foutjes die de rendabiliteit wegnemen. Als je de productiviteit en kwaliteit hoog houdt, en de foutenlast maximaal uitschakelt, dan kan je met een scherpe prijs nog redelijk goed je boterham verdienen. Dat is de kunst. Opleiding kan daar een grote rol in spelen. Jaarlijks volgen 3.000 mensen een opleiding bij de Confederatie Bouw. We zijn nu met 19 bedrijven aan het nadenken hoe je vanuit missie, visie en strategie beter kan omgaan met je mensen. Ronnie Leeters doet dat voor ons. Hij legt met eenvoudige tips en tricks uit hoe je mensen in beweging krijg zonder dat het allemaal van bovenaf moet komen. De deelnemende bedrijven zijn er wild enthousiast van.”
Rik Mondelaers. [alg. directeur Confederatie Bouw]
De Confederatie staat al 95 jaar in voor de belangenbehartiging van bouwbedrijven. De laatste jaren ligt de nadruk sterk op het voorzien van een breed aanbod van opleidingen.
Bart Meermans. [alg. directeur Construx - Genk]
Construx ontwikkelt en produceert bekistingssystemen en mallen voor betonprefabricatie en staat ook in voor de verhuur ervan. Het bedrijf is actief in tal van landen.
Gerard Seegers. [afg. bestuurder Seegers Natuursteen en Beton - Dilsen-Stokkem]
Seegers levert natuursteen en stortklaar beton voor bedrijven en particulieren.
Kris Rutten. [afg. bestuurder SBO Staalbouw - Overpelt]
Het familiebedrijf is gespecialiseerd in de realisatie van industriële gebouwen en handelspanden in heel Europa, en is ook actief in de vastgoedsector en in projectontwikkeling.
Kees Brandwijk. [zaakvoerder The Kitchen-Suite - Genk]
Het keukenbedrijf is goed voor de verkoop van een 400-tal keukens per jaar. De focus ligt op persoonlijke service en duidelijke afspraken.
Jurgen Vanelderen. [zaakvoerder Group Vanelderen - Genk]
Vanelderen concentreert zich op bouwbegeleiding en werkveiligheid. Sinds kort brengt de groep ook Ridas op de markt, een hoogwaardige textielpleister voor de binnenafwerking.