Complexe bouwprocessen zetten een grote druk op de klassieke rol van de architect. Vandaag de dag is bouwen een totaalproject, gekenmerkt door een veelheid aan bouwpartners die elk een stukje van de puzzel in handen hebben. Welke rol is er nog weggelegd voor de architect? STERCK legde de vraag voor aan Frederik Vaes, partner bij UAU collectiv uit Hasselt. “De architect is een regisseur en createur. Architectuur stopt niet met het ontwerpen van een gebouw, je moet een virus inplanten en verspreiden.”
STERCK. Hoe ziet het architectenlandschap eruit in België?
Frederik Vaes: “Dat verandert in een snel tempo. Je hebt de ‘commerciële’ bureaus die puur klantgericht werken. Daarnaast heb je de ‘academici’ die hoogstaande en uitgepuurde objecten maken. Met UAU zitten wij daar tussen in: niet de architectuur maar het verhaal erachter is het hoogste doel. Kleine architectenbureaus hebben het niet gemakkelijk om te overleven, de individuele architect achter de tekentafel verdwijnt. Om mee te spelen in het grotere stedenbouwkundige verhaal bundelen steeds meer architecten hun krachten. Tegelijkertijd verhuizen veel architecten naar grote aannemingsbedrijven. Ze geven bouwbedrijven op die manier een creatieve injectie.”
STERCK. Wat zijn de belangrijkste evoluties en trends in de bouwsector?
Vaes: “Specialisatie bij aannemers is een trend die al enkele jaren ingang vindt en die evolutie zet zich door. Grotere aannemers zijn enkel nog actief in één klasse en richten zich daarmee op een marktniche. Dat is ergens ook logisch, want de mogelijkheden in de bouw zijn gigantisch. Het gevolg is dat wij als architecten reeds van bij het ontwerp maar een keuze kunnen maken uit een beperkt aantal aannemers. Het wordt voor ons ook steeds moeilijker om een raming op te stellen, omdat het specialisme van de aannemer zijn invloed heeft op de prijs. Een volledig project uitwerken tot het kleinste detail en dan aanbesteden vindt steeds minder plaats omdat prijzen enorm fluctueren.”
Op zoek naar oplossingen
STERCK.Op welke manier verandert de rol van de architect?
Vaes: “Architecten worden regisseurs en createurs die samen met de aannemers onderzoek doen naar oplossingen en componenten zoeken voor een bouwproject. In middelgrote projecten nemen wij de regisseursrol volledig voor onze rekening, in grote projecten maken wij het ontwerp en doet de hoofdaannemer voorstellen over technieken en uitvoering. Architecten moeten wel nog de capaciteit hebben om een overzicht te houden op het totaalplaatje.”
Eind 2014 besloten MASSarchitects, DAR architecten en SAQ architects om samen in zee te gaan. Het resultaat daarvan is UAU Collectiv, een bureau met complementaire creativiteit en ervaring. Bij ieder ontwerp wordt er rekening gehouden met maatschappelijke evoluties en veranderende samenlevingsvormen. Dat is ook het geval bij de nieuwbouw van het gemeentehuis van Leopoldsburg dat zich achter het oude gemeentehuis situeert. Dat blijft behouden en krijgt een nieuwe invulling. Frederik Vaes: “Het middengedeelte wordt helemaal uitgehold. Op die manier creëren we een multifunctionele ruimte die kan dienen voor tentoonstellingen, bijeenkomsten, de nieuwjaarsreceptie, ...” Voor de nieuwbouw opteerde UAU voor een transparante, flexibele en multifunctionele indeling. De structuur bestaat uit twee kernen waardoor er geen kolommen nodig zijn. “Dit biedt de nodige flexibiliteit. Verschillende configuraties zijn mogelijk, gaande van een volledig open landschap tot verschillende kantoortjes”, aldus Frederik Vaes.
STERCK. Beschikken architecten nog wel over voldoende knowhow om de techniciteit van een project te dekken?
Vaes: “Daar situeert zich inderdaad een groot probleem. Als je alleen al kijkt naar de technieken: elke dag zijn er nieuwe ontwikkelingen. Ook toepassingen veranderen voortdurend. De keuze van bouwmaterialen is oneindig waardoor we niet altijd meer in staat zijn om ieder product op zijn waarde te beoordelen. Dat heeft dan weer zijn invloed op onze aansprakelijkheid, hoewel die nu ook deels bij de aannemer komt te liggen. De Nederlandse situatie is anders: de architect is er vrijer en de aannemer beslist hoe hij het zal uitvoeren, want hij is immers de verantwoordelijke. Vroeger werd er bij een ontwerp vaak gestart vanuit materialen, onze manier van werken is geëvolueerd. Wij focussen nu op specifieke projecten, maken een volledig ontwerp en zoeken naar de meest geschikte materialen.”
BIM vraagt gedeelde verantwoordelijkheid
STERCK. Welke stappen moeten er nog gezet worden om BIM verder te laten doorgroeien?
Vaes: “BIM is voor ons geen nieuw verhaal meer, wij werkten in 2009 al met AutoCAD onder meer voor het BIKINI Berlin project aan de Kurfürstendamm in Berlijn. Afspraken over protocollen waren er nog niet, wij tekenden alles in 3D en ook de installateur maakte daar gebruik van. De verantwoordelijkheid voor het BIM-verhaal ligt nu nog te vaak bij de architect en dat is niet de bedoeling. BIM vraagt om een gedeelde verantwoordelijkheid tussen alle betrokken partijen. Aannemers moeten mee in het BIM-verhaal stappen, als architecten kunnen wij wel nog instaan voor de controle. BIM evolueert wel in de goede richting: binnen enkele jaren is dat een evidentie.”
STERCK. Hoe ervaren jullie het spanningsveld tussen het stedenbouwkundige en macro-economische verhaal?
Vaes: “Als architecten worden wij geconfronteerd met een steeds complexere wereld. Architectuur en stedenbouw waren lang twee gescheiden werelden, nu vloeien ze in elkaar over. Er is een spanningsveld tussen het stedenbouwkundige en macro-economische verhaal. Met UAU positioneren wij ons daarrtussen. Door goed te luisteren naar beide werelden creëren we opportuniteiten. Vanuit een naïviteit naar stedenbouw en het marktconforme brengen we een nieuw verhaal. Met die regisseursrol vormen we een geheel tussen de verschillende disciplines. We vullen dat graag aan met een artistieke insteek en zo creëren we een eigen markt. Grote bedrijven en multinationals pikken dat verhaal op. Vanuit een nieuw gebouw wensen ondernemers te vertellen wie ze zijn en willen ze hun medewerkers op een andere manier laten samenwerken.”
Grenzen aftasten
STERCK. Hoe kan een architectenbureau zijn performantie waarmaken in een snel veranderende wereld?
Vaes: “Ik kan daar best over oordelen vanuit UAU zelf. Wij hebben de kans gekregen om opleidingen te volgen met toonaangevende architecten. Daarnaast werken wij aan projecten met een verhaal en door de internationale context ontdek je iedere keer weer nieuwe culturen. Als partners hebben wij alle vier een andere specialisatie; voor iedere opdracht is er een partner die het traject naar zich toetrekt. Dat stelt ons in staat om een breed pallet te bespelen met zowel opdrachten voor particulieren, utiliteitsbouw, masterplanning, industriebouw, enz. Wij gaan nooit het verschil kunnen maken met een architectenbureau dat zich louter toelegt op industriebouw. Maar we kunnen wel een meerwaarde betekenen voor een klant die buiten de lijntjes wilt kleuren en een gebouw wenst buiten de standaard. Wij kijken naar de identiteit van een bedrijf en helpen bij de conceptontwikkeling tot zelfs het logo, mediacampagne en branding. Ondernemers zijn mee met ons verhaal, en ook gemeenten en steden raken steeds meer geïnteresseerd.”
Architecten worden regisseurs en createurs die samen met de aannemers onderzoek doen.
STERCK. Hoe zien toekomstbestendige ontwerpen eruit?
Vaes: “Ons motto luidt: het gaat niet om de stenen maar om het gebruik. Wij streven op dat vlak naar toekomstbestendige ontwerpen. Het nieuwe stadhuis van Leopoldsburg (zie kader) heeft bijvoorbeeld geen kolommen. Dat zorgt ervoor dat het gebouw eventueel in de toekomst een andere bestemming zou kunnen krijgen. Die opvatting maakt deel uit van ons DNA en wij vinden het als opdrachtgevers fijn om dat absorberen.”