Slim samenwerken

Tevredenheid alom bij UHasselt. Medio augustus zijn de grondwerken van het nieuwe laboratorium voor beton- en bouwonderzoek van start gegaan op het Wetenschapspark (campus Diepenbeek). “We zijn daarmee een stapje dichter bij de realisatie van het Applicatiecentrum voor Beton en Bouw, een uniek project in de Euregio voor betononderzoek én het bedrijfsleven”, zegt professor Bram Vandoren van de faculteit Industriële ingenieurswetenschappen.

STERCK. Waarom werd het Applicatiecentrum voor Beton en Bouw in het leven geroepen?

Bram Vandoren: “Het idee voor het Applicatiecentrum ontstond reeds enkele jaren geleden bij Ludo Panis (Ebema) en Stef Maas (Febe) en werd samen met hen verder uitgewerkt door de UHasselt. Hoewel Limburg de beton- en bouwprovincie bij uitstek is, ontbreekt op dit moment grootschalige onderzoeksinfrastructuur om nieuwe betonstructuren en -concepten op ware grootte te ­testen. Het Applicatiecentrum biedt hierop een antwoord door te beschikken over specifieke faciliteiten waarmee we zulke testen kunnen uitvoeren. Dat resulteert o.a. in een betere beoordeling van de sterkte van innovatieve betontoepassingen. Zo kunnen we bijvoorbeeld een prefabbetonstructuur van twee verdiepingen ­beproeven op horizontale stabiliteit. Die mogelijkheid heb je in bestaande labo’s niet. Zowel onderzoeksgroepen als bedrijven kunnen beroep doen op deze unieke testinfrastructuur. We onderzoeken ook de sterkte van innovatieve combinaties van verschillende materialen en componenten. Naast een onderzoekslaboratorium voor nieuwe beton- en bouwconcepten zal het Applicatie­centrum fungeren als centrum voor contractonderzoek en dienstverlening in tandem met de Limburgse betonindustrie. Financieel kan het Applicatiecentrum rekenen op middelen uit het grindfonds, de UHasselt en de Provincie Limburg.”

STERCK. Waarvoor kloppen bedrijven aan bij het Applicatiecentrum?

Vandoren: “Om het bouw­proces te versnellen en steeds efficiënter te laten verlopen, gaan (bouw)bedrijven op zoek naar innovatieve geïntegreerde bouwoplossingen. Wij helpen hen bij het optimaliseren van het materiaalgebruik door deze te testen op sterkte, ­stabiliteit en stijfheid. Bedrijven kunnen bij het Applicatiecentrum dus terecht voor experimentele activiteiten rond innovatieve bouwconcepten, maar ook voor computersimulaties. We hebben de afgelopen jaren heel wat expertise opgedaan door de ontwikkeling van snelle, robuuste computer­modellen voor de modellering van beton, metselwerk en houtskeletbouw.” Wat zijn praktijkvoorbeelden van innovatieve bouwconcepten? Vandoren: ”Er zijn tal van geïntegreerde prefabconcepten die meerdere bouwfuncties tegelijk vervullen, met als doelstelling het verhogen van de efficiëntie. Daarbij is het uiteraard van belang dat de verschillende functies naadloos op elkaar afgestemd zijn. Denk aan een prefabbetonwand waarbij isolatie en stabiliteit essentiële elementen zijn, of bakstenen die gelijmd worden in plaats van op traditionele wijze gevoegd.”

STERCK. Waarom ontstaat het Applicatiecentrum net op deze locatie?

Vandoren: “Er bestaat volgens mij geen betere locatie voor het nieuwe laboratorium dan middenin het hart van de Euregio. In de zone van het Wetenschapspark én in de nabijheid van de Construction Academy van de Confederatie Bouw kunnen we onze krachten bundelen en slim samenwerken.”

STERCK. Wat houdt slim samenwerken in?

Vandoren: “Het Applicatiecentrum creëert synergiën door tal van onderzoeks- en samenwerkingsactiviteiten. Enerzijds zijn we een sterke schakel tussen academisch onderzoek en het bedrijfs­leven. Dat zorgt er bijvoorbeeld voor dat de stap voor studenten naar bouwbedrijven in het kader van stages en thesissen steeds gemakkelijker wordt. De onderzoeksgroep Bouwkunde werkt ook samen met de faculteit Architectuur en kunst, IMOB en met hogescholen PXL en UCLL. Ook buiten de landsgrenzen hebben we nauw contact met tal van universiteiten en bedrijven. Anderzijds creëren we, binnen onze onderzoeksgroep, synergie tussen verschillende materialen die de basis vormen van innovatieve bouwconcepten. Ik noem het ook wel synergetisch structuurgedrag: we passen de meest geschikte materialen toe waar nodig, en we zorgen ervoor dat de samenwerking tussen de materialen zo optimaal mogelijk gebeurt.”