Bijzonder, boeiend en bloeiend
Bruno Steegen Regio - Bilzen Burgemeester

Bijzonder, boeiend en bloeiend

Regio - Bilzen Burgemeester

Centraal tussen Hasselt, Genk, Maastricht en Tongeren ligt Bilzen. Een stad met zo’n 33.000 inwoners en flink wat bedrijvigheid. Een plek waar het aangenaam is om te wonen en interessant om te ondernemen. De sleutel van het succes? De investeringsdrang van het stadsbestuur, de vergevorderde city marketing én de ideale ligging. Hoog tijd voor een gesprek met de schepen van economie Bruno Steegen.

Er is altijd wel iets te doen in Bilzen. Dat is een uitspraak die niet enkel van de Bilzenaren zelf maar ook van heel wat inwoners van de omliggende gemeenten komt. “Dat klopt ook”, zegt advocaat en schepen van economie Bruno Steegen. “Maar liefst 24 van de 52 weekends is er iets te doen op het marktplein. Dat lokt heel wat inwoners en toeristen naar de binnenstad, maar het is natuurlijk ook erg interessant voor de ondernemers. De terrasjes vormen een belangrijke maatstaf voor gezelligheid. Wie naar Bilzen komt, zal zien dat die nagenoeg het hele jaar door vol zitten. Sinds vijf jaar zelfs tijdens de koudste maanden door de toelating van de winterterrassen. Dat is één van de manieren van het stadsbestuur om de lokale economie een boost te geven. Daarnaast zijn we ook de enige stad in Vlaanderen waar je – zowel boven- als ondergronds – gratis kunt parkeren voor maximaal 2 uur. Wil je langer blijven, dan betaal je slechts 2 euro voor het volgende uur. We doen dat al sinds 1999. En dat lokt heel wat mensen naar het centrum. Met die 5 à 8 euro die je daarmee uitspaart, kun je iets lekkers gaan drinken.”

We zijn op ons niveau de stad die het snelst groeit.

STERCK. Hoe zit het buiten het centrum? Er zijn verschillende bedrijventerreinen. Welke activiteiten zijn daar geconcentreerd? 

Bruno Steegen: “We hebben een lokale kmo-zone in Bilzen. Spelver I en II zijn uitverkocht. Daar werken intussen meer dan 450 mensen. Voor Spelver III starten de wegeniswerken begin 2020. Het doel is om die laatste 6,5 hectare tegen de zomer van 2020 te verkopen. Het gaat om kleine percelen van telkens minder dan een halve hectare. Eigenlijk is dat de laatste zone voor kleinschalige ontwikkelingen. Let wel, het is duidelijk afgelijnd: het gaat hier om kleine productiebedrijven, géén kantoren. Wie meer dan een halve ­hectare nodig heeft, kan terecht op Kieleberg aan de Taunusweg op de grens met Genk. Dat is een regionaal ­bedrijventerrein. Een bedrijven­commissie bekijkt de kandidaturen voor de verkoop van gronden. Kwestie van enkel gezonde bedrijven binnen te halen. Zij bekijken verschillende ­parameters: passen de activiteiten wel binnen het RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan, nvdr.), zijn het gezonde bedrijven, zijn er minimaal zoveel werknemers, … POM en VLAIO zitten ook in die commissie. Tijdens de vorige legislatuur zijn er meer dan 30 nieuwe bedrijven bijgekomen. Enkele voorbeelden zijn het Europees distributiecenter van Carglass en ingenieursbureau Encon. Maar er zitten ook lokale bedrijven uit Hoeselt, Bilzen, Riemst, Zutendaal, Tongeren, … Als we de optelsom maken van die kmo’s kunnen we wel stellen dat we een mooie werkgelegenheid kunnen aanbieden in eigen streek. Bilzen heeft de afgelopen tien jaar dan ook erg veel vooruitgang geboekt op economisch vlak.”

STERCK. Er zijn nog enkele kleinere kmo-zones. Welke bedrijven zitten daar? 

Steegen: “We hebben bedrijvencentrum Royerveld nog. Dat is in privéhanden en zit helemaal vol. Het wordt gekenmerkt door ambachtelijke kleine en middelgrote bedrijven en enkele dienstverlenende ondernemingen. Eikaart is gedeeltelijk van de stad en gedeeltelijk privé. Daar zit onder andere Aveve en Electro Vandeweyer. Noem het grootschalige kleinhandel.”

Ruimte voor bedrijvigheid
  • 6,5 hectare op Spelver III
  • 10 hectare op Kieleberg
  • 25 hectare op Taunusweg

Mix van sectoren

STERCK. Welke sectoren vallen op in Bilzen?  

Steegen: “We hebben een mooie mix van nieuwkomers en gevestigde waarden. Er zijn heel wat ­familiebedrijven die al verschillende generaties bestaan. Zoals Belisia, Oben Renting, Oosterbosch, Palmaers Vakhandel, Janssen Bouwmarkt, … Op de kmo-­zones vind je veel bouwgerelateerde bedrijven. Dat gaat van een schrijnwerker tot een leverancier van bouwmaterialen. In het centrum vind je meer en meer dienstenbedrijven. Die hadden we vroeger veel minder. Maar vandaag is ons centrum erg gegeerd door artsen, interimkantoren, dienstenchequebedrijven, opticiens, architecten, … We kunnen dus gerust stellen dat we een diversiteit van vrije beroepers, dienstenbedrijven, horeca en kleinhandel in het stadscentrum hebben. En de winkels variëren eveneens: van kleine boetieks tot bekende ketens. We hebben wel een streng beleid voor winkels in de periferie. We laten daar geen textiel, schoenen en horeca toe. Omdat we vinden dat we ons handelscentrum moeten beschermen.”

Bruno_Steegen

City marketing

STERCK. Jullie doen al jaren forse inspanningen op de dienst lokale economie. Vertel daar eens wat meer over.  

Steegen: “Er zijn op de dienst lokale economie drie mensen fulltime bezig met de begeleiding van ondernemers en de middenstand. We vinden het nu eenmaal heel belangrijk om onze stad aantrekkelijk te houden voor inwoners, toeristen én ondernemers. Dat is misschien ook een van de redenen waarom we – in vergelijking met andere steden van onze omvang – minder leegstand hebben. Onze algemene city marketing is ook behoorlijk verregaand. We spelen kort op de bal. Als er een ondernemer vertrekt uit Bilzen, doen we er alles aan om het pand zo snel mogelijk gevuld te krijgen. We organiseren ook elke maand een event dat middenstandgerelateerd is. Neem nu ‘Gratis Shoppen Weekend’. Dan kunnen kopers aan het stadhuis hun aankoopbiljet in de geluksbox droppen. Achteraf betalen we voor 8.000 euro aan aankopen terug door middel van loting. Ook de ‘Alstublieft-actie’ is een succes. Daarmee geven we voor 25.000 euro aan kortingen weg via krasloten. We zijn niet zo groot als Hasselt, maar we proberen ons eigen DNA te hebben en op lange termijn te denken. Dat werkt. Onze ambitie is dan ook om dé shoppingstad te zijn in onze regio. Ons hinterland – Bilzen, Hoeselt, Riemst, Zutendaal, Kortessem, Diepenbeek – is goed voor 100.000 mensen. Dat mogen we niet onderschatten.”

We steken er erg veel tijd in om de stad Bilzen goed in de markt te zetten als product.

Centrale ligging

STERCK. Die city marketing is dus wel een grote troef. Zijn er nog andere redenen waarom ondernemers voor Bilzen kiezen? 

Steegen: “Uiteraard. De ligging is natuurlijk een groot ­pluspunt. We zijn door de autosnelweg goed omsloten en aan de Kieleberg zijn er zelfs trimodale mogelijkheden. Daarnaast zijn onze mediadeals ook erg gegeerd door onze handelaars. We kopen gezamenlijke advertentieruimtes in om de prijzen te drukken. En voor onze events adverteren we zelfs in Nederlands Limburg. Ook interessant voor ondernemers: we zijn niet enkel een aangename stad om in te werken, maar ook het wooncomfort ligt erg hoog. We investeren fors in het openbaar domein. Kijk maar naar het zwembad, de nieuwe bib, een fonkelnieuw tenniscentrum, …”

STERCK. En hoe zit het met de belastingen? 

Steegen: “De gemeentebelasting is gedaald van 8,3 naar 8,1 %. Maar ik moet toegeven dat we niet de beste positie in Limburg bekleden. Als Zuid-Limburgse gemeente zijn onze belastingvoeten eerder hoog. De reden? We investeren héél veel in het openbaar domein. In gratis parkeerplaatsen, recreatie, goede fietsverbindingen, fietsenstallingen, … Dat is een beleid dat we al jarenlang bewust voeren.” 

Businesscenter

STERCK. Wat ontbreekt er nog in Bilzen?

Steegen: “De dienst lokale economie droomt nog van een businesscenter met flexplekken. Het oud ziekenhuis zou daar erg geschikt voor zijn. Dat is een site van zo’n 11.000 m2 waarvan minstens de helft afgebroken wordt. Een mix van werken en wonen zou daar mooi zijn. Assistentiewoningen, startersflats, kleine co-­workingspaces, … Wat we ook nog missen is een sterrenrestaurant. Hier zijn heel veel goede brasserieën en restaurants, maar een Michelinster ontbreekt nog.”

STERCK. We hebben het nog niet over toerisme gehad. Komen er veel toeristen naar de verschillende events? 

Steegen: “Absoluut. We mogen niet klagen. Dat is ook één van de redenen waarom er twee nieuwe hotels geopend zijn: eerst Martin’s Rentmeesterij en onlangs Hotel Beila. Bilzen Mysteries doet het ­bijzonder goed. Daar verwelkomen we jaarlijks zo’n 30.000 bezoekers. De Davidsfonds Zomerzoektocht was goed voor 20.000 deelnemers en Alden Biesen blijft uiteraard koploper met 250.000 bezoeken per jaar. In de toekomst zullen we nog meer inzetten op bloesemtoerisme. We zijn nu eenmaal de enige plaats met zo veel hoogstammen. We hebben nog veel in onze mars.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels