Ik ken ondernemers die zelf liever boterhammen met choco eten dan te moeten toegeven op de kwaliteit van hun producten. In alle eerlijkheid geldt dat voor bijna alle ondernemers die ik ken. De vereenzelving van ondernemers met hun producten is zeer groot. Hun producten zijn hun eer. Het zijn hun kinderen.
Dat beeld staat in schril contrast met dat van het ondernemerschap zoals dat werd opgehangen in een recente reportage over wantoestanden in commerciële bejaardentehuizen en de hele polemiek die daarop volgde. Het woord ‘commercieel’ was een scheldwoord in de reportage. En dat is het daarna gebleven. Laat het van meet af duidelijk zijn dat ik hier de verdediging van commerciële bejaardentehuizen niet op wil nemen. Anderen zijn beter geplaatst om hier met kennis van zaken over te debatteren. Waar ik het wel over wil hebben, is de tweede laag in deze discussie. In alles wat er over het onderwerp is verschenen, lijkt er een onderliggende boodschap schuil te gaan. Eentje die insinueert dat ondernemers maar op één ding uit zijn, namelijk winst. Alles moet wijken voor geld.
Uiteraard is het de bedoeling dat ondernemingen winst maken. Daarzonder zijn ze niet leefbaar. Maar dat betekent niet dat die winst ook het enige, of zelfs maar het hoogste doel zou zijn. De bejaardenzorgdiscussie is een voorbeeld van een veel breder probleem. Ook in vele andere debatten worden bedrijven en ondernemers als pure winstjagers gepositioneerd, vaak zelfs onbewust. Dat is niet zonder risico. Op een congres van MIT een paar weken geleden bleek het nog maar eens: een eerste en noodzakelijke voorwaarde voor een welvarende regio, is dat hij voldoende mensen vindt die een bedrijf willen starten. Op dat vlak doen we het in Vlaanderen al niet goed. Het belabberde imago dat we nog altijd aan ondernemers toedichten helpt allerminst aan die situatie.
“Zorg en winst zijn niet combineerbaar”, wordt gezegd in de reportage. Als die bewering juist is, zegt dat indirect iets over het ondernemerschap. Is ouderenzorg gewoon te arbeidsintensief en dus te duur om betaalbaar te blijven en toch winst op te leveren? Het zou kunnen. In Nederland is een verpleger erin geslaagd om een meer persoonlijke thuisverpleging aan te bieden aan een lagere kost. Er werken nu 10.000 verplegers in die organisatie. Er is veel (goeds) mogelijk als de ultieme doelstelling van een bedrijf,
het 'waarom’ van de organisatie juist zit. Het is opvallend hoe belangrijke en langlevende merken allemaal een ‘waarom’ hebben die veel verder gaat dan winst maken, of de goedkoopste zijn (zelfs voor bedrijven bij wie de (lage) kostprijs een belangrijke USP is).
Het valt niet uit te sluiten dat er, net zoals in alle andere sectoren, ook bij de woonzorginstellingen organisaties zijn die niet met de juiste ‘waarom’ werken. Misschien zijn het er daar zelfs meer dan gemiddeld. Maar we moeten opletten dat we het beeld van deze minderheid niet verheffen tot uithangbord van ondernemerschap. Dat is niet alleen niet correct, het werkt ook contraproductief. Maatschappelijk respect voor ondernemerschap is een eerste en noodzakelijke stap naar een welvarende toekomst.