Karel Henckens timmert vanuit de Limburgse Maasvallei met Aldeneyck al bijna twintig jaar aan een reeks van topwijnen die brede waardering krijgen. Het gebied werd recent officieel erkend als de eerste grensoverschrijdende appellatie in Europa. Jef Cornelissen leidt sinds enkele jaren als zesde generatie Brouwerij Cornelissen in Opitter. Hij hertekende grondig het aanbod en de strategie en ziet de export exponentieel groeien. Beide Limburgse kwaliteitsproducten kapen op prestigieuze wedstrijden de ene na de andere medaille weg. Een dubbelinterview met twee Limburgse topambassadeurs van de goede smaak.
Karel Henckens groeide op in Maaseik tussen de appels en peren van het familiale fruitbedrijf. Het was voor hem vanzelfsprekend om dat met veel overgave verder te zetten. “Maar het fruit verdween in de massa op de veiling en zo verloor je ook veel voeling”, legt hij uit. “In het wijnbouwen vonden mijn echtgenote en ik de meerwaarde die we zochten. We hebben Wijndomein Aldeneyck vanaf eind jaren negentig stap voor stap opgebouwd in een uniek terroir dat nog steeds de kwaliteitsbasis is. Door de Maas en de grindplassen is de Limburgse Maasvallei het droogste en warmste gebied van de Benelux. Als wijnboer ben je 100% afhankelijk van de wijngaard, van het klimaat en van de bodem. Uiteraard moeten de druiven van topkwaliteit zijn en net deze kiezelbodem geeft een rijke wijnstijl. En vervolgens moet je dat ook commercialiseren. Daar is Jef ook ontzettend veel mee bezig. Pas als je ook ondernemend succesvol bent, valt de puzzel in elkaar. Dat geheel is bijzonder boeiend en daar doe ik het voor.”
STERCK. Jullie eerste planting dateert van 2002?
Karel Henckens: “We zijn toen gestart met Pinot Blanc, en daarna verdergegaan met Pinot Gris en Pinot Noir. Nu zijn daar nog Chardonnay en Riesling bijgekomen. Met die vijf rassen is het genoeg voor mij. Zo blijft de marketing heel krachtig. Anders wordt het assortiment te groot. Het zijn de meest voorkomende rassen voor wijnbouw in Noordelijk Europa. Dankzij onze kiezelbodem kunnen wij ons onderscheiden met de smaak én die frisheid in onze wijnen behouden. In de gangbare Zuidelijke wijngebieden wordt het moeilijker omdat het daar te warm wordt. De zuurtjes vormen de ruggengraat van de meeste wijnen en die kunnen we hier haast cultiveren en op een voetstuk zetten.
Wij zaten in een straal van 30 kilometer rond de kerktoren, nu zitten we wereldwijd.
We zijn als klein familiebedrijf langzaam gegroeid, zeker in vergelijking met Jef zijn bedrijf. Uitbreiding is heel grondgebonden. We kunnen dus niet gigantisch groot worden. Waar we wel in kunnen uitbreiden, is in kwaliteit. Hoe ouder de wijnstokken worden, hoe meer maturiteit ze hebben en gemakkelijker het wordt om dit niveau te handhaven en zelfs te verbeteren. Daar willen we op inzetten. Onze wijnen zijn net iets duurder. Ons doelpubliek ligt ook meer in de niche. We moeten nog steeds ons uiterste best doen om mensen te overtuigen om iets meer te betalen voor een kwaliteitswijn uit eigen land. Maar we hebben een zeer vast en trouw cliënteel van mensen die op zoek gaan naar wijnen met dat tikkeltje meer. Met een verhaal erachter ook. Dat is een deel van ons succes.
Met een oppervlakte van 10 hectare realiseren we nu een jaarlijkse productie van 75.000 flessen. Vaak hebben we een tekort. Vorig jaar moesten we nog sluiten voor particulieren. Dat is frustrerend, maar we moeten de groothandel en restaurants kunnen blijven beleveren. Je kan wat groter of wat duurder worden, maar dat is een moeilijke evenwichtsoefening. Ook bij de wijn trouwens. Alle wijngaardwerkzaamheden die we doen, zijn rechtstreeks verbonden aan die smaak. We zijn daar heel fanatiek mee bezig.”
Zesde generatie
Jef Cornelissen: “Het familieverhaal van Karel komt heel herkenbaar over. Onze familie is al sinds de jaren 1800 bier aan het brouwen. Sinds 1859 in Opitter. Ik vertegenwoordig de zesde generatie. Zelf heb ik in Leuven marketing en handelswetenschappen gestudeerd. Tijdens mijn jeugdjaren heb ik als vakantiewerker in alle geledingen van de brouwerij gewerkt. Van leveringen tot de afvullijn. Na mijn studies ben ik in 2004 uit eigen beweging in de brouwerij gestapt. Op 10 jaar heb veel ik gezien, kunnen luisteren, voelen en proeven.
Sinds 2014 heeft mijn vader, Jef Cornelissen senior, een stap achteruitgezet en heb ik de leiding van het bedrijf. We zijn volop bezig met de branding, het structureren, markten in kaart brengen, … Eigenlijk is het een volledige herorganisatie van de brouwerij. De markt zit nu helemaal anders in elkaar dan tien jaar geleden en we moeten ons als organisatie daarop aanpassen. De mensen en structuren zoeken die daarvoor nodig zijn. Naast ons vernieuwde pilsbier Pax Pils zetten we sterker dan ooit in op onze speciaalbieren. Export wordt daarbij steeds belangrijker. We hebben voldoende capaciteit en op de buitenlandse markt is er nog veel vraag waarop we ons aanbod kunnen afstemmen. Daarbij kunnen we ons familiale karakter van zes generaties Cornelissen en de ambacht die in onze vingers zit uitspelen. We hebben nu een duidelijke visie. En alles wat we doen, toetsen we daaraan af.”
Pils, het bier dat het minste gewaardeerd wordt, is het moeilijkste om te maken.
Ambacht
STERCK. Jullie werken beiden met een ambachtelijk natuurproduct?
Cornelissen: “Water halen we uit de grond. Dat loopt vanuit Maastricht naar onze regio en zal dus waarschijnlijk ook ergens in Maaseik passeren. Het is kwalitatief heel constant water dat zelfs beter is dan dat van de meeste Belgische bronnen. Zeer goed om pils mee te maken, en dus zeker goed voor speciaalbieren. De grondstoffen zoals mout en hop bestellen we bij leveranciers. Afhankelijk van het type bier kunnen we daar een beetje mee spelen. We werken volgens een ambachtelijk proces dat geïndustrialiseerd is. De hopoogst evolueert trouwens van jaar tot jaar, maar je bier moet wel stabiel blijven.”
Henckens: “De stijl van onze wijn moet ook elk jaar hetzelfde zijn, al heeft elke jaargang wel zijn kleine nuances. Maar de zuren zijn altijd min of meer dezelfde, daar werken we naartoe. We kunnen ons misschien iets meer permitteren dan bij bier. Maar in een erg slecht druivenjaar kunnen we natuurlijk niet ineens een heel ander product hebben. Onze vluchtweg is dan richting mousserende wijnen omdat die niet zo’n hoge rijpheidsgraad nodig hebben. Tot nu toe hebben we enkel in 2010 zo’n jaar gehad. De essentie van een wijn komt in de wijngaard tot stand. We zijn er ontzettend fanatiek in om die druif op een zo goed mogelijke manier naar die wijnmakerij te brengen door tijdig te snoeien, de wijnranken tot in de kleinste details te verzorgen, … Daar kruipt gigantisch veel energie in. Net als een bierbrouwerij kunnen we ons onderscheiden door de smaak, dat is onze sterkte.”
Cornelissen: “Onze gist is bijvoorbeeld al tientallen jaren in ons bedrijf aanwezig en wordt regelmatig overgeënt en onder meer bewaard bij de universiteit. Het is de identiteit van ons product. Bierkenners herkennen daaraan een bier dat van Cornelissen komt. We leggen meer en meer de nadruk op die ambacht. Kwaliteit staat nog meer dan vroeger centraal. Sommige brouwers kopen gewoon hun gist bij hun leverancier.”
Jef Cornelissen
Jef Cornelissen hertekende bij de familiale brouwerij Cornelissen het huismerk Pax Pils tot een paradepaardje dat gerenommeerde prijzen wint. Daarnaast verovert het nu met zijn nieuwe en vernieuwde speciaalbieren een stukje van de markt in Rusland, China en Azië. Daarmee groeit de brouwerij tegen trend van dalend bierverbruik in.
STERCK. Traditie en de nieuwste technologieën gaan bij jullie beiden hand in hand?
Cornelissen: “We werken met een goede mix van traditionele machines en de nieuwste technieken en fijne afstellingen. Het zit soms in kleine zaken. Onze Pax Pils is nog altijd het meest verkochte product van onze brouwerij, maar viel niet bij iedereen even goed in de smaak. Dat stoorde mij enorm. We hebben daarom hard aan de formule gesleuteld. Gekeken naar samenstelling, productieproces, … en het bier helemaal binnenste buiten gedraaid. Pax Pils is nu een totaal ander bier dan twee jaar geleden. De doorsnee consument merkt daar minder van, maar op de gerenommeerde World Beer Awards is het uitgeroepen tot de beste pils van België. Het is heel fijn om die externe waardering te krijgen voor alle energie die we erin staken. Een extra kwaliteitslabel dat ons merk ondersteunt.”
Henckens: “Kwaliteitsverbetering is voor ons een samenspel van verschillende factoren, maar uiteindelijk altijd afhankelijk van de terroir. Hoe ouder de wijnstok is, hoe dieper de wortel in de grond gaat en hoe verfijnder en geconcentreerder de smaak uiteindelijk gaat worden. We laten ons ook nog steeds begeleiden door een aantal gerenommeerde oenologen die ons klankbord zijn. Ik weet intussen wel waar de klepel hangt, maar meten is weten. Ook wij combineren zeer moderne technieken op het vlak van vinificatie met ambachtelijke zaken zoals rijping op eikenhouten vaten. Dat kan je moeilijk nabootsen, al doen sommigen dat wel op industriële schaal. Met onze werkwijze krijg je kleine fijne nuances in de smaak. Maar we cultiveren wel onze eigen stijl van de Maasvallei, zeker nu met de eigen erkende appellatie Maasvallei. Wijn is beleving en dat moet je ook uitdragen.”
Buitenland
STERCK. Hoe belangrijk is export voor jullie?
Henckens: “Twintig procent van onze productie gaat naar Nederland, een klein beetje naar Duitsland. Samen met Joyce van Rennes van Genoels-Elderen en Jeanette van Bon Baron uit Lustin hebben we op de beroemde London Wine Fair het Verenigd Koninkrijk verkend. Interessant om ons prijsniveau in te schatten. 95 procent van de mensen drinkt wijnen die goedkoper zijn dan de onze. Hoe kunnen we dat segment vergroten? Er zijn nu 350 tot 400 hectare wijngaarden in ons land en dat gaat groeien naar 1.000 hectare. Maar dat is nog steeds heel weinig en is geen concurrentie met nieuwe wereldlanden zoals Chili en Australië. Dat zijn industriële wijnen, een totaal ander verhaal dat niets te maken heeft met ons product. We willen werken voor een klein segment van mensen die echt gaan voor die fijne smaaknuances. De gastronomie helpt ons daar enorm bij. Bier wordt trouwens ook steeds meer in het culinaire verhaal meegenomen.”
Cornelissen: “Als je jong bent en ambitie hebt met een bedrijf als het onze dat nog maar een derde van de productiemogelijkheid benut ... Waarom zou je dan geen groei ambiëren? En die zit jammer genoeg niet in West-Europa. Hier wordt steeds minder bier gedronken. We hebben nu een aantal goede stappen gezet in China, Azië en Rusland. Vroeger was ik nog parttime met het buitenland bezig, maar sinds een aantal jaar hebben we een exportmanager die daarin gespecialiseerd is. De juiste mensen op de juiste plaats, dat werkt.”
Ik ben en blijf een wijnboer die op het land moet kunnen werken en met de seizoenen leeft.
Henckens: “Ik vind het fenomenaal dat je die stap zet naar de rest van de wereld en dat je ook al die zaken kan delegeren. Op dat vlak ben ik misschien minder een teamspeler. Mijn vrouw en ik vormen bij de ontbijttafel het dagelijks managementteam (lacht.) Ik zou ook meer handelaar kunnen worden, zoals mensen die een product aankopen en daarmee aan de slag gaan. Maar dan ben ik geen wijnboer meer en dat is niet mijn model. Ik ben en blijf een wijnboer die op het land moet kunnen werken en met de seizoenen leeft. Dat is voor mij het mooiste dat er is. Je kan er in het allerbeste geval je rekeningen mee betalen en eventueel goed van leven, maar het zal altijd hard werken zijn.”
Cornelissen: “Bij Karel was het een keuze om het fruitbedrijf om te bouwen tot een gerenommeerd wijndomein. Ik ben in het verhaal van de familie gestapt dat er al stond en krijg nu ook de kans om er mijn ding van te maken en een stempel op te drukken. Mijn verhaal is pas begonnen. We zijn volledig aan het transformeren van lokaal naar meer internationaal en van pils naar exclusieve speciaalbieren. Maar wel met respect en bewaking van onze merken. Niet alles moet wijken voor export. Pils is trouwens nog steeds goed voor 60 procent van ons totale volume. Ooit was dat bijna 100%.
We hebben nu bijvoorbeeld ook een IPA, een zogenaamde Indian Pale Ale. Het is een heel bitter bier dat trendy maar tegelijk erg niche is. Het is volledig voor de export bestemd. Als we in de regio van Bangkok, Vietnam en Thailand een paar druppels kunnen verkopen, dan moeten we hier morgen een nieuwe hal bijzetten. Dat is het mooie aan export. Wij zaten in een straal van 30 kilometer rond de kerktoren. Nu zitten we wereldwijd en kunnen we overal een graantje meepikken. En dat aan de prijs en de kwaliteit zoals wij dat willen. Ons verhaal van zes generaties willen we zo wereldwijd delen. Wat Karel in dit land doet, doen wij in het buitenland: we proberen ons daar in een hogere niche te etaleren en dan zie je dat de consument Belgisch bier toch als een exclusief product gaat beschouwen.”
Henckens: “Dat heb ik zelfs gevoeld op de Wine Fair in Londen. Kenners stoefen daar echt over de Belgische bieren. Ze hebben wereldwijd naam en faam. Voor onze wijn spelen we dat Belgische niet specifiek uit en trekken we voor 100 procent de kaart van de appellatie Maasvallei Limburg. Maar voor de mousserende wijnen zijn we met de Belgische overkoepelende vereniging wel aan het kijken hoe we het Belgische kwaliteitslabel van onder andere chocolade op onze mousserende wijn kunnen projecteren. Je hebt cava, champagne, prosecco, sekt, … Er moet in België ook zo’n goede korte naam gevonden worden.”
Karel Henckens
De kwaliteitswijnen van Aldeneyck staan aan de top in België en kunnen zich meten met gerenommeerde buitenlandse namen. Karel Henckens wist een stabiel en meermaals bekroond wijnmerk uit te bouwen met de rassen Pinot Blanc, Pinot Gris, Pinot Noir, Chardonnay en Riesling.
Kwetsbaar
STERCK. Doordat jullie met voeding werken, hebben jullie ook een heel kwetsbaar product?
Cornelissen: “Dat mag je niet onderschatten. We hebben kilometers gelaste leidingen. Er mag niets foutlopen, de klant gaat dat meteen proeven. We krijgen te maken met tracebility van alle grondstoffen en strenge HACCP-normen. Je kan je geen enkele fout permitteren. Pils is trouwens een van de moeilijkste producten om te maken. Er zijn in België nog maar tien pilsbrouwerijen die op continue basis goede pils kunnen maken. Je moet alle aspecten van het proces tot in de details beheersen. Een speciaalbier maken is gemakkelijker. Het bier dat het minste wordt gewaardeerd, is dus het moeilijkste om te maken.”
Henckens: “Voor een bakker wiens baksel mislukt is het erg, maar hij kan opnieuw beginnen. Met onze volumes kunnen we ons geen fout permitteren. Er is maar één oogst. En je kan geen 75.000 flessen weggooien. Kwaliteit is iets waar je je mee kan onderscheiden. Vroeger kwamen mensen binnen om eens te kijken wat de Belgische wijnen voorstellen. Nu komen ze om de nieuwe jaargang te ontdekken. Dat is een positieve evolutie. Het gaat om die kleine nuances die een jaargang interessant maken. Jef gaat daar met zijn speciale bieren een eind in op weg. Het lokale ambachtelijke speelt terug meer en meer een rol. Mensen zoeken dat verhaal op.”
Internationale weerklank
STERCK. Wat is jullie grootste uitdaging op korte termijn?
Henckens: “Export is voor mij niet echt een doel. Ik wil kwalitatief nog verder groeien en op hoog niveau scoren. Ik voel dat we met onze appellatie internationaal weerklank krijgen. Het is zelfs de eerste echte grensoverschrijdende appellatie in Europa. De grens van een terroir stopt niet aan een landsgrens. Aan de andere kant van de Maas heb je dezelfde kiezel en hetzelfde klimaat. Als je bij de club wil horen, is een wijnappellatie een vereiste. Verder zou het leuk zijn om in Londen nog in een aantal gerenommeerde restaurants op de kaart te komen.”
Cornelissen: “Voor mij is het belangrijk om elke dag te doen wat ik graag doe. Om nationale en internationale groei te continueren. We gaan nog heel wat plannen uitvouwen en nieuwe markten aanboren. Onze internationale groei bestendigen en onze ranking in de Belgische bierwereld verbeteren. Dat is een mooi doel. Het wordt er niet gemakkelijker op. Voor het tweede jaar op rij wordt er minder bier gedronken en de concurrentie zit niet stil. Maar we hebben nu een heel mooi aanbod waar we voor 200% achter staan.”
De essentie van een wijn komt in de wijngaard tot stand.
Henckens: “Voor mij is de liefde voor de wijn en de wijngaard essentieel. Als ik tussen mijn vaten loop en die geur opsnuif … dat kruipt mij ’s morgens in mijn neus. Dat aardse samen met die wijn in wording. Het proeven, dat naast labo-analyse heel belangrijk is. En dan voel ik mij een rijk mens. Het is mooi dat ik dit mag doen in mijn leven.”