Van een snelgroeiend bedrijf gesproken… Twee jaar geleden zetelde Globachem nog in de privéwoning van zaakvoerders Koen Quaghebeur en Els Paesmans. Vandaag zetelt het familiebedrijf in een nieuwbouw van 7500 vierkante meter op het industrieterrein van Brustem. De omzet nadert de 80 miljoen euro.
“Eind 2000 hebben mijn echtgenoot en ik Globachem opgericht. We kenden de sector aangezien we allebei uit landbouw- en fruitteeltfamilies komen. Koen deed ervaring op bij Hermoo en ik was zelf een tijdje actief bij de Boerenbond. We droomden van een eigen bedrijf en sprongen op de kar van de generieke gewasbeschermingsmiddelen om onkruid, ziektes, schimmels, plagen en insecten te bestrijden. Net zoals de ‘witte producten in de geneeskunde’ bleek dat een gat in de markt te zijn.”
STERCK. Wat is het nut van die gewasbeschermingsmiddelen?
Els Paesmans: “Globachem wil een belangrijke bijdrage leveren tot het verder verminderen van de ecologische voetafdruk van de land- en tuinbouw. Tegen 2050 stijgt het aantal aardbewoners tot zo’n 9 miljard maar er is nu al een tekort aan landbouwgrond. Dankzij de gewasbeschermingsmiddelen kunnen we de opbrengst per hectare aanzienlijk vergroten. In de ontwikkelde landen kunnen gewasbeschermingsmiddelen leiden tot een gezond, gevarieerd en betaalbaar voedselaanbod. In ontwikkelingslanden kunnen we landbouw een stuk duurzamer maken.”
STERCK. De kerntaak van Globachem is het verkrijgen van erkenningen en registraties?
Paesmans: “Dat klopt. Net zoals in de farmaceutische industrie kun je ook voor sproeistoffen of andere gewasbeschermingsproducten erkenningen aanvragen zodra een patent vervallen is. Daar houden vijf werknemers met universitaire achtergrond zich fulltime mee bezig. We proberen via onze Research & Development-afdeling echter nog iets extra aan de generieke producten toe te voegen. Zo hebben we bijvoorbeeld als eerste fabrikant in Duitsland GIBB 3 gelanceerd. Deze groeiregulator met gibberellinezuur geeft minder compacte druiventrossen waardoor we azijnrot kunnen verminderen.”
STERCK. Ontwikkelen jullie ook zelf gewasbeschermingsmiddelen?
Paesmans: “Ja, Platina en Atilla zijn daar prima voorbeelden van. Dankzij Platina kunnen fruittelers het barsten van kersen voorkomen en dikkere peren oogsten. Met Atilla, een product op basis van kaliumbicarbonaat of bakpoeder, kunnen we de perenbladvlo op een biologische manier bestrijden. Dit product is merkwaardig omdat het de natuurlijke vijanden van de vlo niet schaadt.”
STERCK. Wat is het grote succes van Globachem? Jullie realiseren op iets meer dan een decennium een jaaromzet van bijna 80 miljoen euro.
Paesmans: “Mijn echtgenoot en ik hadden in 2000 nooit durven dromen van deze snelle groei. Ik denk dat iedereen ons voor gek zou verklaren als we dit dertien jaar geleden hardop gezegd hadden. Wellicht zijn we op het juiste moment op de kar gesprongen. We hebben ontzettend veel geïnvesteerd in erkenningen voor binnen- en buitenland en zijn nooit beginnen zweven. We proberen snel te reageren op de noden van onze klanten en stellen ons zo flexibel mogelijk op. Door een uitmuntende kwaliteit van onze producten, een goed logistiek beleid en flexibele betalingsvoorwaarden blijven klanten ons trouw. Bovendien hebben we nooit schrik gehad om internationaal te gaan.”
90% Export
STERCK. Dat blijkt uit de omzetcijfers. Zo’n 90% van de productie is voor export bedoeld.
Paesmans: “Om een erkenning te krijgen moeten we een heleboel studies uitvoeren: na de experimenten in het labo volgen nog een hele rits veldproeven om de optimale dosis en het meest geschikte toepassingstijdstip te bepalen. Elk product moet aan strenge eisen voldoen. De investering om een erkenning te krijgen is groot en daarom spitsen we ons toe op verschillende landen. Onze afzetmarkt dekt nagenoeg volledig Europa, maar we hebben ook klanten in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. We richten ons wel uitsluitend tot de groothandelaars en verkopen niet rechtstreeks aan landbouwers of fruittelers.”
STERCK. Twee jaar geleden opereerden jullie nog vanuit jullie privéwoning. Vandaag bezet Globachem een industriegebouw van ruim 7500 m2.
Paesmans: “In 2010 hebben we een nieuwe vestiging gebouwd op het industriepark van Brustem. Die uitbreiding was broodnodig. Aangezien we met chemicaliën werken, kregen we te maken met strenge veiligheidseisen. Achter de kantoren ligt een magazijn waarin we zo’n 7000 ton producten kunnen opslaan. Voor de brandveiligheid hebben we het volledige gebouw laten optrekken in beton en hebben we het magazijn opgesplitst in vier compartimenten. Een gesofisticeerde brandblusinstallatie kan één compartiment in vijf minuten tijd vol schuim spuiten.”
STERCK. Hoe zien jullie de toekomst van Globachem?
Paesmans: “De groei die we de afgelopen jaren gemaakt hebben zal weldra wel op zijn hoogtepunt zitten. Het is onze uitdaging om altijd aan de strenge eisen voor gewasbeschermingsmiddelen te blijven voldoen. Innoveren en blijven zoeken naar milieuvriendelijkere producten is de kunst. Voor de land- en tuinbouw zitten we nagenoeg aan ons plafond maar diversificatie kan ongetwijfeld een mooie toekomst bieden.”.