Immense uitdagingen voor bouwsector
Frederik Bijnens, Dirk Driesmans,
Gert Janssen, Filip Raymaekers,
& Michel Vanderstraeten
Bouw - debat

Immense uitdagingen voor bouwsector

Sector bouw - debat

De bouwsector staat voor enorme uitdagingen en de COVID-19-pandemie heeft dat alleen maar versterkt. Bij veel bedrijven staan de marges zwaar onder druk. Terwijl digitalisering voor heel wat efficiëntiewinst kan zorgen, ontbreekt het vaak aan duidelijke afspraken binnen de keten. We brachten vijf hoofdrolspelers rond de tafel voor een geanimeerd bouwdebat.

Coronacrisis

STERCK. Hoe hebben jullie de coronacrisis ervaren tot nu toe en hoe zien jullie de nabije toekomst?

Frederik Bijnens: “Het was heel spannend bij de lockdown in maart. We zijn erin geslaagd om alle werven open te houden, weliswaar aan verminderde capaciteit omwille van alle beschermingsmaatregelen. Van daaruit hebben we terug kunnen opbouwen. Op 7 mei hadden we opnieuw een bezetting van 100 % op al onze werven. In het begin was het op vlak van aanbestedingen en nieuwe dossiers extreem rustig. Vandaag zien we een inhaalbeweging. Er zijn heel veel aanvragen zodat we voor volgend jaar zo goed als vol zitten. 2022 is wel nog een groot vraagteken. Als het virus onder controle blijft en er komt een vaccin, dan gaat dat positief zijn. Als we met de huidige onzekerheid moeten blijven leven, zal het veel minder zijn. Over de toekomst van de kantoorbouw stel ik me vragen. Telewerk is enorm opgekomen en zal die markt veranderen.” 

We hebben al heel veel in BIM gewerkt, maar ik heb de meerwaarde voor de aannemer nog niet ontdekt.

Michel Vanderstraeten: “We waren niet van plan om werven te sluiten, maar door een aantal voorbeelden in de sector is dat toch versneld gebeurd. Half maart lagen we plots helemaal stil. We hebben gelukkig gebruik kunnen maken van tijdelijke werkloosheid. Stelselmatig zijn onze werven terug kunnen opstarten, afhankelijk van de beschikbaarheid van een aantal buitenlandse onderaannemers. In juni waren we terug 100 % actief met de nodige maatregelen en hulpmiddelen. Ons orderboek voor 2021 ziet er nog goed uit. De lopende projecten worden niet stopgezet. Ik stel me net als Frederik wel de vraag wat dit gaat geven voor 2022. Bij de financiële crisis van 2008 heeft het ook tot 2010 geduurd voor we dat echt gevoeld hebben aan de orders. In de retail, horeca en sommige domeinen van de industrie zal er mogelijk minder gebouwd gaan worden.”

Frederik_Bijnens_Democo Frederik Bijnens
Democo

Democo is een algemeen aannemer klasse-8, opgericht in 1977. We zijn een familiaal Limburgs bedrijf met vestigingen in Gent, Antwerpen, Brussel met hoofdkantoor in Hasselt. Democo maakt deel uit van Democo Group waar nog verschillende andere bedrijven zoals Vandenbriele toe behoren. Samen realiseren we 350 miljoen euro omzet per jaar.

Dirk Driesmans: “Als architectenbureau komen we een beetje vroeger in het traject. We zijn op 12 maart volledig op telewerk overgeschakeld met twee dagen technische werkloosheid. Na zes weken waren we terug fulltime bezig en zijn de werven opgestart. Uiteraard hebben we in die periode omzet verloren, maar nu zijn we goed aan het werk. Voor ons wordt 2021 een cruciaal jaar. Zolang er geen toegezegde opdrachten worden stopgezet en de economie niet te veel vertraagt, zal het meevallen. De laatste weken zien we een heropleving in het aantal aanvragen en beslissingen. We moeten nog afwachten of dat herstel duurzaam is. COVID-19 heeft er bij ons in elk geval voor gezorgd dat de lopende digitalisering versneld is doorgevoerd. Dat gaat een positief effect hebben op onze efficiëntie van werken. Minstens een dag per week telewerken is een blijver en zal bovendien bijdragen aan een goede work-life balance voor onze teamleden.”

Wat zeker op ons afkomt is het duurzaamheids-verhaal, en in één adem de vraag hoe we alles betaalbaar kunnen houden.

Gert Janssen: “Wij hebben begin februari al geanticipeerd op het feit dat er ‘iets’ zat aan te komen. Daardoor zijn we half maart niet helemaal stilgevallen. We hebben al onze werven kunnen openhouden, behalve een paar in Nederland die we vrijwillig dicht gedaan hebben omwille van de minder strenge maatregelen daar. We wisten niet wat dat ging geven voor onze medewerkers. We hebben bijna geen buitenlandse arbeidskrachten en veel mensen zelf in dienst wat de zaken gemakkelijker maakt. Ook wij kijken vooral naar het orderboekje van 2021 omdat de doorlooptijd van onze werven een stuk korter is dan bij een algemene aannemer. Alles loopt tot nu toe goed, de aanvragen blijven binnenkomen maar we zijn natuurlijk afhankelijk van het investeringsklimaat.”

Filip Raymaekers: “We hebben gemerkt dat er aan deze kant van het land een daling in verkoop was, maar dat werd gecompenseerd door een stijging in Oost- en West-Vlaanderen en een aantal projecten in de haven. De daling hier hebben we kunnen opvangen met tijdelijke werkloosheid. Ook ons management is 80 % gaan werken uit solidariteit. We hebben veel jonge managers met jonge kinderen, de situatie was niet gemakkelijk voor hen. Voor sommigen was thuiswerk een zegen, maar velen geven aan dat ze de Teams- en Skypemeetings nu toch heel erg beu zijn.”

Gert_Janssen_Mathieu_Gijbels Gert Janssen
Mathieu Gijbels

Mathieu Gijbels is gespecialiseerd in bedrijfs- en kantoorbouw. We doen geen openbare aanbestedingen of residentiële projecten en richten ons vooral op prefabbouw. Ons bedrijf telt een 300-tal mensen, goed voor 90 miljoen euro omzet. We zijn actief in heel België met uitzondering van de kust en werken ook in een deel van Nederland en Duitsland. Mathieu Gijbels is onderdeel van Gijbels Group.

Janssen: “80 % van onze bedienden werkt deels thuis. Maar voor degenen met jongere kinderen die niet naar school konden, is het inderdaad stressvol om thuis te werken. We hebben onze mensen vrijgelaten: ze mochten werken van 6u ’s morgens tot 22u ’s avonds. Ook in de weekends. Dat is heel goed gelopen. We hebben geen daling van efficiëntie gezien. Het is nu wel belangrijk dat mensen terug op kantoor kunnen komen.”

Driesmans: “We hebben zelfs moeten ingrijpen op het te lang werken ’s avonds en in het weekend. Ik heb nog nooit zoveel contact gehad met medewerkers: van ’s morgensvroeg tot ’s avonds laat. We hebben moeten afspreken om ’s avonds na 18u geen mails meer te versturen of videomeetings te beleggen.” 

Digitalisering

STERCK. Op welke manieren zet uw onderneming in op digitalisering van de bouwprocessen? En welke rol speelt BIM (Building Information Modeling) daarin?

Driesmans: “Het belang van digitalisering kan niet overschat worden en gaat nog een exponentiële groei kennen. Op een digitaal model kan je allerlei zaken loslaten. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden. Vergelijk het met de introductie van de smartphone en alle apps indertijd. Wie de trein mist, gaat het moeilijk krijgen. Het routinewerk valt bij ons weg omdat het geautomatiseerd wordt. Daardoor kunnen we ons focussen op het intellectuele. Onze werven die de aannemer in BIM heeft overgenomen, zijn de beste en meest efficiënte werven geweest tot nu toe. BIM staat er centraal als communicatiemiddel waardoor er minder discussies zijn. Iedereen krijgt veel sneller inzicht. Maar de enorme hoeveelheid data moet wel gekanaliseerd worden.” 

Het belang van digitalisering kan niet overschat worden en gaat nog een exponentiële groei kennen.

Raymakers: “Voor de voorbereidende fase van grote en wederkerende projecten ben ik akkoord. Maar voor de kleinere dynamische projecten betekent BIM toch heel veel extra werk. Een project dat nog wijzigt, of een klant die niet goed weet wat hij wil, dat zorgt voor veel vertraging en extra werk.” 

Bijnens: “We hebben al heel veel in BIM gewerkt, maar ik heb de meerwaarde voor de aannemer nog niet ontdekt. BIM werkt net zoals elk ander digitaal programma volgens het siso-principe: shit in shit out. Als de data die rond een BIM-model hangt niet in orde is, dan zal het model zelf ook niet in orde zijn. We hebben veel werk om alles daarrond te regelen. Omdat die input ontbreekt of het nog niet beslist is bijvoorbeeld. En dat leidt vandaag tot vertragingen. Intussen ben je wel aan het bouwen met een onvolledig model. BIM wordt vandaag een beetje oneigenlijk gebruikt als manager om processen aan te sturen, maar dat kan je net zo goed op een traditionele manier doen.”

Dirk_Driesmans_QBus_Architecten Dirk Driesmans
Q-Bus Architecten

We zijn in 1992 opgericht in Lummen en tellen 2 vennoten en 13 medewerkers. Ons kantoor richt zich vooral op de niet-particuliere sector: bedrijfsgebouwen, scholen, kantoren, publieke gebouwen en residentiële projecten van een bepaalde schaalgrootte. Sinds 2016 werken we volledig volgens BIM. Onze projectarchitecten staan in contact met de klanten waarbij onze organisatie hen ondersteunt.

Janssen: “BIM is een containerbegrip. We werken bij wijze van spreken al 20 jaar met een digitaal model. Werken we nu full-BIM? Neen, maar voor al onze projecten gebruiken we wel delen ervan en we doen er voordeel mee om zo conflictvrij mogelijk te bouwen. Het is inderdaad een punt wie er rond een project zit en in hoeverre ze mee zijn in het BIM-verhaal. Het WTCB is hard bezig om in België tot uniforme afspraken te komen. Dat is erg belangrijk, in Nederland staan ze op dat vlak veel verder. We zien wel degelijk voordelen in BIM, het was één van de redenen waarom onze mensen zijn kunnen blijven doorwerken bij het begin van de COVID-19-crisis. Je loodst je klanten vlotter door het proces met meer inzicht.”

Vanderstraeten: “BIM heeft voor een aannemer vandaag alleen een meerwaarde als hij het model zelf kan maken. Op het moment dat wij in een openbare aanbesteding met een BIM-model worden geconfronteerd, kunnen we er vaak niets mee doen omdat het niet is opgesteld op de manier waarop wij gaan bouwen. Het is dan moeilijk om er de juiste informatie uit te halen. Ik ben er wel van overtuigd dat BIM de toekomst zal zijn. Binnen 10 jaar zullen we niet meer zonder zo’n model kunnen. Maar de manier van samenwerken, de formule zou eigenlijk de design & build-formule moeten zijn. 

Janssen: “BIM heeft inderdaad de meeste meerwaarde wanneer we mee in het bouwteam kunnen zitten vanaf het begin en op voorhand met de architect afspraken kunnen maken over wie wat modelleert en op welke manier.” 

Vandaag wordt er nog enorm veel geld opgebrand in alle fases van het bouwproces. 

Driesmans: “Ik denk dat we in de fase zitten dat we naar elkaar moeten toegroeien om op dezelfde manier te werken met een model. Het is niet logisch dat een architectenbureau een model maakt en de aannemer opnieuw moet beginnen. Dat is een kwestie van evolutie en betere afspraken. Het grootste voordeel van BIM is dat je veel meer beslissingen moet nemen in een vroeger stadium. Als architect moet je zoveel mogelijk oplossen op voorhand. Je kan de meeste fouten eruit halen. Vroeger begon men pas na te denken als de bouw bezig was.”

Bijnens: “80 % van onze kosten als aannemer zijn handjes en materialen. Dat wordt door BIM niet beter of goedkoper. Met BIM kunnen we hoogstens een nutteloze vergadering uitschakelen. Die grootste kostenpost wordt door BIM niet beïnvloed. Het als dwingend model gebruiken om beslissingen door te duwen is in mijn ogen een foutieve toepassing.”

Raymaekers: “De opleiding van mensen met kennis van BIM wordt heel belangrijk. Als studiebureau is dat misschien iets gemakkelijk. Aan de kant van de aannemer kan ik me voorstellen dat dit een grotere uitdaging is.” 

Janssen: “We zijn misschien een buitenbeentje omdat we het proces zoveel mogelijk zelf in de hand houden door in bouwteam te werken. Als we het model vanaf het begin mee in de hand kunnen houden, zien we dat de voorbereiding wat langer duurt, maar de uitvoeringstermijn op de werf een stuk korter wordt.”

Vanderstraeten: “Dat kan ik bevestigen. De projecten die we in design & build of in bouwteam realiseren, hebben meestal een heel intensief voortraject waar we veel tijd in moeten steken, maar eenmaal in bouwfase wordt dat project veel efficiënter, sneller en goedkoper gebouwd.” 

Michel_Vanderstraeten_VDS_Group Michel Vanderstraeten
VDS Group

VDS Group telt drie aannemingsbedrijven: Vanderstraeten, Peremans en Execon. We zijn een familiale bouwgroep met vestigingen in Lummen, Halle en Mechelen. Enerzijds zijn we actief in overheidsopdrachten zoals scholen en zorgprojecten, anderzijds in de bouw van residentiële projecten zoals appartementen. We werken in een groot deel van Vlaanderen en een stukje Wallonië en realiseren 100 miljoen omzet met een 200-tal mensen.

Belangrijkste uitdagingen

STERCK. Wat is voor jullie de belangrijkste uitdaging in de bouwsector de komende tijd?

Vanderstraeten: “We horen hier rond de tafel dat de effecten van de COVID-19-pandemie nog redelijk meevallen. Ik zie in de sector echter grote verschillen. Er zijn een aantal bedrijven die outperformen, maar er zijn ook bedrijven - groot én klein - die momenteel ongelofelijk slechte cijfers neerzetten. 

De verschillen zijn enorm groot en dat gaat niet beter worden. Veel bedrijven gaan in overlevingsmodus. De uitdaging de volgende jaren bestaat erin om zeer efficiënt te zijn in het bouwproces met een hoge mate van operational excellence. Dat brengt ons bij de faalkosten. Die kunnen voor een stuk het verschil in prestaties verklaren. Vandaag wordt er nog enorm veel geld opgebrand in alle fases van het bouwproces. Faalkosten kunnen de resultaten met 20 % beïnvloeden. Voor een sector met relatief kleine marges is dat moordend. Ook in ons eigen bedrijf zie ik trouwens een groot verschil tussen de verschillende bouwwerven. BIM zou daar deels een oplossing kunnen zijn, maar is dat vandaag nog niet. Bij Vanderstraeten Group moeten we er in eerste instantie voor zorgen dat de processen draaien, dat iedereen focust op de job en dat we problemen oplossen voor ze zich stellen. Want als ze zich eenmaal stellen, kosten ze enorm veel geld.”

Van een dossier dat 100 % in orde is, kunnen we vandaag niet meer garanderen dat het zeker goedgekeurd zal worden.

Bijnens: “Op heel korte termijn moeten we voorzichtig zijn, zorgen dat we overleven en kijken wat er gebeurt op de markt. Op langere termijn zit er nog iets heel disruptiefs aan te komen. Wat de handjes en materialen betreft, gaat er nog een grote verandering aankomen. Van waar precies is nu moeilijk te zeggen. Daarnaast zal er nog meer klemtoon komen te liggen op duurzaamheid. Het bouwproces is helemaal niet duurzaam, niet qua bouwwijze en niet qua materialen. Die disruptieve verandering zal misschien niet voor morgen zijn maar wel voor de toekomst.” 

Driesmans: “Ik denk dat we echt op een kantelpunt zitten. De automatisatie die Henri Ford ooit doorvoerde in de auto-industrie staat de bouw ook te wachten. BIM kan daar een element in worden. De tijd dat iemand een steen op een andere steen legt, is stilaan voorbij. We moeten nadenken hoe het anders kan. We gaan van stapelen naar monteren volgens mij.” 

Janssen: “Op korte termijn is het zeker een kwestie van overleven en voorzichtig zijn. Op lange termijn gaat er inderdaad iets disruptiefs op ons afkomen. Is dat 3D-printen? Is het montage? Een combinatie van beide? Of nog iets helemaal anders zoals robotisering? Er beweegt heel veel. Wat zeker op ons afkomt, is het duurzaamheidsverhaal. En wat in één adem mee genoemd moet worden, is de vraag hoe we dit allemaal betaalbaar kunnen houden. Allicht kunnen een aantal ontwikkelingen helpen daarin, maar het is in elk geval een zeer grote uitdaging.” 

Vanderstraeten: “Neem het voorbeeld van de auto. Hoeveel zou een auto kosten als je als opdrachtgever eerst een ontwerper zoekt die jouw auto uittekent op maat. Dan ga je een constructeur zoeken om die auto te bouwen. Voor mij ligt het disruptieve in design & build. In het buitenland zie je die ontwikkeling al. In België zitten we nog steeds gewrongen met de wetgeving van 1939 waarbij het beroep van ontwerper en van uitvoerder/aannemer onverenigbaar zijn. Volgens mij is dat achterhaald en moeten we elkaar meer de hand reiken om beter samen te werken.”

Filip_Raymaekers_Profex Filip Raymaekers
Profex

We richten ons als studiebureau op kmo en industrie: zowel in agrarisch gebied als op industrieterreinen. We zijn gespecialiseerd in alle expertises op het vlak van omgevingsvergunningen, bodem en energie. Profex is een onderdeel van United Experts, een groep van studiebureaus die samen 300 mensen tellen, verdeeld over acht kantoren waaronder één in Wallonië. Ons hoofdkantoor is gevestigd in be-MINE Beringen.

Raymaekers: “Voor mij is betaalbaarheid zeker een grote uitdaging. Toen ik in 1989 begon, bestond een aanvraag van bouwvergunning uit een plan en een nota van één bladzijde. Vandaag zien we omgevingsvergunningen met 25 onderdelen of deeldossiers. Van een geluidstudie, een watertoets tot een energienota. Voor elk onderdeel moet je bijna een specialist hebben, want aan de kant van de overheid wordt dat ook door een specialist beoordeeld. Je moet tegenwoordig een enorm brede kennis hebben. Dat is zeker niet evident voor jongere medewerkers in een studiebureau. Aan de kant van de ambtenarij vinden we diezelfde expertise maar toch komen we tegen dat dossiers verkeerd voorgesteld of gelezen worden of dat de diensten elkaar tegenspreken in het advies. Ik stel ook vast dat bepaalde dossiers waar tot anderhalf jaar aan gewerkt is en die perfect in orde zijn, soms op basis van één telefoontje van een bepaalde achterban afgekeurd worden. Dat frustreert ons enorm. Ik kan vandaag aan een klant met een dossier dat 100 % in orde is, niet meer garanderen dat het ook zeker goedgekeurd zal worden. Als studiebureau leven we van de wetgeving. Dat hoort ook zo. Maar er moet een duidelijke lijn zijn.”

Driesmans: “Het positieve is dat we werken in een sector die lang vrij archaïsch was. Er is nog groeimarge voor professionalisering. Bedrijven die daar het verschil in kunnen maken, hebben een toekomst. En dat werkt gelukkig ook motiverend.”  

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels