Met zijn respectievelijk 9.500 en 12.400 inwoners zijn Halen en Herk-de-Stad relatief kleine steden. Maar dankzij hun goede ligging - vlakbij het klaverblad van Lummen - zijn beiden uiterst interessant voor zelfstandigen en kmo’s. Nieuwe bedrijfsterreinen zoals dat van Berbroek raken aan een sneltempo ingevuld en ook de stadscentra zijn volop in beweging. Burgemeesters Erik Van Roelen (Halen) en Bart Gruyters (Herk-De-Stad) geven tekst en uitleg.
Vaak worden Halen en Herk-de-Stad bestempeld als slaapgemeentes. Een terechte uitspraak of hardnekkige misvatting?
Bart Gruyters: “We zijn inderdaad buitengebied, maar tegelijkertijd erg gegeerd om te wonen en te werken. Met de nabijheid van het klaverblad in Lummen zijn zowel Herk-de-Stad als Halen de perfecte uitvalsbasis om te ondernemen. Hasselt, Antwerpen, Brussel, Nederland, Duitsland, … welke richting je ook uit moet, je bent er binnen het uur. Qua verbinding mogen we onszelf dus tot de meest interessante steden van Limburg rekenen.”
Erik Van Roelen: “De uitstekende verbinding is ook in Halen één van de grootste troeven. Ik durf zelfs te stellen dat bij ons alles draait om verbinding, letterlijk én figuurlijk. Halen ligt op de grens van de Kempen, Haspengouw en het Hageland. Een belangrijk driepunt dat zich manifesteert in de differentiatie van de verschillende landbouwbedrijven die wij rijk zijn. Zo tellen Halen en deelgemeente Loksbergen heel wat fruittelers, terwijl Zelem gekend is voor zijn gevarieerde natuurrijke landschappen.
De Zwarte Beek, één van de meest waardevolle beekvalleien in Vlaanderen, loopt er immers dwars door. Verder vloeien in Halen de Velpe, Demer, Gete, Herk en Zwarte Beek samen. Daar vind je dus opnieuw die verbinding. De combinatie van de gunstige ligging aan de autostrade met de groene omgeving maakt Halen aantrekkelijk om te wonen, te werken en te ondernemen. We zien dat trouwens effectief aan het stijgende inwonersaantal en aan de vele grote bouwprojecten die lopende of net afgerond zijn.”
Gruyters: “In Herk-de-Stad zien we dezelfde beweging. Het meest in het oog springende voorbeeld is wellicht het Businesspark van deelgemeente Berbroek. Een magnifiek project dat als schoolvoorbeeld kan dienen van hoe je een compleet verouderd terrein opnieuw kan revaloriseren. In een eerste fase werden de bestaande gebouwen omgevormd tot verschillende moderne en architecturaal erg mooie bedrijfshallen, die in een mum van tijd verkocht waren. Dit jaar komen daar 11 kmo-units bij en tegelijkertijd worden er vlak langs de Steenweg verschillende showrooms geopend.”
Uitbreiding bedrijfsterreinen
En hoe ver staat het met de uitbreiding van het Herkse industrieterrein Daelemveld? Want dat dossier sleept al decennia aan.
Gruyters: “Die kogel is door de kerk: we hebben eindelijk groen licht gekregen om het bestaande industrieterrein met circa 4 hectare uit te breiden. Afhankelijk van hoe vlot de grondverwerving verloopt, kunnen we eind dit jaar of begin volgend jaar starten met de ontwikkeling. LRM staat daarbij niet alleen in voor de uitvoering van de wegenwerken en de aanleg van nutsleidingen, maar draagt ook zorg voor de ontwikkeling van het industriegebied. Deze uitbreiding was echt wel nodig, we kampen al jaren met het probleem dat de vraag naar bedrijventerreinen groter is dan het aanbod.”
Van Roelen: “Ook in Halen is de vraag naar industriegebied groter dan het aanbod. We beschikken over een aantal kleinere industrieparken, maar veel groeimarge is er niet meer. In dat opzicht zijn we als stadsbestuur opgetogen dat Devos plastics, een bedrijf uit Loksbergen, de gebouwen van Amcor Flexibles Transpac in Halen gekocht heeft. Amcor Flexibles Transpac behoorde met zijn 224 medewerkers tot de grootste werkgevers van onze gemeente, maar moest eind 2016 zijn deuren sluiten. Devos Plastics zal de Amcor-site als bijkomende locatie gebruiken en start er deze zomer zijn productie op. Verder verhuurt het een gedeelte; een mooie kans voor startende ondernemers en kmo’s die op zoek zijn naar extra magazijnen, kantoor- of laboruimte, .... Wat onze tewerkstellingscijfers betreft behoorden we al tot de beste leerlingen van de klas in Limburg, maar door dergelijke initiatieven zal Halen in de toekomst nog beter scoren.”
Streefbeeld stadskern
Botsen jullie in de stadskern ook tegen de grenzen van uitbreiding of is daar wel nog ruimte om te ontwikkelen en meer in te zetten op ondernemerschap?
Van Roelen: “In het centrum speelt zich een totaal ander verhaal af. Daar staat de stadsontwikkeling nog in zijn kinderschoenen en is er enorm veel potentieel. Momenteel zijn we bezig met het selecteren van een studiebureau dat een streefbeeld van Halen kan maken. Waar willen we over 20 jaar staan, hoe kunnen we de stadskern levendig maken én houden, wat is de meest optimale verkeersstroom, … Met een sterke lange termijnvisie kunnen we alle verbouwings- , wegenis- en infrastructuurwerken in één globaal plan gieten en voorgoed komaf maken van het beeld dat Halen een slaapgemeente is.
Al bewijst ons rijke verenigingsleven nu al het tegendeel: hoewel we een relatief kleine gemeente zijn, telt Halen meer dan 200 verenigingen en zien we dat 70 à 80% van de kinderen en jongeren aangesloten is bij een jeugdvereniging. Via allerhande subsidiesystemen geven we als stadsbestuur de verenigingen een duwtje in rug en we proberen op élke activiteit aanwezig te zijn. Want per slot van rekening zijn verenigingen perfect om inwoners met elkaar te verbinden.
Mijn droom is om de horeca op de markt - waar je vandaag voornamelijk bankkantoren vindt - te laten opleven. We moeten er dus voor zorgen dat er voldoende parkeergelegenheid is, dat het centrum makkelijk en veilig toegankelijk is voor fietsers en voetgangers, en ondernemers ondersteunen waar mogelijk. We schaften de horecabelasting op drank en tapperijen al af en hebben ook een reglement gemaakt opdat horecazaken heel voordelig een terras kunnen bouwen. En als er evenementen plaatsvinden, dan maken we daar met het stadsbestuur een echt volksfeest van. Steeds met het achterliggende idee dat lokale ondernemers een graantje moeten kunnen meepikken. Bij de opening van Halen Kermis geven we bijvoorbeeld een vat van de stad en trakteren we de inwoners op smoutebollen.”
Gruyters: “Herk-de-Stad is een oud historisch centrum dat goed bewaard is gebleven, maar dat tegelijkertijd ook gemoderniseerd is. De laatste 5 jaar stond er altijd wel ergens een bouwkraan in Herk, een teken dat mensen onze stad wel zien zitten om er te wonen en zaken te doen. Er komen hier ook continu winkels bij en ik krijg veel vraag van ondernemers die op zoek zijn naar winkelruimte. Ook belangrijk voor de middenstand: we pasten het evenementenbeleid aan. Tijdens de vorige legislatuur werd de markt om de haverklap afgesloten, terwijl we nu nagaan hoe we alles zo kunnen organiseren, dat de handelaars en horecazaken optimaal kunnen meeprofiteren van de evenementen. Herk-de-Stad is echt wel een aangenaam stadje om te leven en te werken.”
Gemeentelijke synergiënVoor velen is Herk-de-Stad vooral bekend van het alternatieve festival Rock Herk. Hoe belangrijk is dat voor jullie?
Gruyters: “Rock Herk is eigenlijk het grootste en gezelligste café van het kanton en verbindt alle omliggende gemeentes met elkaar. Daarom dat ons stadsbestuur er enkele jaren geleden geen moment aan twijfelde om de organisatie financiële zuurstof te geven toen die in de problemen zat. Bovendien zetten de organisatoren van Rock Herk sterk in op de vipruimte waar ondernemers elkaar ontmoeten. En ik hoef je niet te vertellen dat de beste zaken tussen pot en pint gedaan worden. Vorig jaar nodigde ik bijvoorbeeld ook de burgemeesters van Halen en Lummen uit op Rock Herk, en ook dit jaar staat die datum in onze agenda geblokkeerd.”
Van Roelen: “We doen als burgemeesters en met uitbreiding als stadsbestuur wel vaker dingen samen, zeker op organisatorisch vlak. Halen kocht bijvoorbeeld een hoogtewerker aan, Herk-de-Stad een dieptelader. Die twee blijven altijd samen en we wisselen ze week om week uit. In het verleden deelde we bijvoorbeeld ook een vuilniswagen voor het ophalen van papier. We zijn ervan overtuigd dat zo’n structurele samenwerking nuttiger is dan een fusie, die vanaf een bepaalde grootorde schaalnadelen in plaats van -voordelen met zich meebrengt. Sowieso is een goede dienstverlening naar onze inwoners en ondernemers onze grootste prioriteit en die zou er niet op vooruitgaan met een fusie. Al wil dat niet zeggen dat we geen voorstander zijn om bepaalde zaken op een ander niveau te organiseren. Neem nu stedenbouw: veel gemeentes hebben nood aan goede medewerkers voor die dienst, maar dat is een knelpuntberoep en die vacatures raken moeilijk ingevuld. Daar zie ik dan wel synergiën in. Wat ons terugbrengt naar het begin van het verhaal: alles draait om verbinding.”