Naar aanleiding van het zomerakkoord 2017 zijn er sinds het begin van het nieuwe jaar een aantal belangrijke wijzigingen in de Belgische fiscale wetgeving.
Verlaging tarief vennootschapsbelasting
Belangrijk is uiteraard de verlaging van de tarieven. In 2018 gelden de volgende tarieven :
- 29,58% is het normale tarief voor niet-kmo vennootschappen en kmo vennootschappen die niet aan de voorwaarden van het verlaagd tarief voldoen.
- 20,40% is het verlaagd tarief voor kmo vennootschappen die aan de voorwaarden van het verlaagd tarief voldoen. Dit tarief geldt op een winst tot 100.000 euro. Winsten boven 100.000 euro zullen belast worden aan het normale tarief van 29,58%.
Het verschil in tarief tussen het normale en het verlaagd tarief is uitzonderlijk groot in 2018. Voor een onderneming met 100.000 euro winst bedraagt het verschil in belastingen meer dan 9.000 euro.
Elke onderneming die in aanmerking kan komen voor het verlaagd tarief heeft er alle belang bij om te trachten aan alle voorwaarden te voldoen.
Verhoging minimum bezoldiging bedrijfsleiders
Eén van de voorwaarden om het verlaagd tarief te genieten is de minimum bezoldiging. Tot eind 2017 diende de vennootschap aan één van haar bedrijfsleiders 36.000 euro bruto bezoldiging toe te kennen. Indien het belastbaar inkomen van de vennootschap lager was dan 36.000 euro moest de bezoldiging van de bedrijfsleider minstens gelijk zijn aan het belastbaar inkomen. Vanaf 2018 bedraagt de minimum bezoldiging 45.000 euro.
In praktijk komt het voor dat één bedrijfsleider in verschillende (verbonden) vennootschappen een mandaat uitoefent. Om te vermijden dat de bedrijfsleider in elk van de (verbonden) vennootschappen 45.000 euro bezoldiging zou moeten opnemen volstaat het dat de totale bezoldiging in de verschillende vennootschappen samen 75.000 euro bedraagt.
Boete bij niet toekennen minimum bezoldiging
Volledig nieuw is de afzonderlijke aanslag indien vennootschappen niet de minimum bezoldiging van 45.000 euro toekennen aan een bedrijfsleider. Op het verschil tussen 45.000 euro en de werkelijk toegekende bezoldiging is dit jaar 5% boete verschuldigd. Deze bijzondere aanslag is een aftrekbare beroepskost voor de vennootschap.
Extra voorwaarde meerwaarden op aandelen
Meerwaarden die een vennootschap realiseert op de verkoop van aandelen zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting op voorwaarde dat zij minstens 1 jaar in het bezit zijn en op voorwaarde dat de participatie niet gevestigd is in een belastingparadijs. Vanaf 2018 moet daarenboven de participatie minstens 10% of 2.500.000 euro bedragen om nog te kunnen genieten van de vrijstelling op de meerwaarde bij verkoop. Dit is niet altijd vanzelfsprekend. Indien de afwijking beperkt is, kan men trachten de participatie te verhogen tot 10%. Indien het echter gaat om beleggingen in beursgenoteerde vennootschappen is deze voorwaarde quasi onmogelijk te vervullen en betekent dit de belastbaarheid van elke meerwaarde.
Aftrek voor risicokapitaal
De laatste jaren werd het belang van de aftrek voor risicokapitaal al fel ingeperkt door de steeds dalende percentages. Vanaf 2018 is deze aftrekmogelijkheid op sterven na dood.
Investeringsaftrek
De gewone investeringsaftrek maakt dit jaar zijn echte comeback bij KMO-vennootschappen en eenmanszaken. Investeringen genieten in 2018 en 2019 uitzonderlijk van een investeringsaftrek van 20%. Deze tijdelijke verhoging kan bij grote investeringsprojecten tot enorme belastingbesparingen leiden.
Voorafbetalingen vennootschapsbelasting
Wanneer een vennootschap onvoldoende voorafbetalingen doet, is zij een belastingvermeerdering verschuldigd. Deze vermeerdering is gestegen tot 6,75%. Tijdig en voldoende vooraf betalen is de boodschap.