Bree en Bocholt. Twee Noord-Limburgse gemeentes met een gemoedelijke sfeer, flink wat bedrijvigheid, weinig leegstand en – niet onbelangrijk – een goede brouwerij. Hoog tijd voor een uitvoerig gesprek met burgemeesters Liesbeth Van der Auwera (CD&V) en Stijn van Baelen (VIA).
Bree staat gekend voor gezelligheid en veel sfeer. Denk maar aan het Afro-Latino Festival en de basketbalwedstrijden in de Expodroom. Sinds 2013 staat Liesbeth Van der Auwera aan het hoofd van de stad met zo’n 16.000 inwoners. Langs Bree, maar eveneens aan de Zuid-Willemsvaart, ligt Bocholt. Een aangename landbouwgemeente met ongeveer 13.000 inwoners, mooie wandelpaden en een drukbezochte jaarlijkse Sezoensrally. De man met de sjerp is de sympathieke Stijn Van Baelen.
STERCK. Kan u het economisch landschap eens schetsen? Welke bedrijven overheersen?
Liesbeth Van der Auwera: “In Bree hebben we diverse kmo-zones met een mooie mix aan bedrijven. De industrieterreinen zijn trouwens goed gevuld. Vostert en Veeweide huisvesten heel wat nieuwe, opstartende of groeiende kmo’s. Aan Kanaal-Noord en Kanaal-Zuid vind je de grotere bedrijven. De grootste kleppers hier zijn Greenyard – een beursgenoteerd bedrijf in de handel en bereiding van groenten en fruit – en LAG Trailers. Onze tentenbedrijven Veldeman Tent Technology en Losberger De Boer zijn natuurlijk ook erg bekend. Veldeman heeft zelfs tenten op maat gebouwd voor het Olympisch dorp. Daarnaast is Bree ook erg gekend voor haar zorgcampussen zoals Residentie Boneput en dienstencentrum Ter Engelen. Ten slotte staan we ook nog bekend voor onze middenstand en horeca.”
Stijn Van Baelen: “Het verschil met Bree is dat wij niet in een kleinstedelijk gebied maar in een gemeentelijk buitengebied liggen. Toch doen we er alles aan om de bedrijvigheid in Bocholt te stimuleren. De grootste onderneming in Bocholt is Brouwerij Martens, na Inbev in Leuven de tweede grootste brouwerij van het land, goed voor meer dan 100 medewerkers. Daarnaast hebben we ook nog GoodLife Foods, het vleesverwerkende bedrijf dat vroeger Izico heette, en familiebedrijf AJK staat gekend voor haar containers en persen. In totaal hebben we vier kleine kmo-zones, maar we willen – als de eerste fase van de zandontginning achter de rug hebben – nog zo’n 26 hectare extra kmo-zone voorzien. Het terrein aan de Kettingbrugweg in Kaulille zit nagenoeg vol, net zoals de zone aan de Meeldebroeksheide, aan de kmo-zone in Reppel is er weinig bedrijvigheid en de gronden aan de kmo-zone tegen het kanaal zijn allemaal heel snel verkocht.”
STERCK. Aan familiebedrijven duidelijk geen gebrek.
Liesbeth Van der Auwera: “Nee, een goed voorbeeld is natuurlijk ook Brouwerij Cornelissen in Opitter. Die bestaat al zes generaties en is intussen goed voor een jaarproductie van zo’n 6 miljoen liter bier.”
Stijn Van Baelen: “Als we het over brouwerijen gaan hebben, moet ik wel even ingrijpen (lacht)! Brouwerij Martens bestaat al meer dan 250 jaar en staat gekend voor Martens Pils, Sezoens, Kristoffel en 1758. Het familiebedrijf produceert 4 miljoen hectoliter bier per jaar en exporteert naar meer dan 70 landen. Een ander gekend familiebedrijf is Zweko Optics.”
Liesbeth Van der Auwera: “In Bree hebben we dan ook nog Verzekeringen Colson en Geerits. Dat zijn ook goed draaiende familiale ondernemingen.”
Stijn Van Baelen: “Wij zijn natuurlijk een landbouwgemeente. Uiteraard zitten er ook daar heel wat kleinere familiebedrijven tussen. Goed om te weten: 54 % van onze oppervlakte bestaat uit landbouwgrond.”
Veelzijdige mogelijkheden
STERCK. Welke troeven hebben jullie te bieden aan ondernemers?
Liesbeth Van der Auwera: “De bedrijventerreinen zijn allemaal goed uitgerust. Zeker sinds de uitbreiding van Kanaal-Noord. Daarnaast hebben we goede banden met de Breese Economische Stuurgroep. Vroeger zetelden daar vooral bedrijfsleiders van grote ondernemingen in, maar we merken nu toch dat er ook een goed netwerk is met de kmo’ers. Nog een troef is onze ruimdenkendheid. Neem nu de uitbreiding van Greenyard. Eigenlijk is dat allemaal heel vlot verlopen. Ook goed om te vermelden: we zijn volop bezig om het centrum van Bree helemaal opnieuw in te richten op maat van de bezoeker. Met meer sfeer en belevingsruimtes. Ook fijn om te zien is dat heel wat jonge gezinnen zich hier vestigen. Ook hoogopgeleiden die elders werken, ontvluchten de regio niet. Dat resulteert in nieuwe verkavelingen. Een minpunt is natuurlijk de ontsluiting, maar dat geldt voor bijna heel Noord-Limburg. Helaas hebben we dat ook niet in eigen hand.”
Stijn Van Baelen: “We liggen vlak naast elkaar, die ontsluiting is dus ook ons grootste nadeel. Een troef is natuurlijk dat onze kmo-zone aan een blauwe ader ligt. In de toekomst gaan we nog fors inzetten op de ontsluiting via de waterweg. Ook handig: we liggen vlak bij Weert en Budel en zijn dus erg snel op de A2. En we liggen op de grens van de Euregio. Nog een pluspunt is de samenwerking met de andere Noord-Limburgse gemeentes. Iedereen wil de regio versterken, we trekken samen aan hetzelfde zeel.”
Liesbeth Van der Auwera: “Over de Zuid-Willemsvaart gesproken. Er komt weldra aan Kanaal-Noord een watergebonden zone bij en er is een ernstige kandidaat-koper waardoor we in samenwerking met De Waterweg een overslagkade kunnen realiseren. Dat gaat heel interessant zijn voor betonboeren en andere bouwgerelateerde bedrijven. In de nabijheid van Weert – dat ligt hier op tien minuten rijden – is er ook een Turkse onderneming die wil investeren in een terrein om harde plastic te recycleren in plastic kratten. Dat is een heel duurzaam initiatief dat voor heel wat tewerkstelling kan zorgen. Het aanbod van hotels, bed and breakfasts en restaurants staat inmiddels op punt. De Kim Clijsters Academy lokt toch heel wat nationaliteiten naar onze stad. Dat zorgt uiteindelijk ook voor extra tewerkstelling. Hetzelfde geldt voor Via Nova Equine, de gespecialiseerde paardenkliniek van Jan Spaas.”
STERCK. Wat staat er nog in het beleidsplan op economisch vlak?
Liesbeth Van der Auwera: “Het industrieterrein is er intussen, alleen onderhandelen we nog over de watergebonden zone. We hebben sinds deze legislatuur ook een ondernemersloket. Dat breiden we nog verder uit. We willen één aanspreekpunt vormen voor alle noden, wensen en verzuchtingen. Ook de centrumwerken tot een goed einde brengen, is één van de speerpunten.”
Stijn Van Baelen: “Voor ons is het zandverhaal heel belangrijk. En de verdere ontwikkeling van de kmo-zone aan het kanaal. Uiteraard willen we ook een goede dialoog aangaan met onze ondernemers, ook al hebben we daar geen specifieke ambtenaar voor. En we bouwen ook verder aan fijne samenwerkingen met randgemeenten. Zelfs met Nederland, want maar liefst één op dertien inwoners in onze gemeente is van Nederland afkomstig.”
STERCK. Werken jullie trouwens vaak samen?
Stijn Van Baelen: “Absoluut. We hebben bijvoorbeeld dezelfde politie- en brandweerzone. Liesbeth en ik zien elkaar dus wel vaker. Op economisch vlak is er niet zozeer een echt partnership, we hebben bijvoorbeeld aparte ondernemersclubs.”
Liesbeth Van der Auwera: “Dat is vooral historisch zo gegroeid. Maar er zijn vandaag wel intensieve contacten om een inhaalbeweging te maken.”
Stijn Van Baelen: “We zijn nu ook samen aan het zoeken om gronden beschikbaar te stellen aan Limburg.net voor een gemeenschappelijk, modern containerpark.”
Coronacrisis
STERCK. Hoe hebben jullie de coronacrisis verteerd? Zijn er speciale inspanningen geweest om de horeca, middenstand en industrie een duwtje in de rug te geven?
Liesbeth Van der Auwera: “We hebben een horecafonds van 70.000 euro in het leven geroepen. Dat wordt verdeeld onder de inwoners in functie van hun aankopen. Zij krijgen bonnen die ze in brasseries, cafés en restaurants kunnen gebruiken. Dat wordt wel gesmaakt. De huurkosten van onze eigen infrastructuur – bijvoorbeeld aan De Pollismolen – hebben we voor drie maanden kwijtgescholden en de terrasvergunningen hebben we versoepeld. Ook voor de winter, trouwens. Vanuit de bedrijfswereld heb ik niet de indruk dat zij naar de stad kijken voor steunmaatregelen. Ze doen een beroep op Vlaamse en federale premies.”
Stijn Van Baelen: “We hebben een steunpakket van 400.000 euro aan de kant gezet om maatregelen te nemen van diverse aard. Elke inwoner van twaalf jaar of ouder heeft een waardebon gekregen van tien euro voor de middenstand en horeca. Dat viel in goede aarde. Samen met de horeca hebben we een nieuw terrassenplan ontwikkeld. Nu is de uitdaging natuurlijk om een oplossing te zoeken voor de winter. Omdat zij minder mensen in de zaak kunnen toelaten, moeten we misschien kijken of we overkappingen kunnen toelaten.”
Samenwerking
STERCK. Het klikt tussen Bocholt en Bree. Is een fusie een haalbare kaart?
Liesbeth Van der Auwera: “Goh, er zijn nooit concrete gesprekken geweest.”
Stijn Van Baelen: “In ons college is het woord ‘fusie’ wel al eens gevallen. We kijken heel graag waar we kunnen samenwerken. Zo hebben we in het verleden bijvoorbeeld een stuurgroep opgericht om samen te werken op het vlak van de GDPR. Ik sta zeker open om te kijken om op meerdere vlakken samen te werken, maar een fusie … We toetsen elk jaar af of we een goed beleid aan onze burgers kunnen garanderen. Wanneer dat in het gedrang komt, zullen we de mogelijkheden bekijken en een oefening doen. Maar vandaag is dat zeker nog niet aan de orde.”
Liesbeth Van der Auwera: “Een fusie is in mijn ogen alleen interessant als iedereen daar beter van wordt. Wij zijn een centrumstad, dat ligt net iets anders. Hier krijgen we alles voorlopig erg goed gebolwerkt.”