Creativiteit in de Limburgse ICT-mix
Stijn Bijnens

Creativiteit in de Limburgse ICT-mix

Sector: ICT

In de toekomstplannen voor Limburg wordt er veel verwacht van de groeiende creatieve economie, en van bedrijven die actief zijn in ICT en digitale media. Ze slagen erin om te starten met relatief kleine initiële investeringen en werken op het kruispunt van verschillende disciplines. LRM ondersteunt een hele reeks beloftevolle ondernemingen. Als voormalig dotcom-ondernemer en algemeen directeur LRM is Stijn Bijnens uitstekend geplaatst om zijn mening te geven over de toekomst voor de sector in Limburg.

STERCK. Hoe ziet de ICT-sector in Limburg eruit?

Stijn Bijnens: “In het Limburgse ecosysteem heb je een aantal grote trekkers. Van de ene kant zijn er de servicebedrijven waarvan Cegeka zelfs op Belgisch vlak één van de grootste spelers aan het worden is. Daarnaast heb je een tiental kleinere maar sterk groeiende innovatieve bedrijven zoals telecomoperator Mobile Vikings, Zappware dat interactieve oplossingen voor digitale televisie ontwikkelt, Right Brain dat met een unieke soort videorecorder de wereld wil veroveren, er is Nascom, …. Limburg is zeker niet meer achtergesteld op dit gebied.”

Alle ingrediënten zijn aanwezig om te slagen
in Limburg.

STERCK. Welke rol speelt LRM hierin?

Bijnens: “Reeds 5 jaar zijn we trekker in Life Sciences, cleantech en ICT. We organiseren en bouwen incubatoren waar nieuwe initiatieven kunnen groeien, we zorgen voor financiering en zitten mee aan het stuur. Ook infrastructuur speelt een belangrijke rol. Op de oude Philips-site in Hasselt bouwen we nu de Corda-campus rond ICT en nieuwe technologie. Het is een 100 procent dochteronderneming van LRM. Ook Iminds dat in het Gentse zeer succesvol is, start op Corda een vestiging (zie pagina 17). Daarnaast participeren we samen met de Stad Genk ook in C-mine Crib, de andere incubator in onze provincie. Het Microsoft Innovation Center in Genk is dan weer sterker op de zorgsector richt, maar hierin participeren we niet rechtstreeks.”

Wereldwijd

STERCK.: Is er een groot verschil tussen de servicebedrijven en degenen die zich richten op nieuwe producten?

Bijnens: “De wereld van ICT-services is een markt waar een nieuw bedrijf vaak marktaandeel van een ander afneemt. Natuurlijk speelt ook hier innovatie een rol, maar het zijn eerder communicerende vaten. Het is een consoliderende markt. Al heb ik liever dat ook deze bedrijven hier gevestigd zijn, in plaats van aan de andere kant van het land. De echte groei zit in innovatieve producten die je aan de hele wereld kan verkopen zoals Right Brain en Zappware dat proberen te doen. Los van het taalprobleem heeft Vlaanderen en bij uitbreiding België wel de structurele handicap dat er in Europa geen globale markt is zoals in de Verenigde Staten. Of je nu in Florida of Alaska zit, all Mc Donalds are the same. Een snelle groei is er veel gemakkelijker.” 

STERCK. Moet je dan zoals Twitspark naar de VS trekken om het te maken?

Bijnens: “Twitspark is een apart verhaal. Sommigen zeggen dat je enkel in de VS geld vindt om te groeien, maar daar ben ik het niet mee eens. Er heerst echter wel een andere realiteit. Je kan een product technisch in orde hebben, maar dan moet je het ook nog op de markt zetten.  En de States zijn per definitie veruit de grootste markt voor ICT. Bovendien is er op vlak van productmarketing veel meer ervaring en kennis aanwezig. Right Brain is een goed voorbeeld.  Alle ontwikkeling gebeurt hier maar ze hebben nu ook een kantoor in de VS voor hun marketingluik. Wist je trouwens dat er meer dan 150 Israëlische bedrijven op de Nasdaq genoteerd staan, terwijl dat land als regio niet veel groter is dan Vlaanderen? Ook daar zit alle R&D in Israël en een groot deel van de marketing in de States.” 

STERCK. De productie wordt dan weer naar Azië uitbesteed? 

Bijnens: “Ik zie dat men daar toch van terugkomt. In services speelt dat nog een rol, maar in hoogtechnologische startups veel minder. Het succes schuilt bij dergelijke bedrijven niet in de loonkost van de ontwikkelaar. Ofwel loopt het product ofwel niet. Het feit dat het misschien twintig procent duurder is maakt minder uit. Het is belangrijker dat het vrij van bugs is.”

STERCK. Is België ondernemingsvriendelijk genoeg voor ICT-bedrijven?

Bijnens: “Zeker de servicebedrijven hebben het hier moeilijk. Door de crisis weegt de automatische loonindexering zwaar door in de kosten. Voor productbedrijven hebben we wel een zeer goed klimaat. Je hebt nu de twee Limburgse incubatoren, er is venture capital via LRM, je hebt goede universiteiten en hogescholen, je hebt strategische onderzoekscentra zoals Iminds, er is het IWT voor subsidies, het innovatiecentrum…. Kortom alle ingrediënten zijn aanwezig om hier te slagen. De enige handicap ten opzichte van andere regio’s is onze zeer kleine thuismarkt. Maar als je vanaf dag 1 internationaal denkt en werkt, ben je ook die handicap kwijt.”.

Gezocht: Serial starters


“Alle ingrediënten om te slagen zijn in Limburg aanwezig,” zegt Stijn Bijnens. “Voor een sterke ICT-regio hebben we vooral nog een aantal serial entrepreneurs nodig. Een typisch innovatief ICT-bedrijf wordt binnen 5 à 7 jaar na oprichting verkocht aan een grote groep. De eigenaars starten daarop één of meerdere nieuwe bedrijven en steken hun geld in anderen. Ervaring rond productmarketing doe je alleen maar op door het te doen. De volgende keer ben je drie keer sneller en slimmer en groeit je kennis nog exponentieel. Er moet zelfs ruimte zijn om op je bek te kunnen gaan. Dat is het grote succes van Silicon Valley. Dichter bij huis is Bart Van Coppenolle van Right Brain een goed voorbeeld. De meest dynamische Belgische ICT-regio Gent, is ook gegroeid onder impuls van Iminds en enkele serial starters zoals Kristof De Spiegeleer, die al een tiental bedrijven heeft opgericht en terug verkocht. Ook de mannen achter Netlog en Peter Hinssen, die wereldwijd als één van de top 10 visionairs wordt gezien, komen uit de regio.“

 

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels