Het gaat goed met Dilsen-Stokkem. De stad in het noordoosten van de provincie is degelijk ontsloten, telt een lage werkloosheidsgraad en heeft een boeiende mix van diverse kleine en grote ondernemingen. Kersvers burgemeester Sofie Vandeweerd (Open VLD) is enthousiast over het gunstig economisch klimaat, maar weet ook dat het altijd beter kan. Hoog tijd voor een babbel met STERCK Magazine over ondernemerschap, initiatief nemen, belastingen en ambities.
Eind vorig jaar ruilde Sofie Vandeweerd onverwacht haar schepenstoel in voor die van burgemeester. De 35-jarige Rotemse - met toch al meer dan twaalf jaar politieke ervaring -nam de sjerp over van Lydia Peeters. Die laatste trok naar Brussel als Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie en moest daardoor afscheid nemen van haar ambt als burgemeester. Advocate Kelly Issaris (Open VLD) neemt de rol als tweede schepen over van de gloednieuwe burgemeester. Zij kreeg de bevoegdheden Burgerlijke stand, Lokale economie & landbouw, Omgevingsbeleid, Huisvesting & woonbeleid en Erfgoed.
STERCK. Kan u een economische schets van Dilsen-Stokkem maken?
Sofie Vandeweerd: “We hebben in Dilsen-Stokkem twee zones die bestemd zijn als bovenregionaal industriegebied: de industriezone van Lanklaar en het bedrijventerrein van Rotem. Beide terreinen zijn goed ontsloten door weg én water. Je vindt daar een gevarieerd aanbod van bedrijven zoals CKS Elektrotechniek, Vasco, Climatrix, Rofix, Mecam, Vandersanden, ASW Ramen en Deuren, Thevissen sanitair & cv, Alro, Grondwerken Boutsen, … En dan heb je nog de vele autogarages die onze stad rijk is. Een van de meest recente bedrijven in Dilsen-Stokkem is Wapen- en Kolvenmaker Goormans aan de Koolmijnlaan. Eigenlijk kan je concluderen dat we een mooie mix hebben van maakindustrie, bouwbedrijven en ondernemingen uit de dienstensector. Zowel nieuwe ondernemingen als familiebedrijven die al generaties lang meegaan. Dat zorgt samen voor een hoge werkgelegenheid. We hebben in Dilsen-Stokkem ruim 20.500 inwoners en de werkloosheidsgraad bedroeg in april 2018 amper 6,8%. Daarnaast zien we dat zowel het aantal vacatures als het aantal btw-plichtigen in stijgende lijn zit. Op alle vlakken zien we dus groei en daar zijn we uiteraard fier op.”
STERCK. Wat kan er nog beter?
Vandeweerd: “De werkloosheidscijfers mogen uiteraard nog zakken wat mij betreft. We staan met 6,8% erg goed, zeker als je weet dat we in 2013, 2014 en 2015 aan meer dan 9% zaten. Vandaag merken we wel - net zoals in vele andere steden en gemeenten in Noordoost-Limmburg - dat er nog heel wat jongeren na hun studies naar de grotere steden trekken. Ik heb daar vandaag nog geen pasklare oplossing voor. Op het vlak van mobiliteit is er nochtans al heel wat verbeterd de laatste tijd.”
Toerisme
STERCK. Toerisme lijkt alsmaar belangrijker te worden voor Dilsen-Stokkem. Onder andere door de bouw van Terhills Resort, goed voor zo’n 250 vakantievilla’s.
Vandeweerd: “Dat klopt. Dit voorjaar staken we de eerste spade in de grond. Als alles verloopt zoals gepland, opent het vakantieresort de deuren tegen het einde van 2020. Dat zorgt op termijn voor honderden jobs. Nu met de bouwwerken, later met de exploitatie. We zijn er ook van overtuigd dat we onze toeristische troeven nog veel beter kunnen uitspelen. We hebben al verschillende streekproducten zoals kazen en honing en sinds kort zelfs een eigen wijn: Thilesna. Dat moeten we nog beter promoten. Een andere toeristische inspanning is het nieuwe onthaal aan natuurgebied De Wissen. We voorzien daar weldra een glazen constructie met uitkijkplatform. Zodra we Dilsen-Stokkem nog beter als toeristische trekpleister op de kaart hebben gezet, moeten we ook de lokale ondernemers daar mee van laten profiteren. Door onze strategische ligging in de Euregio mikken we ontzettend breed. We zien veel Vlamingen in Dilsen-Stokkem, maar trekken ook heel wat toeristen uit Nederland en Duitsland aan. Er zijn dagjestoeristen, maar eveneens voldoende overnachtingsmogelijkheden. Onder andere in de verschillende B&B’s her en der in de stad.”
Dilsen-Stokkem is geen grootstad, maar heeft wel flink wat toeristische troeven: De Wissen, Nationaal Park Hoge Kempen, Rivierpark Maasvallei, Terhills Cablepark, de historische Tivoli-site, de fluisterbootjes, … Wil je nog meer waterbeleving? Logeer dan in alle stilte op een kampeervlot. Dat is helemaal back to nature. Of reserveer een tafeltje voor Dinner on the Lake. Dat is een gloednieuw pop-uprestaurant dat doet denken aan een Mexicaanse haciënda. Belgische sterrenchefs serveren er van juni tot september heerlijke gerechten in een uniek kader op het water. “Het idee komt uit Gent, maar de uitwerking is heel lokaal: Budé Containerbouw staat in voor de constructie en de interieurspecialisten van Dôme Deco richten alles piekfijn in”, vertelt Sofie Vandeweerd.
Investeringen industriezones
STERCK. Wat zijn de belangrijkste troeven van de regio?
Vandeweerd: “We hebben de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de industriezones. Onder andere op het vlak van wegeniswerken, nieuwe rioleringen en brede fietspaden. Dat begint nu zijn vruchten af te werpen. Ook op fiscaal vlak hebben we een erg gunstig klimaat. De belasting op drijfkracht is hier al meer dan tien jaar afgeschaft en de andere belastingvoeten zijn gemiddeld: we hebben een personenbelasting van 8% en 810 opcentiemen op onroerende voorheffing. Een belastingverhoging is voorlopig zeker niet aan de orde. Eventueel een taxshift, maar dat zijn we nog volop aan het onderzoeken. Nog een andere troef van Dilsen-Stokkem? De aanspreekpunten voor de lokale ondernemers. We organiseren regelmatig sessies om belangrijk nieuws toe te lichten. Onlangs was er nog een samenwerking met Unizo om de lokale handelaars uit te leggen hoe je premies aanvraagt voor een eerste medewerker. Die korte communicatielijnen zijn belangrijk. Zowel met de ondernemers zelf als met Distoc. Want ook met die ondernemersclub hebben we goede banden. Zo zijn we altijd aanwezig op hun nieuwjaarsreceptie.”
STERCK. Hoe zit het met de leegstand in Dilsen-Stokkem?
Vandeweerd: “Ons beleid is erop geënt om op te treden tegen verwaarlozing. En dan heb ik het niet over een soort pestbelasting. We focussen op concrete en haalbare oplossingen. In de woningbouw valt de leegstand erg goed mee. Door de sluiting van Bekaert enkele jaren geleden kregen we natuurlijk wel met leegstand op onze industrieterreinen te kampen. Daar is het vooral de bedoeling om creatieve oplossingen te zoeken. Intussen zijn er op onze industriezones nog weinig gronden van de stad zelf beschikbaar. Er zijn wel nog enkele percelen in privéhanden. Kmo-zone Soerveld is ook een mooi voorbeeld van moderne bedrijvigheid. Daar heeft projectontwikkelaar Van den Boer Concept uit Lommel compacte, schakelbare bedrijfshallen voorzien. Dat slaat erg aan. Het merendeel is intussen dan ook ingevuld. Er zijn onder andere een garage, een afwerkingsbedrijf en een carwash gevestigd.”
Kleinhandel ondersteunen
STERCK. Wat zijn de speerpunten van het huidige beleidsplan?
Vandeweerd: “Ik denk dat het heel belangrijk is om onze lokale ondernemers en bedrijfsleiders goed te blijven ondersteunen en faciliteren, onder meer door voldoende netwerkmomenten. We hebben de voorbije jaren fors ingezet op infrastructuurwerken, dat moeten we nu ook proberen in stand te houden. Investeren, ondersteunen en faciliteren zijn nu eenmaal de kernbegrippen voor de bedrijven. Daarnaast moeten we voldoende aandacht schenken aan de kleinhandel. Want ook die sector is in Dilsen-Stokkem goed vertegenwoordigd. Inwoners hebben hier eigenlijk alles wat ze nodig hebben in de buurt: een goede bakker en beenhouwer, een kapsalon, een opticien, … De combinatie met de verschillende grotere supermarkten en horecazaken maakt dat alles op een steenworp ligt. Om nog meer in te zetten op klantenbinding zijn we volop bezig met een stadsapplicatie. Uiteraard willen we de lokale ondernemers betrekken en eventueel zelfs een spaarpuntensysteem via de app koppelen. Hopelijk kan ik daar snel veel meer over kwijt.”