In het meest noordoostelijke deel van onze provincie, pal tegen de Nederlandse grens, ligt Kinrooi. Iets zuidelijker vind je Maaseik. De twee gemeentes huisvesten samen zo’n 37.000 inwoners en vormen een toeristische hotspot. Wat de regio te bieden heeft? Ruimte. Om te leven, genieten, werken en ondernemen. Hoog tijd voor een gesprek met burgemeester Jo Brouns (CD&V) van Kinrooi en schepen van lokale economie Marc Vereecken (N-VA) van Maaseik.
Maaseik, op de linkeroever van de Maas, telt intussen meer dan 25.000 inwoners en staat gekend voor het 18de eeuwse stadhuis en het standbeeld van de Gebroeders Van Eyck op het marktplein. Maaseik wordt getypeerd door de mooie natuurgebieden, de goede volleybalploeg en het recent vernieuwde ziekenhuis Maas en Kempen. Aan het hoofd van de stad staat Johan Tollenaere (Open VLD). Iets noordelijker, in Kinrooi, zwaait Jo Brouns de scepter. Zijn gemeente staat gekend voor de grote en unieke Maasplassen, uitgebreide agrocultuur, fraaie jachthaven en kilometerlange wandel- en fietspaden.
STERCK. Kunnen jullie het economisch landschap eens schetsen?
Marc Vereecken: “In Maaseik is er niet zo’n heel groot industriegebied. Jagersborg is een regionaal bedrijventerrein van zo’n 74 hectare met zowel kleine als grotere ondernemingen. Het pijnpunt is de ontsluiting, maar daarvoor gaat eind dit jaar of ten laatste begin volgend jaar de schop in de grond. Bovendien komt er een bedrijfsverzamelgebouw met 22 units. Daarnaast hebben we nog Renkoven en in Neeroeteren is er het kleinschaligere Klein-Root. We hebben niet veel grote bedrijven in onze stad, maar wel vele kleintjes. Ook typisch voor Maaseik is de Bosstraat: een bruisende straat in het centrum. Daar is erg veel bedrijvigheid op het vlak van horeca en kleinhandel. Leegstand is er – zelfs na de coronacrisis – nagenoeg niet. Er zijn zelfs heel wat starters. De grootste werkgever van Maaseik? Dat is zonder twijfel Ziekenhuis Maas en Kempen.”
De gemeente Kinrooi test samen met de VUB of ze de landbouwgronden natter kunnen maken met behulp van gezuiverd afvalwater. Kwestie van het zakkende grondwaterprobleem de baas te kunnen. “We trekken volop de innovatiekaart”, zegt Jo Brouns. “Via een buizensysteem bevloeien we maïsvelden in Molenbeersel. Dat water is afkomstig uit een zuiveringsstation uit de buurt. Het is een veel beter alternatief dan gezuiverd afvalwater in de beken te lozen. We moeten dat water vasthouden. Die circulaire gedachte is goed voor de landbouw, maar ook voor bedrijven, om bijvoorbeeld machines af te spuiten.”
Jo Brouns: “In Kinrooi zijn er twee grote kmo-zones. Allereerst is er Heikemp in Molenbeersel, vlak bij de Nederlandse grens, met onder andere Schelfhout, daarnaast is er ook nog industriezone Leuerbroek. Daar hebben we onlangs een uitbreiding van acht hectare gehad in samenwerking met LRM. Dat is intussen ook allemaal ingevuld. En dan hebben we Agropolis nog. Dat is een innovatief landbouwbedrijventerrein. Uniek in zijn soort. Noem het gerust een paradepaardje voor Kinrooi. We hebben hier ook een van de sterkst groeiende UNIZO-afdelingen. Met de kleinhandel gaat het dus ook goed. Door die mix van industrie, toerisme en kleinhandel houden we de werkloosheid in Kinrooi erg laag.”
STERCK. De regio staat natuurlijk ook bekend voor de vrijetijdseconomie. Vertel daar eens wat meer over?
Brouns: “We zetten op dat vlak fors in op ons DNA, op de relatie met de land- en tuinbouw. Denk maar aan de aspergekwekers. Het gaat verder dan korteketenverkoop. Er zijn de Aspergefeesten en jaarlijks verkiezen we zelfs een Aspergekoningin. We kweken in totaal 28 verschillende soorten groenten in Kinrooi, eigenlijk willen we de grootste groentetuin van Vlaanderen zijn. En we beregenen zo’n 2500 hectare grond dagelijks met een uniek irrigatiesysteem. Een ander mooi voorbeeld van onze vrijetijdseconomie is de jachthaven. In combinatie met de horeca en B&B’s trekken we de toeristen niet alleen naar hier, we houden ze hier ook even. En dat opent dan weer deuren voor andere ondernemers.”
Sommigen zien onze ligging als een bedreiging, ik bekijk het als een kans.
Vereecken: “In Neeroeteren en Opoeteren zijn er nog ontzettend veel bossen. Dat groen is een grote troef. Wie in de zomer op vakantie of kamp gaat, heeft hier ongetwijfeld al gelogeerd. Ook recreatiepark Warredal is een trekpleister. Ze komen van ver om in de exclusieve boomhutten te slapen. En we toveren oud crossterrein Waterloos om tot Bikepark Maaseik met natuurlijke hindernissen. Onze dorpen met landelijk karakter hebben dus echt veel te bieden. Wel jammer is dat de meeste toeristen Maaseik te weinig kennen. Daar ligt onze uitdaging. Want we hebben met de gezellige markt en prachtige gebouwen een erg mooi kader. Volgend jaar organiseren we opnieuw de Harlindis en Relindis, een ommegang die om de 25 jaar plaatsvindt. Er zijn dus voldoende troeven om voor meerdere dagen naar Maaseik te komen.”
STERCK. Wat zijn de troeven van de regio?
Brouns: “Sommigen zien onze ligging als een bedreiging, ik bekijk het als een kans. We liggen op een boogscheut van de grootste verkeersader van Nederland: de A2. Daarnaast zijn de belastingen in Kinrooi een erg grote troef. We heffen geen enkele ondernemersbelasting meer. En de personenbelasting bedraagt amper zes procent. De ruimte die er is, proberen we maximaal te benutten. En op administratief vlak doen we er alles aan om ondernemers maximaal te ontzorgen.”
Vereecken: “De ligging – op slechts drie kilometer van de A2 – is een echt pluspunt. Ook niet onbelangrijk: mensen werken en wonen graag in Maaseik. We doen er dus alles aan om iedereen hier te houden.”
STERCK. Wat staat er op het prioriteitenlijstje van deze legislatuur?
Vereecken: “Bij ons zijn dat drie dingen. We willen een topstad zijn om in te wonen. Als je ziet hoeveel nieuwbouwprojecten er vandaag zijn, neemt het aantal kwalitatieve en duurzame woningen alleen maar toe. Daarnaast is ook cultuur, toerisme en sport deze legislatuur erg belangrijk. En we zetten fors in op duurzaamheid. Het oud ziekenhuis van Maaseik ligt er vandaag erg slecht bij, maar na de sloop zijn er ontzettend veel mogelijkheden. Denk maar aan een park dat fungeert als connectie met de binnenstad. Er zijn ideeën om er een uitkijktoren te bouwen of een museumfunctie te bieden.”
“We zijn niet de stad die torenhoge budgetten heeft. Maar we organiseren wel veel acties die de lokale economie een duwtje in de rug geven. Door de coronacrisis zetten we nog forser in op beleving. Zo organiseren we themadagen of nodigen we een band uit die door de straat marcheert op een koopzondag. We maken het gezellig en hangen vlagjes of sfeerverlichting op om de beleving nog een niveau hoger te krikken. Daarnaast geven we subsidies voor gevelrenovaties en organiseren we online bijscholingen voor ondernemers. Ik wil maar zeggen: we stoppen erg veel energie in onze inwoners en ondernemers.”
STERCK. Is er nog ruimte om te ondernemen?
Brouns: “Leuerbroek zit helemaal vol. In Ophoven is er nog een beetje ruimte en voor Agropolis zijn er nog heel wat mogelijkheden. Landbouwruimte staat eveneens onder druk. Je merkt wel dat ondernemers vandaag minder grote oppervlaktes nodig hebben. Er is een grote behoefte aan kmo-units die eventueel meegroeien met hun business. Het voordeel? Kostenbeheersing. In Ophoven hebben we daarom 20 units voorzien, in Kinrooi 16. Die zijn ideaal voor starters maar ook voor herlokalisatie. Qua leegstand zitten we erg goed. De buurtwinkel staat in sommige dorpen wel onder druk, maar dat is zeker niet alleen in Kinrooi. We trekken wel erg hard de kaart van participatie. Een mooi voorbeeld is het initiatief Kinrooimeemaken.be. Dat is een online platform waar we luisteren naar de noden en ideeën van zowel burgers als ondernemers.”
Voor de ontsluiting van Jagersborg gaat eind dit jaar of ten laatste begin volgend jaar de schop in de grond.
Vereecken: “Op industriegebied Jagersborg in Maaseik zijn er nog wel enkele grote percelen beschikbaar. En we vragen eigenaars die tot op heden nog niets met hun aangekochte industriegrond gedaan hebben om er met bedrijvigheid te starten of het perceel terug te verkopen. Kwestie van de ruimte optimaal te benutten. Ondernemers zijn niet voor niets ondernemers. Het heeft geen zin om industriegrond te kopen om er helemaal niets mee te doen. Dat is een participatieproject met Ondernemersvereniging Ondernemers Jagersborg Maaseik (OJM). In de binnenstad is er nog voldoende handelsruimte. Er is wel wat leegstand. Winkelcentrum Kloosterbempden blijft een moeilijk gegeven. We zijn daar zelf geen eigenaar van en bovendien verlopen de onderhandelingen meestal stug.”
STERCK. Zijn er bepaalde initiatieven voor starters?
Vereecken: “We proberen starters zo goed mogelijk te begeleiden als ze contact opnemen met het ondernemersloket. Wat in het verleden ook al eens gebeurd is: ik doe graag een goed woordje voor een starter bij een potentiële verhuurder. Kwestie van het huurgeld tijdelijk wat te verlagen.”
Brouns: “Starters of nieuwe bedrijven geven wij een figuurlijk VIP-statuut. We ontzorgen ze maximaal via het ondernemersloket en proberen zoveel mogelijk vragen en noden te capteren. Ook wat vergunningen betreft: daar proberen we de doorlooptijden zo kort mogelijk te houden. Die ontzorging is het speerpunt.”
STERCK. Zijn er enkele uitdagingen waar jullie nog mee kampen?
Vereecken: “Omdat hier niet heel veel grote bedrijven zijn, is het een uitdaging om hoogopgeleiden hier te houden. Zij gaan vaak in grotere steden werken. Gelukkig blijven heel wat Maaseikenaars hier toch nog wonen. Omwille van de rust en het groen.”
Brouns: “We zien nu ook nog te vaak dat jongeren die pas op de arbeidsmarkt komen hier wel een uitgebreid sociaal netwerk hebben, maar de buurt verlaten om dichter bij hun werk te gaan wonen. Door de coronacrisis hebben we natuurlijk allemaal leren telewerken en online vergaderen. Hopelijk zorgt dat ervoor dat we ook in het nieuwe normaal massaal in onze eigen regio blijven. Plaatsonafhankelijk werken zou voor een kleinere uitstroom kunnen zorgen. Wat wij daar als gemeente aan doen? We zorgen voor een lage fiscaliteit, betrekken de burgers, bieden goedkope bouwgronden aan, denken mee en ontzorgen maximaal.”
STERCK. Zetten jullie als buurgemeenten al samen initiatieven op?
Brouns: “Met Marec bundelen we verschillende initiatieven in De Spaenjerd en Herenlaak, onze twee jachthavens. Er is ook een eerstelijnszone, het zwembad en de intercommunale zijn gemeenschappelijk. En we delen op dit moment hetzelfde vaccinatiecentrum.”