De Nederlandse familie Nooyen produceert in Hechtel-Eksel roostervloeren die hun weg vinden naar varkensstallen over heel de wereld. Het bedrijf is onderdeel van een bredere familiale bedrijvengroep gespecialiseerd in staal, aanrechtbladen en varkens. Elke tak is ongeveer goed voor een derde van de totale omzet. Die bedroeg vorig jaar ongeveer 75 miljoen euro. Nu de tweede generatie een stap terugzet, is Gerben Nooyen als algemeen directeur aan zet.
“We zijn een rasecht familiebedrijf,” legt Gerben Nooyen uit. “Mijn opa en oma kregen zes zonen die opgroeiden op de boerderij in Deurne nabij Eindhoven (NL). Ze hadden oorspronkelijk een gemengd bedrijf zoals alle boeren in die tijd, maar de zonen zijn alleen met de varkens verdergegaan. Ze kochten biggetjes die ze grootbrachten als vleesvarkens voor de vleesverwerkende industrie. Daarna zijn ze zelf ook biggen gaan kweken. Daarvoor moesten ze stallen bouwen en ze vonden geen vloer die voldeed aan hun wensen. Ze hebben dan maar zelf een stalen vloer ontworpen die we vandaag nog steeds gebruiken en in de markt zetten. De mest kan er goed doorheen, de zeug en de biggetjes kunnen er goed op staan en hij is zuiver en hygiënisch. Mijn vader en ooms hebben die vloer gemaakt, getest en geïnstalleerd in hun eigen stallen en snel volgde de vraag van andere boeren die dezelfde vloer wilden hebben. Zo is het begonnen. Ze zijn dan naar de landbouwvakbeurs getrokken en de productie van roosters werd al snel een volwaardig bedrijf.”
Vandaag produceert Nooyen roosters voor nagenoeg de hele wereld. In Hechtel-Eksel bevindt zich de grootste site. De familie had hier oorspronkelijk een partner die de galvanisatie verzorgde. Op een gegeven moment bleek het in Nederland nog moeilijk om aan mensen te komen en die werden wel gevonden in de streek rond Hechtel-Eksel. “De verzinkerij is naar Overpelt verhuisd en wij zijn hier in Hechtel-Eksel onze roosters gaan produceren. Daarnaast hebben we een eigen productielocatie in de VS voor de Amerikaanse markt en Mexico. En in China produceren we voor de Chinese markt. De Aziatische markt in zijn geheel wordt wisselend door China of door Europa beleverd.”
STERCK. In de loop der jaren is jullie aanbod uitgebreid?
Gerben Nooyen: “We zijn begonnen met stalen, gegalvaniseerde roosters en hebben daar later verwarming en zelfs koeling aan toegevoegd. Daarna is het aanbod ook uitgebreid met gecoate roosters en composietmaterialen. Onze grootste en belangrijkste tak is de gecoate rooster. Dat is een stalen frame dat geplastificeerd of gecoat wordt. Het grote voordeel is dat het rooster uit één stuk gemaakt is zonder spleten. Al onze producten zijn gestoeld op drie pijlers: hygiëne, dierwelzijn en economie voor de boer. De gecoate rooster is daar de ultieme oplossing in. Onze klanten zijn voornamelijk internationale verdelers. Met onze kleine organisatie kunnen we zo de hele wereld bedienen. We zijn actief in een groot deel van de wereld, behalve in regio’s waar er weinig of geen varkens zijn zoals het Midden-Oosten. We maken ook vloeren voor andere vormen van veehouderij zoals kalveren en schapen, maar de vloeren voor varkensstallen zijn veruit ons belangrijkste product.”
- 3 takken: • Staal: roosters, kennels, hekwerk, gevelbekleding • Aanrechtbladen • Varkenskwekerij
- 75 miljoen euro omzet
- 400 medewerkers
- 10 bedrijven
Gevelbekleding
STERCK. Intussen zijn jullie met het merk Tribar ook gediversifieerd naar gevelbekleding?
Nooyen: “De gevelbekleding is een andere toepassing van onze stalen draadroosters. Ze worden steeds vaker gebruikt als bekleding van toonaangevende bouwprojecten zoals de luchthaven van Schiphol, het shoppingcenter in Deinze, bepaalde bruggen ...
De roosters zijn opgebouwd uit allemaal lijnen en die komen mooi uit in een architectonisch ontwerp. Dat idee is ontstaan op een moment dat het wat minder druk was. We zijn in contact gekomen met iemand die inmiddels een agent voor ons is en die de sector goed kent. Samen hebben we de markt bewerkt. De aannemer is daar de klant, maar het is de architect die de gevelbekleding moet intekenen en voorzien in het ontwerp. Hij is voor ons de belangrijkste schakel in een project. We hebben trouwens ook een productiesite voor sierhekwerk in Pelt. Dat is een bedrijf dat we ooit overgenomen hebben en dat past binnen onze activiteiten. Daarmee gaan we ook naar verschillende landen.”
Dankzij de filosofie van het allemaal samen te doen als familie, zijn we zo ver gekomen.
Iberico Varkens
STERCK. Intussen zijn jullie ook nog steeds actief in de varkensindustrie?
Nooyen: “We waren varkensboeren en dat zijn we nog steeds. Jaren geleden zijn we in een periode van varkenspest in Nederland, in Spanje terecht gekomen. We kenden een Belg die onze vloeren in Spanje verkocht en hij heeft ons geholpen onze biggen in Spanje groot te brengen. We zijn daar eerst alleen met vleesvarkens begonnen, daarna met zeugen en biggen, en later hebben we ook een slachterij en hammendrogerij overgenomen. Inmiddels zijn we van standaard witte varkens overgeschakeld naar Iberico-varkens. Dat is een compleet andere kwaliteit van vlees. We hebben in Spanje alles bij elkaar een 4.500 zeugen en bijhorende vleesvarkens. We slachten de varkens zelf en maken daar allerlei vleesproducten van, vooral de typische Iberico-ham. We vermarkten die in onze eigen winkels waarvan we er een paar hebben of gaan naar de kleinere groothandels in Andorra, Zuid-Frankrijk en Spanje.”
Jetstone
STERCK. Een derde grote tak van jullie bedrijvengroep is Jetstone, waarmee jullie werkbladen produceren?
Nooyen: “Daar zijn we inmiddels 27 jaar geleden mee begonnen. Het bedrijf is eigenlijk gestart toen één van mijn ooms zijn huis aan het verbouwen was en de granieten vloeren te duur vond. Hij is er dan zelf één gaan maken. Dat is uitgegroeid tot een prachtig bedrijf waar we vandaag meer dan 1.000 aanrechtbladen per week maken: in natuursteen, graniet, composiet en tegenwoordig ook in keramiek. Klanten zijn voornamelijk de keukencentra, al komt de eindklant vaak bij ons in de showroom kiezen. Je moet daarvoor een echte belevingswereld creëren waar je de eindgebruiker ontvangt. Dat geldt trouwens ook voor onze winkels die vlees verkopen. De rest van de bedrijven zijn meer b2b-gericht.
Toen we begonnen met onze eerste winkel in Spanje waar we vlees verkochten, hebben we zowat alles fout gedaan wat we fout konden doen (lacht). Het enige wat goed was, waren de openingstijden. Als je een supermarkt of winkel binnenkomt, schuilt er een complete routing en strategie achter de inrichting en daar hadden wij in het begin niet het flauwste benul van. Het was een leerproces om tot de juiste formule te komen die wel aansloeg. Maar we hebben veel bijgeleerd.”
Al onze roostervloeren zijn gestoeld op drie pijlers: hygiëne, dierwelzijn en economie voor de boer.
Familiaal ondernemen
STERCK. Hoe ziet de familiale structuur achter de bedrijvengroep eruit?
Nooyen: “Mijn opa en zijn zes zonen zijn met alle activiteiten begonnen. Dankzij de filosofie van het allemaal samen te doen, zijn we zo ver gekomen. De verbindende factor was mijn opa en het feit dat we als familie elke dag samen met elkaar aan tafel zaten. Daar werden de dagelijkse beslommeringen besproken. Vandaag komen mijn ooms en ikzelf nog steeds bijna elke dag samen op de boerderij waar alles begonnen is. Opa is er inmiddels niet meer, maar de zaken worden daar nog steeds besproken, zij het in een iets andere vorm dan in het verleden. Er staat echter nog elke dag eten op tafel en iedereen die in Deurne is, passeert er. Van mijn (derde) generatie is er verder niemand in het bedrijf actief. Mijn generatiegenoten hebben andere interesses en keuzes gemaakt. Er is nooit druk geweest vanuit de familie om deze job te doen. Je krijgt bij ons je kans maar je moet het wel kunnen en dan moet je het ook waarmaken. Het mag maar het moet niet. Als algemeen directeur van de groep heb ik het stokje overgenomen van mijn oudste oom. De tweede generatie zette langzaam een stapje terug en ik eentje naar voor. Maar alle bedrijven zijn nog steeds eigendom van de hele familie. Dat is volgens mij ook de kracht van het familiebedrijf. Iedereen heeft dezelfde inzet maar niet iedereen heeft dezelfde vaardigheden en kennis. De ene richtte zich meer op techniek, de ander was meer bezig met verkoop, een derde met productie … Zo deed iedereen waar zijn grootste waarde lag.”
Verenigde Staten
STERCK. Jullie hebben heel verschillende activiteiten van de VS tot Spanje en China. Hoe wordt de groep aangestuurd?
Nooyen: “De verschillende bedrijven hebben intussen elk een eigen directie. Van de ooms is er nog één voltijds in dienst van het bedrijf. De vijf andere broers zijn mijn gratis adviseurs met gevraagd en ongevraagd advies (lacht). Ze zijn allen nog heel erg betrokken, maar niet meer operationeel actief. De ooms zijn vervangen door managers die samen een managementteam vormen. Zelf ben ik het grootste deel van mijn tijd met de metaalbedrijven en met de varkens in Spanje bezig. Over de bedrijven heen werken er een 400-tal mensen. In de VS zijn dat slechts een 15-tal mensen, maar het mooie van de site daar is dat alles sterk geautomatiseerd is. De Amerikaanse markt is er één van massaproductie en volume. De fabriek daar kan veel efficiënter werken omdat de markt compleet anders is. Hier zijn er veel kleinere bedrijven en heeft iedereen zijn eigen visie op hoe een stal eruit moet zien. In de VS zijn dat allemaal dezelfde stallen met units van 4.000 zeugen. Als je er meer wil hebben, zet je twee of drie dezelfde units neer. Maar alles is volledig gestandaardiseerd, heel anders dan hier. In China hebben we een kantoor en werken we samen met lokale bedrijven die voor ons produceren. Wij maken de designs, de mallen, doen de kwaliteitscontrole, enzovoort. De site in Hechtel-Eksel ten slotte is de belangrijkste omdat we hier alle roosters kunnen maken. Hier werken een zestigtal mensen en realiseren we een omzet van 14 à 15 miljoen euro.”
“De maatregelen die we nu als mensen nemen in kader van corona, zijn maatregelen die we in varkensbedrijven al sinds jaar en dag toepassen: steeds in kleine groepjes, hygiëne respecteren, niet mengen van leeftijden, handen wassen, douchen …”, legt Gerben Nooyen uit. “Elke varkenshouder herkent zich sterk in de situatie. Sterker nog: over looplijnen, hygiënenormen en het vermijden van kruisbesmettingen kunnen de mensen volgens mij nog iets leren van een goede varkenshouderij. Je kan bij ons niet een beetje hygiënisch werken. Je doet dat 100 % of niet.”
Coronacrisis
STERCK. Welke impact heeft de coronacrisis
op jullie bedrijvengroep?
Nooyen: “Uiteraard is er een gigantische impact. Zeker voor de verkopers en adviseurs die naar buiten moeten. Ze zijn sterk geremd in hun contacten en moeten op andere manieren de klanten contacteren. Maar voor alles is er een oplossing. Het is alleen even wennen. Nieuwe klanten en nieuwe markten zijn wel een stuk moeilijker bereikbaar. Zo hadden we onze pijlen gericht op Zuid-Amerika maar dat is nu praktisch niet haalbaar door corona. Naar Azië reizen, gaat ook niet. De investeringen in onze producten worden daarom niet geannuleerd maar in een aantal gevallen wel vooruitgeschoven. Het is bij ons niet zo erg gesteld als in de reissector of de horeca. We moeten positief blijven. De productie van de varkenshouderijen is constant terwijl verschillende slachterijen tijdelijk dicht zijn geweest door corona. Dat zorgt lokaal, en dan bedoelen we in Europa, voor een prijsdaling in tegenstelling tot wereldwijd, waar er nog steeds een tekort aan varkensvlees is. Varkensproductie is een keten, je kan die beesten niet blijven houden, ze worden zwaarder en er komen elke dag nieuwe biggen bij. De prijsevolutie is in korte tijd van heel goed naar heel slecht gegaan. Corona en de opstoot van varkenspest nu, speelt daar een rol in. De prijs staat momenteel wel wat onder druk, maar het is niet de eerste keer dat we dit in de varkenshouderij meemaken.”
Jetstone is een prachtig bedrijf waar we vandaag meer dan 1.000 aanrechtbladen per week maken.
STERCK. Wat zijn voor u de belangrijkste uitdagingen op korte termijn?
Nooyen: “We hebben onlangs geïnvesteerd in verdere groei van het bedrijf. De organisatie is er klaar voor gemaakt. Met de coronaperikelen kunnen we minder reizen. Zeker binnen de staaltak moeten we die groei toch kunnen realiseren. Dit zal nu alleen iets langer duren dan we gepland hadden, maar het komt wel goed. Ook wat betreft de vleesbusiness zet corona een rem op onze groei. Daar zitten we in een verdringingsmarkt. De prijzen van het vlees staan onder druk. We moeten scherp blijven. Wie een steek laat vallen, mist de boot en we gaan zorgen dat wij dat niet zijn.”