Bert Dierick volgt zijn vader op als eigenaar van familiebedrijf
Miniflat, succesvol in de bouw van luxe-veranda’s. Bart Claes staat twintig jaar verder en heeft samen met zus Ann de modeketen JBC uitgebouwd tot een groep met 134 verkooppunten (193 inclusief Mayerline). Rechtstreeks en onrechtstreeks werken meer dan 1600 mensen voor groep. Familiale opvolging, samenstelling raad van bestuur, export,…. Ondanks de grote verschillen tussen beide sectoren komen heel wat raakvlakken en tips naar boven.
Bert Dierick: “Oorspronkelijk zouden mijn zus Klaartje en ikzelf de zaak verderzetten. Uiteindelijk hebben we afgesproken dat zij wel in de zaak blijft werken, maar dat ik alle aandelen overneem. Misschien is dat ook het gemakkelijkste. We hadden onze eigen rol in het bedrijf. Nu we meer in elkaars vaarwater komen, merk je toch dat je soms anders naar bepaalde zaken kijkt. We kunnen enorm veel tegen elkaar zeggen omdat we broer en zus zijn, maar het is best zoeken naar een nieuwe evenwicht. Dat is ook normaal denk ik.”
Zorg voor goede externe bestuurders die je uitdagen, vooral als het goed gaat.
Bart Claes: “Bert heeft drie zussen. Er is gekozen voor een uitkoopverhaal. Dat was bij ons helemaal anders. Wij waren met twee en wilden er alle twee voor gaan. Je kan geen onderscheid maken tussen kinderen en daarom hebben mijn zus en ik beide evenveel aandelen. Dat gaat zeer goed, maar we werken nu ook al 28 jaar samen. We hebben elk onze eigen sterkte. Ann is verantwoordelijk voor de inkoop, de collectie en het product. Ik doe meer de marketing en het algemeen beleid, maar wij raken elkaars domeinen natuurlijk wel.”
Claes: “We hebben geleerd om open met elkaar te praten. Alles moet bespreekbaar zijn, ook de minder prettige dingen. Als Ann morgen bijvoorbeeld bedenkingen heeft bij een nieuwe winkellocatie dan is het aan mij om haar inzichten te geven waarom we dat toch best doen. En dan zal ze dat ook loslaten. Omgekeerd doe ik dat ook naar de collectie toe. Discussies en zelfs ruzies zullen er in elke relatie zijn, maar uiteindelijk moet je vooruit gaan. Eén plus één is in ons geval bijna altijd drie. Dan weet je dat je je ego soms even aan de kant moet zetten. Bij Bert gaat dat iets anders zijn. Hij is 100% aandeelhouder, gaat de lijn uitzetten en neemt het risico. Dat geeft hem ook het recht om in de meeste situaties zijn mening door te duwen.”
STERCK. Een sterke en onafhankelijke raad van bestuur is onontbeerlijk?
Claes: “Onze raad van bestuur is nu 15 jaar actief. De drie externe bestuurders hebben een schitterende job gedaan bij de overgang van eerste naar tweede generatie. We hebben nog steeds ongelofelijk sterke bestuurders. Hugo Leroi is de enige die nog meedraait van dag één. Hij kent veel van familieproblematiek en is als oprichter van Carglass een ondernemer pur sang. Onze voorzitter Frank Meysman is ook voorzitter van Thomas Cook wereldwijd en bestuurder bij Picanol. Dirk Goeminne is vandaag de CEO van Ter Beke, maar heeft de raad van bestuur van het grote Vendex KBB modeconcern met V&D, Bijenkorf, Hünkemoller, Hema, M&S mode voorgezeten.
Het is de keuze tussen alles zelf doen of strategische partners zoeken.
Dierick: Daagt die raad van bestuur je echt uit?
Claes: “Ja absoluut. Als je ziet welke sterke bestuurders erin zitten. Ik wil geen ja-knikkers. Het zijn mensen die hun business kennen. Frank is een echte marketeer en top-CEO, Dirk is een topretailer, hij heeft Hema in de jaren negentig in België binnengebracht. Die mensen hebben enorm veel in te brengen. Als ik een goede raad mag geven aan Bert: zorg voor goede externe bestuurders die je uitdagen, vooral als het goed gaat.”
Dierick: “We hebben nu een raad van bestuur met twee externen. Dat zijn ondernemers met een stevige achtergrond maar ze doen dat vrijwillig en eerder om vader een plezier te doen. Dat is zeker een werkpunt, maar zoiets doe je stap voor stap. Je moet niet ineens alle kegels willen omgooien. Hoe je de juiste mensen vindt is toch een kwestie van ogen open houden.”
Claes: “Bert moet kijken welke mix ideaal voor hem is. Toen we in 1997 begonnen heb ik gezegd dat ik een ondernemer, een retailer en een academicus in onze raad van bestuur wilde hebben. Zo moet Bert ook kijken. Moet er iemand uit de bouw inzitten? Iemand met een marketingachtergrond? Misschien een vrouwelijke touch aangezien vrouwen vaak de eindbeslissing nemen als het over een veranda gaat. Hij moet goede mensen zoeken en correct betalen. Ze moeten hem challengen in goede tijden, maar zeker ook steunen als het minder goed gaat.”
Dierick: “Intern staat het goed op poten bij ons met een sterk managementteam. Dat maakt het gemakkelijker voor mij om in te stappen. Onze algemeen directeur Jaak Jehoul werkt al 35 jaar bij ons. Hij is zo’n beetje mijn coach. De tegenpool van mijzelf en mijn vader ook. Een echte fiscalist en economist. Ik wil altijd commercieel gas geven, maar Jaak denkt eerst nog eens goed na en leest de kleine lettertjes. Maar experts die van buitenaf naar uw organisatie kijken geven andere inzichten. We hebben nog tijd om dat op poten te zetten.”
Buitenland
STERCK. Jullie hebben zich beiden aan een Nederlands avontuur gewaagd?
Dierick: “In Nederland hebben we het dealernet overgenomen van Aldera. We hebben die knowhow gebruikt om dealers te zoeken voor Miniflat. Vandaag is die markt jammer genoeg teruggeschroefd naar bijna niets meer. De vastgoedcrisis in Nederland is echt gigantisch. De leningen liggen soms hoger dan de huizen waard zijn. Die mensen investeren geen euro meer in hun huis. Nederland is een totaal andere regio, met een andere mentaliteit en markt. Prijs speelt er een heel sterke rol. Ze kiezen vaak echt voor minderwaardige producten terwijl een veranda toch 20 jaar moet meegaan.”
Claes: “Nederlanders zijn echte handelaars. Ook in de retail is het een vechtmarkt. Ik ken geen enkele Belgische retailer die er gelukt is. Het is geen toeval dat Nederlandse voetbaltrainers in Barcelona en Madrid gewerkt hebben, maar geen Belgische. We hebben er zes winkels geopend, vijf jaar geprobeerd, maar uiteindelijk zijn we er gestopt. We waren er niet onderscheidend genoeg en zaten eerder op het middensegment, terwijl Nederland sterk focust op prijs.”
Dierick: “Wij zijn ook in Duitsland actief met een showroom en een heel klein team. Die markt heeft een enorm potentieel maar het is moeilijk om er een voet binnen te krijgen. Ze hebben er een andere manier van bouwen. Profielen moeten vooral stevig en dik zijn, in België kijkt men meer naar het esthetische. Zo heeft elk land haar eigenheid.”
Claes: “Ik ken geen vijf succesvolle internationale retailers die in alle landen succes hebben. We moeten daar ook eerlijk in zijn. België is een heel klein land. Zelfs als je hier marktleider bent, heb je weinig kracht op vlak van mensen en kapitaal. Dat maakt het heel moeilijk om in een ander land een markt aan te vallen die per definitie veel groter is.”
Dierick: “Maar jullie gaan nu ook naar Duitsland?”
Claes: “We hebben de afgelopen jaren de omringende landen gescreend. Duitsland heeft een sterke appreciatie voor kwaliteit. Daar moeten we kans maken met onze collectie. Men verwacht dat de middenklasse er nog gaat groeien. In Nordrhein Westfalen alleen al wonen 17 miljoen mensen. Dat is een uur rijden van hier. Elke ondernemer moet ambitie hebben om te groeien. In België zitten we aan 75 -80 % van ons plafond. Mijn zus en ik zijn nog op een leeftijd dat we een aantal jaar gas kunnen geven. Het is nu het moment om een weloverwogen stap te zetten. We zijn financieel heel gezond. Het is ook geen toeval dat Dirk Goeminne sinds een jaar in onze raad van bestuur zetelt. Hij heeft M&S mode, Hema en Hünkemoller in Duitsland binnengebracht. Zijn toegevoegde waarde is belangrijk.”
Familiecharter
Dierick: “Zijn jullie bezig met de voorbereiding voor de volgende generatie?”
Claes: “We hebben een goed familiecharter opgesteld. Daar ligt alles in vast. Bijvoorbeeld dat de twee takken van de familie altijd behouden moeten blijven. Zelfs de functies en niveaus die familieleden in het bedrijf kunnen uitoefenen zijn bepaald. Ofwel leidinggevend ofwel puur uitvoerend, maar nooit er tussenin. We hebben ook bepaald dat de volgende generatie minstens drie jaar extern moet werken. Ze moeten weten wat het is om ergens te werken zonder voordelen te hebben van hun achternaam.”
Dierick: “Hoe slagen jullie erin om de betrokkenheid van de franchisenemers te vergroten?”
Claes: “We werken vaak met jongeren van wie de ouders zelfstandige ondernemers zijn geweest, zoals een bakker, slager of autoverdeler. Ze hebben het zelfstandig DNA in zich en willen vooruit. Bij ons vinden ze een platform waar ze zelfstandig kunnen zijn, met een beperkte financiële inbreng. Zeker in Vlaanderen vinden we goede profielen. Grootsteden zijn soms wat moeilijker.”
Dierick: Wij proberen de showroom bij dealers mee in te richten en onze stempel te drukken, maar in tegenstelling tot JBC is het pand niet onze eigendom, dus dat is veel moeilijker. We werken met grote kortingen maar niet iedereen wil daarin investeren. Een up-to-date showroom blijft een flinke investering. We hebben nu wel een innovatie met de vlakke koepels, een soort van Velux in een plat dak. Dat loopt in België heel goed en proberen we nu als apart product naar Duitsland te exporteren. We zoeken nu uit hoe. Via dealers, beurzen, online of…”
Claes: “Ik denk dat Bert moet kijken: waar de consument zijn product zoekt en waar hij de aankoopbeslissing neemt. Daar moet hij op inspelen. Maar dat zal hij wel weten.”
Dierick: “We proberen dicht bij de klant te staan. Vooral op beurzen. Als je mensen aanspreekt op de gang en je trekt ze naar binnen met een grapje en een babbeltje dan zie je dat je snel heel ver geraakt. Die kleinere beurzen dat werkt voor ons nog echt in België. In het buitenland is dat meer een vraagteken. Ook online doen we veel. Mensen willen voorbeelden en foto’s zien en we proberen aandacht te krijgen via de juiste zoekwoorden.”
Claes: “Ik zou overwegen om zoveel mogelijk zelf naar die klant te gaan. We zijn vijftien jaar geleden een eigen collectie gaan ontwerpen en rechtstreeks naar de fabrikanten gegaan. Die investering hebben we dubbel en dik terugverdiend door uniek en onderscheidend te zijn. Ik ken de business van veranda’s niet, maar degene die het dichtst bij de consument staat heeft de macht.”
Dierick: “Dat is heel arbeidsintensief natuurlijk, een goede dealer kan dat voor ons doen. Het is de keuze tussen alles zelf doen en strategische partners zoeken. En dat is niet altijd evident. Zeker niet in buitenlandse markten. Het is de dualiteit in het ondernemerschap. Het momentum nemen of nog even de kat uit de boom kijken.”.