Ondernemers worden vaak geconfronteerd met een (niet-)concurrentiebeding. Dat kan bijvoorbeeld in een arbeidsrelatie, zelfstandige samenwerking of bij de verkoop van een handelsfonds.
Een concurrentiebeding?
Een concurrentiebeding is een bepaling waarbij een partij zich verplicht t.o.v. de andere partij om hem niet te beconcurreren. Hoewel de vrijheid van ondernemen een belangrijk principe is, wordt aanvaard dat deze vrijheid contractueel beperkt kan worden. Dit is echter een fragiele evenwichtsoefening, aangezien een concurrentiebeding er nooit toe mag leiden dat de ondernemingsvrijheid van een partij fundamenteel wordt aangetast.
Welke voorwaarden kent het concurrentiebeding?
Een concurrentiebeding dient beperkt te zijn in tijd, ruimte en activiteit:
- 1. Beperkt tot de tijd die noodzakelijk is voor het beoogde doel. U dient een exact aantal maanden of jaren te bepalen. Dit mag niet overmatig zijn.
- 2. Beperkt tot een exact omlijnde regio die qua omvang redelijk is in het licht van de omstandigheden. U dient een stad, provincie of exacte omgeving te bepalen. Niet zomaar het gehele land (tenzij in uitzonderlijke gevallen).
- 3. Enkel activiteiten uitsluiten die rechtstreeks concurrerend zijn. Het beding moet betrekking hebben op gelijkaardige activiteiten in dezelfde sector.
Wat bij schending van de voorwaarden?
Indien een van de voorwaarden niet is nageleefd, kan de rechter het concurrentiebeding matigen (bv. tijd of ruimte beperken tot wat redelijk is) voor zover partijen deze mogelijkheid uitdrukkelijk in hun overeenkomst hebben voorzien. Let wel, voor een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst geldt dit niet; bij schending van (een van) de voorwaarden is het beding automatisch nietig. Het blijft dus van groot belang om uw concurrentiebeding duidelijk af te bakenen in tijd, ruimte en activiteit.