Er zijn weinig families die een goed beeld van hun vermogen hebben, laat staan van het rendement dat ze uit dat vermogen halen. En lang niet alle ondernemers kunnen een uitspraak doen over de reële waarde van hun bedrijf. "Je kan niet tijdig genoeg beginnen om je vermogen goed te structureren over de verschillende onderdelen heen”, zegt Jan Maurissen, eigenaar bij Van Havermaet.
TIP 1. Zorg voor overzicht over je volledige vermogen
Maurissen: “Voor ondernemers bestaat vermogen over het algemeen uit drie grote blokken: kapitaal in de onderneming, vastgoed en tenslotte de beleggingen met een uitloper naar aanvullende pensioenen. Voor veel ondernemers is de waarde van hun bedrijf het belangrijkste onderdeel van hun vermogen. Maar de reële waarde van dat bedrijf is niet altijd duidelijk. Bij vastgoed heeft men meestal wel een gevoel van waarde, maar ook niet van het rendement. De verdoken kosten van vastgoed zijn niet altijd even helder. Met het derde luik van vermogen, de beleggingen, is dat relatief eenvoudiger.
Momenteel hebben de verschillende partijen in de markt zoals de accountant, de privat banker en soms de advocaat geen overzicht over het geheel. Ze zijn bezig met hun specifieke onderdeel. Maar bepaalde partijen zijn zich wel aan het organiseren om die globale rol in de toekomst op te nemen. We bouwen bij Van Havermaet bijvoorbeeld een portaal, een soort persoonlijke website per klant, waar heel hun vermogen in beeld komt. We kijken in welke mate we daarin nieuwe technologieën kunnen integreren. Ook de nieuwe regelgeving die voor meer openheid zorgt, gaat daarbij helpen. Zo komen we tot een gestructureerde aanpak voor het hele vermogen. Dat noemt men 'asset allocation in the large' in plaats van 'in the small'.
Je kan bijvoorbeeld een waarde-indicatie van al het onroerend goed maken, en automatisch ook alle kosten van dat vastgoed aan het juiste gebouw toekennen. Je kan zelfs data laten voorspellen wat de toekomstige kosten zullen zijn, zoals een verwarmingsketel die binnen twee jaar moet vervangen worden. Zo kan je een totaal nettorendement van vastgoed berekenen na belastingen. Idem voor beleggingen. Men kan het rendement per bank wel inschatten, maar heeft geen geconsolideerd overzicht over alle banken of vermogensbeheerders heen.
Pas als je het rendement van de drie grote vermogensbestanddelen kent en naast elkaar legt, krijg je een goed overzicht en kan je juiste beslissingen nemen. Mensen beseffen vandaag vaak niet welk rendement ze halen ten opzichte van het risico dat ze lopen.
Ik ben altijd verrast als ik met collega-kantoren spreek dat ze nog steeds bezig zijn met dat bedrijfsvermogen, met die onderneming laten groeien en daarin financieel en fiscaal advies te geven. Maar ze zijn niet bezig met wat de impact daarvan is op het familievermogen in vergelijking met de andere vermogensbestanddelen. Ik roep mijn collega-accountants op om daar alert voor te zijn. Er zullen immers ook andere partijen in de markt komen die zich daarop gaan toeleggen.”
“Een family office is een persoon of groep die het vermogen van een familie mee aanstuurt”, legt Jan Maurissen uit. “Hij of zij fungeert als tussenpersoon naar de vermogensbeheerder toe, beheert het vastgoed, heeft de controle en geeft inzicht aan de familie voor het beheer van het vermogen. Families met een vermogen van twintig, vijfitg of meer miljoen euro, kunnen gemakkelijk iemand inhuren die honderd procent voor hen werkt en enkel met hun vermogen bezig is. Zo’n persoon neemt ook tal van administratieve taken uit handen. Tegenwoordig zie je echter ook meer multi family offices waarbij iemand het vermogensbeheer voor meerdere families tegelijk gaat doen. Op die manier wordt een dergelijke structuur ook toegankelijk voor minder grote vermogens. Tal van nieuwe partijen zoals accountancykantoren, advocaten en privat bankers gaan die rol op zich nemen en er ontstaat een heel nieuwe markt voor dit soort structuren.”
TIP 2. Zorg dat niet al je geld in je bedrijf zit
Jan Maurissen: “We raden klanten altijd aan om hun vermogen niet alleen in hun bedrijf te steken. Dat heeft met risicoafscherming te maken, maar ook met je vrijheid van handelen. Stel dat je in een opvolgingsscenario terechtkomt. Dan wil je als eigenaar wellicht een deel van je kapitaal te gelde maken. De kinderen moeten dus kopen. Maar als er geen vermogen buiten het bedrijf gestructureerd is, bestaat de kans dat je jezelf en/of het bedrijf gaat blokkeren. De kinderen moeten een financiering bij de bank aangaan. Meestal financiert de bank tot vijftig procent van de waarde van het bedrijf voor een periode van zeven jaar. De kinderen moeten dan ook nog eigen middelen hebben of de ouders uitgesteld gaan betalen. En tegelijk moeten ze op zeven jaar tijd de financiering terugbetalen aan de bank. Het gros van de winst van het bedrijf zal daarvoor nodig zijn. Op die manier kan je het bedrijf niet ten volle laten groeien. Dat is in de praktijk dikwijls een probleem voor een groeibedrijf.”
STERCK. Terwijl net een groeibedrijf extra geld nodig heeft?
Maurissen: “De meest interessante bedrijven zijn vaak deze waar de ouders 55 jaar of ouder zijn. Meestal zijn dat goed gerunde bedrijven waar weinig financiering tegenover staat en waar nog veel cash in het bedrijf aanwezig is. Die mensen hebben niet altijd meer de drive van iemand van 35 jaar en zien soms niet alle nieuwe mogelijkheden. De kinderen die overnemen zien wel veel opportuniteiten en zorgen voor een vernieuwde drive. Maar als er geen vermogen opgebouwd is naast het bedrijf, belemmer je dus de groei.”
Ik vind het zeker zo belangrijk om geld buiten het bedrijf te brengen in het kader van een mogelijke opvolging.
STERCK. Men moet ook vaak met meerdere kinderen een regeling treffen?
Maurissen: “Als de ouders het bedrijf tegen een gunstige prijs aan hun kind willen laten, moeten de andere kinderen gecompenseerd worden. Met welke middelen? Ofwel komt dat geld van de ouders, ofwel moet ook dat gefinancierd worden. Vandaar dat opvolging binnen familiebedrijven continu druk legt op de financiële gezondheid van het bedrijf. Tenzij er voldoende vermogen is opgebouwd naast het bedrijf, waardoor er een groter comfortgevoel is. Het is heel belangrijk om daar tijdig aandacht aan te besteden. Men zet geld vaak buiten het bedrijf omwille van risicoafscherming moest het failliet gaan. Maar ik vind het zeker zo belangrijk om geld buiten het bedrijf te brengen in het kader van een mogelijke opvolging. Dat hoeft niet privé te zijn en kan bijvoorbeeld ook via dividendenstromen en andere vennootschappen zoals immo-vennootschappen, holdings en managementvennootschappen.”
TIP 3. Brengt mijn bedrijf wel voldoende rendement op?
Jan Maurissen: “Veel mensen ondernemen met veel passie en vuur. Maar kijken ze regelmatig eens hoeveel hun bedrijf waard is? Niet hoeveel het geïnvesteerde vermogen of eigen vermogen bedraagt. Maar wel welke prijs je zou krijgen als je het zou verkopen? Om dan vervolgens te berekenen hoeveel rendement ze uit hun bedrijf halen? En of dat in verhouding staat tot de waarde van het bedrijf? Als dat niet in verhouding is, kan het zijn dat ze een slechte investering aan het doen zijn. Wie op de beurs belegt en gemiddeld zes à zeven procent rendement realiseert, mag verwachten dat zijn bedrijf meer rendement biedt dan dat percentage. Anders is men mogelijks slecht aan het investeren met het familiekapitaal. Die oefening wordt maar zelden gedaan, ook niet als het bedrijf overgaat naar de kinderen. Je moet nochtans een financieel gezond bedrijf overdragen dat nog veel potentieel en groeimogelijkheden heeft."
Jan Maurissen: “Nogal wat mensen willen een bepaald bedrag op hun bankrekening hebben staan voor een zorgeloze oude dag. Maar ze kunnen dat vaak niet vertalen naar de realiteit. Slechts weinigen weten wat hun uitgavepatroon is op jaarbasis. Een gedeelte loopt via de vennootschap zoals de bedrijfswagen, bepaalde onkosten … En het is moeilijk om te voorspellen hoeveel je nodig hebt om 90 of 95 jaar te worden. De mens wordt nog elk jaar gemiddeld drie maanden ouder. Naarmate men langer leeft, heeft men meer kapitaal nodig. Hoeveel langer moet je werken om dat op te bouwen? Dat inzicht ontbreekt vaak. Technologie gaat ons daar meer en meer in helpen om dit in kaart te brengen.”
STERCK. De waardebepaling is een moeilijke oefening?
Maurissen: “Dat is vaak het moeilijkste facet in de overdracht. Je zit soms met tegenstrijdige belangen. De leiding doorgeven aan (één van de) kinderen is meestal geen probleem. Je ziet wie bekwaam genoeg is om die te nemen. Maar dan moet je een waarde plakken op het bedrijf. Je hebt andere kinderen die misschien niet in het bedrijf blijven, de ouders die eventueel nog verwachtingen hebben, …
Als je een waardering wil doen moet je eerst een duidelijke toekomstvisie hebben. En je moet kijken of het resultaat wel juist weergegeven is in de balans. In de meeste gevallen moet je eerst gaan normaliseren. Vaak wordt er een laag loon opgenomen, zijn de huurkosten niet volledig juist, … dat groeit historisch zo. Je moet het eerst eens zijn over de normalisaties en pas dan kan je een uitspraak doen over de waarde. Daar zijn technieken voor en daar geraak je wel uit. Maar die waarde is dan nog niet noodzakelijk de prijs. Als ik een bepaalde waarde uitspreek, is de prijs mogelijk anders bij een verkoop aan kinderen dan bij een verkoop aan derden. En hoe ga je daarmee om als je verschillende kinderen hebt? Je wil ook niet dat degene die het risico pakt en het bedrijf doorzet de hoogste prijs gaat betalen. Dat soort subjectieve criteria maken de overdracht van een familiebedrijf veel moeilijker. Voor veel ouders is het een droom dat hun verhaal verder wordt gezet door hun kinderen. Er is voor hen niets mooiers. Dan wordt het cijfermateriaal minder belangrijk. Waar hecht je het meest belang aan? Emotie of cijfers? Dat is een heel boeiend gegeven.”
TIP 4. Start zo vroeg mogelijk met successieplanning
Maurissen: “73% van de mensen die aan successieplanning doen, geven het besparen van (erf-)belasting als belangrijkste reden. Maar veel andere factoren zijn zeker zo belangrijk. Als je op je veertigste een flink vermogen hebt, ben je meestal niet met successieplanning bezig. Maar stel dat je morgen tegen een boom rijdt: hoe gaat het dan verder met je vermogen? Mogen je kinderen aan de centen komen voor hun 25ste? Mag de partner of echtgenoot levenslang het vruchtgebruik hebben? Er bestaan veel misvattingen. Zelfs als je getrouwd bent met scheiding van goederen, erft de partner levenslang het vruchtgebruik van het bedrijf. En zo zijn er nog veel zaken die niet altijd geweten zijn. Dat alles is voor mij een nog belangrijkere reden om aan successieplanning te doen. Je kan daar niet vroeg genoeg mee beginnen en het is veel meer dan louter geld overdragen op de fiscaal vriendelijkste manier.
Ouders spreken trouwens niet graag met hun kinderen over hoe groot hun vermogen is uit vrees voor accidenten. Al veranderen de tijden gelukkig wel. Het omgekeerde moet waar zijn. Je moet je kinderen leren hoe ze moeten omgaan met het vermogen. Er komt een moment dat ze het zullen erven en als ze er dan niet mee vertrouwd zijn, gebeuren er zeker accidenten. Ik pleit voor veel meer interactie over dat soort thema’s binnen het gezin.”
Er zijn weinig families die een goed beeld van hun vermogen hebben, laat staan van het rendement dat ze eruit halen.
TIP 5. Privat equity als belangrijke financieringsbron
Maurissen: “Steeds meer families creëren vermogen door hun bedrijf te verkopen. Vroeger gebeurde dat pas op 60 of 65 jaar. Nu vaak al veel vroeger. Dan zoekt men oplossingen om dat geld terug te investeren. Vastgoed of beleggingsportefeuilles zijn klassieke formules. Vandaag kijken ook steeds meer mensen naar privat equity: het beleggen in bedrijfjes. Die ontwikkeling groeit snel. Daardoor wordt de toegang tot kapitaal op de markt ook groter en gemakkelijker.
Vroeger was men vaak honderd procent eigenaar van een bedrijf. Vandaag zijn er heel wat andere manieren om in een bedrijf te investeren met een sterke evolutie naar het samen starten van projecten via co-creatie, deeleconomie, joint-ventures, …
Meer en meer bedrijven hebben meerdere aandeelhouders. Het is als investeerder ook een manier om je risico te spreiden en plezant bezig te blijven in de ondernemerswereld. Privat equity ligt in het verlengde van ondernemerschap.