Hoe ziet de baas van een start-up eruit? Als een jonge twintiger, al dan niet met diploma, in een gescheurde jeans of korte broek? Of als een computernerd achter abnormaal veel computerschermen, als ie echt beloftevol moet zijn?
Wel, het blijkt een vooroordeel. Het beeld van de succesvolle 20-jarige start-up-ondernemer is een leugen. Het zijn niet mijn woorden, maar die van MIT Sloan professor Pierre Azoulay en PhD student Daniel Kim. Onze maatschappij in het algemeen, en investeerders in het bijzonder, schijnen inderdaad te denken dat de meest succesvolle start-ups komen van jonge mensen. Nieuw cijfermateriaal van stichters van groei-georiënteerde start-ups in de VS toont echter een heel ander beeld. De succesvolste ondernemers zijn niet jong. De leeftijd van de oprichters van de 1% snelste groeiers is gemiddeld zelf 45 jaar. De onderzoekers halen de bredere ervaring, een stevigere financiële basis en een goed netwerk aan als belangrijkste verklaringen voor dit onverwacht resultaat. Vooral die ervaring is een interessante. Uit dezelfde studie blijkt dat heel wat succesvolle ‘oudere’ starters al werkten in de sector voor ze hun eigen bedrijf startten.
Steve Jobs en Bill Gates zijn dus succesvolle uitzonderingen? Zelfs dat niet, zo blijkt. Want de bedrijven van beide heren kregen een ongelooflijk sterke piek in hun waarde … toen ze de middelbare leeftijd bereikten.
Toegegeven, de studie baseert zich op Amerikaanse cijfers. Maar er is weinig reden om aan te nemen dat de resultaten hier wezenlijk anders zouden liggen. Ze strookt ook met de ervaring die we uit onze eigen praktijk halen. Op basis van die ervaring zie ik nog een bijkomende verklaring voor het succes van de oudere ondernemer: meer dan zijn veel jongere collega’s weet hij vaker wat zijn sterktes zijn en waar hij hulp van anderen kan gebruiken. Zicht op de markt, zicht op de organisatie, maar ook zicht op zichzelf.
We kunnen drie belangrijke conclusies trekken uit dat inzicht. Ten eerste is het nuttig om jongere ondernemers aan de inzichten te helpen die anders pas met de jaren komen. Dat versnelt de groei. Precies daarom is het belangrijk dat ondernemerschap een plaats krijgt in ons onderwijs. Ook in die zo belangrijke eerste jaren. Daarnaast moeten we vaststellen dat het verschil tussen een goede en een geweldige ondernemer niet schuilt in ruwe kennis, maar in inzicht. Het tragische is dat onze maatschappij vandaag nog altijd te veel inzet op het eerste en te weinig op het tweede. Maar misschien nog het belangrijkst, is dit ook een oproep aan elk veertigplus-ondernemer om het gaspedaal extra in te drukken, eerder dan in ‘cruise-modus’ te gaan. ‘The best’ is vrij letterlijk ‘yet to come’. Dat is echter geen vrijgeleide voor jongere ondernemers. Zij moeten bouwen aan inzicht en wijs worden voor hun jaren.