De maatregelen uit het zomerakkoord werden in de pers al ruim besproken. Gaan die maatregelen uw investeringsgedrag beïnvloeden? We lichten dat even toe.
Wat u reeds wist
In 2018 daalt het gewone vennootschapsbelastingtarief van 33,39% naar 29,58%. In 2020 daalt dit tarief verder naar 25%. Voor kmo’s is het nog iets gunstiger, het opklimmend tarief (wat begint met 24,98% op de eerste schijf van 25.000 euro winst) daalt naar circa 20% voor de eerste schijf van 100.000 euro winst. Aan dat verlaagd tarief zijn er wel voorwaarden verbonden. Eén voorwaarde is dat aan één bedrijfsleider een minimumloon toegekend wordt. Vandaag bedraagt dit minimumloon 36.000 euro. Vanaf volgend jaar zal dat 45.000 euro zijn. Wat nieuw is, is dat wanneer de vennootschap minder dan 45.000 euro loon uitkeert aan haar bedrijfsleider, zij een bijzondere belasting moet betalen van 10% op het tekort aan loon.
Als de kmo nieuwe investeringen aankoopt, dan kan hij gebruik maken van de investeringsaftrek. Hij mag met name een percentage van de aanschaffingswaarde aftrekken van zijn belastbare winst. Dat percentage bedroeg in 2017 8%, vanaf 2018 zal dat verhogen naar 20%.
Vanaf 2020 wordt degressief afschrijven (dubbele afschrijving op de boekwaarde) afgeschaft. Ondernemingen mogen vanaf dan enkel nog over de werkelijke periode van gebruik afschrijven.
U wil investeren, maar wanneer?
Laten we dit verduidelijken met een voorbeeld. Een kmo met 2 bedrijfsleiders (natuurlijke personen) keert aan beide bedrijfsleiders een bezoldiging uit van 36.000 euro. Het bedrijf doet het goed, de orderportefeuille groeit en verwacht eind 2017 een belastbare winst te hebben van 100.000 euro. De bedrijfsleiders beslissen op 1 oktober 2017 om de noodzakelijke nieuwe machine van 80.000 euro (om de groei te ondersteunen) te kopen. Ze schrijven de machine af op 10 jaar degressief en passen de 8% investeringsaftrek toe. De vennootschapsbelasting bedraagt, na investering, 22.290 euro. Als de vennootschap de bezoldiging van één bedrijfsleider niet verhoogd naar 45.000 euro, dan wijzigt er weinig. De vennootschapsbelasting bedraagt 20.114 euro. Maar door het tekort aan loon zal de vennootschap nog 900 euro bijkomende belastingen betalen. Als de vennootschap het loon wel verhoogt, dan ziet de situatie er al beter uit. De vennootschapsbelasting bedraagt 12.036 euro. Maar op het hoger loon is natuurlijk ook personenbelasting en sociale zekerheid verschuldigd.
Dan maar investeren in 2020?
Het vennootschapsbelastingtarief daalt verder, maar als het loon niet verhoogd wordt naar 45.000 euro ziet het er toch niet beter uit. De vennootschapsbelasting bedraagt 20.500 euro. De bijzondere aanslag 900 euro. Door de maatregelen m.b.t. investeringen, profiteert de vennootschap toch niet dadelijk van de daling van het belastingtarief.
Wat kan de vennootschap dan beter doen in 2020?
De vennootschap verhoogt het loon van één zaakvoerder en beslist niet op het einde van het jaar, maar aan het begin van het jaar te investeren. De vennootschapsbelasting bedraagt dan 13.400 euro. Er blijft nog een hoger bedrag over om af te schrijven, waardoor ook toekomstige belastingen dalen.
Wat duidelijk is, is dat een goede financiële en fiscale planning meer dan ooit noodzakelijk is om optimaal te profiteren van de nieuwe maatregelen. Nu nog even wachten op de goedgekeurde wet. Wordt vervolgd.