Lang had hij getwijfeld. Hoe graag hij ook bij print- en ontwerpbedrijf White Light werkte: het roer van het familiebedrijf zelf in handen nemen, leek hem tot een poos geleden wel een erg grote stap. Maar op 1 mei werd Lieven Engelen officieel ondernemer én eigenaar van White Light, het bedrijf dat ouders Marcel en Vera in 1983 hadden opgericht. Samen met Lieven blikken we terug op de overdracht én vooruit naar de toekomst. Want plannen, die zijn er te over.
1983. Fotograaf Marcel Engelen richt, samen met echtgenote Vera, in de Genkse Kapelstraat een fotostudio op. Niet zomaar een fotostudio. Er hoort een chemisch fotolabo bij. Én een café. Én een exporuimte. Ideaal voor professionele fotografen die er een kop koffie kunnen drinken terwijl hun foto’s ontwikkeld worden. En daarnaast ook nog even die tentoonstelling van een jong of gevestigd talent meepikken. Lieven Engelen: “Tot op vandaag kom ik nog mensen tegen die het concept graag zouden zien terugkeren. Dat behoort voorlopig niet tot de mogelijkheden, vrees ik. Maar weet je dat een aantal klanten van toen, zoals JBC en Euro Shoe Group, nog steeds klant bij ons zijn? Hoewel we geen fotografiediensten meer aanbieden, hebben we hen wel steeds meegenomen in ons verhaal.”
Groeiverhaal
STERCK. Wanneer zijn jullie dan van de fotografie afgestapt?
Lieven Engelen: “De fotostudio barstte al snel sterk uit haar voegen. In 1990 verhuisden we naar de Weg naar As waar mama en papa zelf een pand hadden gebouwd achter onze woning. De fotostudio en het labo werden groter, en mijn ouders namen iets meer presentatietechnieken op in het aanbod. In de bijbehorende winkel kon je als particulier ook je foto’s laten ontwikkelen of inkaderen. Alles liep goed, tot de digitale fotografie aan het eind van de jaren 90 haar opwachting maakte. Toen hoorde je al hier en daar dat de digitalisering alles zou veranderen. Een boot die papa niet wilde missen. Hij geloofde sterk in die vernieuwing, dat heeft hij altijd gedaan. Het heeft ons vaak op voorsprong gebracht in de sector. Zo werden we in die tijd één van de eerste bedrijven die digitaal konden printen op grootformaat. Een belangrijke mijlpaal, want die techniek bleek inderdaad alleen maar belangrijker te worden. In 2001 besloten we om ons chemisch labo te sluiten.”
STERCK. Wie waren jullie klanten?
Engelen: “Het digitale printen deden we vooral voor Euro Shoe Group en verschillende kleine klanten, maar we voorzagen bijvoorbeeld ook de eerste Big Brother-cafés van digitaal printwerk. Denk maar aan raamdecoratie, POS-materiaal of grote doeken. En voor Marktrock voerden we in die jaren één van de eerste grote digitale printjobs uit: rondom een rondpunt brachten we een bedrukte banner van zo’n 7 meter hoogte en 50 meter lengte aan. Nu lijkt dat een fluitje van een cent. Toen was dat, zeker in ons land, een waar huzarenwerkje. En hoewel we nog steeds een vernieuwende speler zijn in onze sector, zijn we er toch voorzichtiger in geworden.”
Moeilijke jaren
STERCK. Hoe komt dat?
Engelen: “In 2004 investeerden we fors in een nieuwe techniek voor digitaal printen waarbij we rechtstreeks op plaatmateriaal konden printen. Tot dan hadden we altijd op flexibele materialen zoals stickers of pvc-doeken geprint. We kochten een machine van zo’n 600.000 euro aan bij de Israëlische producent NUR. Helaas kwam die technologie voor ons net te vroeg, ze kampte nog met kinderziektes. Enkele jaren nadat we ons toestel hadden aangekocht, kwamen er veel goedkopere machines op de markt die net hetzelfde konden. Bovendien ging de producent failliet – gelukkig werd de technologie door HP overgenomen – en loerde de financiële crisis om de hoek. Het kostte ons bijna ons bedrijf. De weerslag van die investering hebben we danig gevoeld tot 2008, 2009.”
STERCK. Zette dat een rem op nieuwe investeringen?
Engelen: “Het is in elk geval de reden waarom we voorzichtiger zijn geworden en niet meer per se als eerste op de kar springen bij vernieuwende technologieën. Zoals nu, met het 3D-printen op groot formaat. Daar blijven we nog even vanaf. Maar al bij al hebben we die moeilijke jaren vrij goed doorstaan. Ook dankzij de ondersteuning van de bank, die steeds is blijven geloven in ons verhaal. Sinds 2010 zijn we terug een financieel gezond bedrijf. En we hebben er ontzettend veel uit geleerd. Het is trouwens in die periode dat ik mijn ouders bij White Light heb vervoegd. Hoewel het een zware periode voor hen was, zijn zij altijd positief gebleven en hebben ze het hoofd nooit laten hangen. Dat bewonder ik echt. Zodra het terug kon, investeerden we verder in de vernieuwing van ons machinepark. Alleen de zoektocht naar een nieuw gebouw besloten ze tijdelijk uit te stellen. Een verstandige keuze van mijn ouders.”
De ondernemersles die ik van mijn ouders kreeg? Dat eerlijk zakendoen het langst duurt.
Nieuwe stappen
STERCK. Sinds enige tijd richten jullie je ook op de project- en interieurmarkt.
Engelen: “Ook hier waren we één van de eerste Belgische spelers. We zorgen daarbij voor de productie en plaatsing van een project in opdracht van creatieve bureaus, maar kunnen ook vanaf de conceptfase aan de slag gaan en dus de hele flow voorzien. Van kantoren en showrooms tot en met experience centres en horecazaken. Opties te over (lacht). De laatste twee jaar hebben we in dit segment een omzetgroei van 28% opgetekend. Klanten in dit segment zijn bijvoorbeeld Creneau int., Wilms, Sibelco, Caparol, Spaas Kaarsen, Levenstond Seafood, JBC, en diverse steden en gemeentes.”
STERCK. Dat doen jullie ondertussen vanuit een prachtige uitvalsbasis in de schaduw van de schachtbokken van C-mine.
Engelen: “Dat klopt, het heeft een tijd aangesleept, maar sinds 2018 vind je ons hier aan C-mine. Dit nieuwe gebouw was ook een prima gelegenheid om verdere stappen te zetten in ons duurzame Go green-verhaal. Dat willen we in de toekomst nog verder uitbouwen.”
Van werknemer naar ondernemer
STERCK. Maar dat zal zonder je ouders zijn. Want sinds 1 mei sta jij aan het roer van White Light. Was het voor jou een uitgemaakte zaak om hier te komen werken?
Engelen: “Ik ben opgegroeid in de zaak. Na school, in vakanties … Ik liep altijd rond in het bedrijf. Sommige werknemers hebben me zien opgroeien tussen de machines. Mijn zus had dat veel minder. Ik was geen al te goede student. Nadat ik merkte dat Toegepaste Informatica me niet lag, besloot ik Communicatie en Multimedia Design te gaan volgen. Maar daar kreeg ik al snel de indruk dat één en ander achterhaald was ten opzichte van de praktijk. Dus besloot ik mijn ouders in 2008 dé vraag te stellen: of ik niet bij White Light mocht komen werken. Ze vielen natuurlijk niet helemaal uit de lucht. En als jobstudent met een haast voltijdse job had ik voor de Fun Group al heel wat werkervaring opgedaan. Maar ik ben, zoals dat hoort, bij het begin begonnen: bij de plaatsing. Beetje bij beetje ging ik meer projecten opvolgen. Met vallen en opstaan. En natuurlijk heb ik fouten gemaakt.
Dat zal ik ook altijd zeggen als iemand anders er eentje begaat. Stilaan ging ik meer klanten begeleiden en legde ik me toe op calculatie, wat niet zo gemakkelijk is in een segment waar je het product vaak nog moet ontwikkelen. Tot aan de overname in mei heb ik in loondienst gewerkt.”
STERCK. Hoe verliep de rolverdeling al die tijd tussen jou en je ouders?
Engelen: “Mijn ouders gaven me jaar na jaar meer beslissingsrecht. Dat is eigenlijk heel natuurlijk gegroeid en ik heb die kansen ook gegrepen. Papa focuste zich vooral op het creatieve, mama volgde de productieplanning en organisatie op. Ik verzorgde de klanten- en leverancierscontacten en het personeel. Die taakverdeling blijft nog even zo, ook nu ik White Light heb overgenomen. Ik vind het wel fijn dat papa en mama zo nog even hun kennis kunnen doorgeven aan het team.”
STERCK. Van werknemer naar ondernemer. Dat is niet altijd een evidente stap.
Engelen: “Dat klopt. En ik heb een hele poos niet in zulke termen gedacht. Net omdat ik hier ben gestart in wat toch een crisisperiode was. Die financiële druk, dat wilde ik niet. Maar de laatste jaren is er een gezond evenwicht. En nadat ik ook op persoonlijk vlak de nodige stabiliteit had gevonden, kreeg ik meer en meer vertrouwen om de stap toch te zetten. Toch heeft het nog een poos geduurd voor we er allemaal klaar voor waren. Mijn ouders wilden aan de ene kant duidelijkheid omtrent hun toekomst omdat ze hun pensioen naderden. Maar het loslaten was ook niet zo evident, zeker niet voor papa. Tegelijkertijd wilden ze vermijden dat het bedrijf een financiële strop voor mij zou worden of dat ik een overhaaste beslissing zou nemen. Er is wel wat tijd over gegaan voor we eindelijk rond de tafel zijn gaan zitten. Want tussen willen en kunnen ligt er nog een hele weg.”
Extern advies
STERCK. Hoe hebben jullie je laten begeleiden?
Engelen: “Via VKW Limburg deden we een beroep op een raad van advies, een bedrijfspsycholoog en een financieel adviseur. Die hadden we al eerder geïnstalleerd, omdat we bij de investering in het nieuwe gebouw graag een klankbord wilden. Een goede keuze, want zij konden ook adviseren in de spanningen die er soms tussen mij en papa waren. We delen dan wel dezelfde visie, op het vlak van de dagdagelijkse werking kon het nogal eens botsen. Zij adviseerden ons in een nieuwe structuur die duidelijk was voor iedereen. Dat bracht rust. Aanvankelijk heb ik bekeken of het interessant zou zijn om eventueel met een tweede partij in zee te gaan. Daar heb ik uiteindelijk toch van afgezien. In november 2020 begonnen alle puzzelstukken mooi samen te vallen en besloten we ervoor te gaan.”
STERCK. Hoe verliep dat?
Engelen: “De gesprekken die je dan moet voeren, zijn niet de gemakkelijkste: financiële aspecten en emoties komen er samen. Ik denk dat we allemaal blij waren toen die fase eenmaal achter de rug was en er duidelijkheid was voor iedereen. Mijn zus en ik hadden in 2009 elk 5% van de aandelen gekregen. Dat bleek een goede basis om ook onze huisbank Belfius mee te krijgen in mijn overnameverhaal. Vervolgens heb ik mijn zus uitgekocht, zij wilde niet in het bedrijf stappen, al heb ik het zes keer gevraagd (lacht). Maar ze is beslist trots op waar White Light vandaag staat.”
“Mijn echtgenote Miche Martens steunt me in alles wat ik doe, maar wil liever niet weten hoeveel de schulden bedragen (lacht). Zij is bewust niet mee in het verhaal gestapt, want is heel gelukkig in haar functie als Lead Experience op de marketingafdeling van JBC. Ze komt ook uit een ondernemersfamilie, dus weet wel wat het inhoudt. Bij VKW Limburg waarschuwden ze mij voor twee dingen bij een familiale overname: je broers of zussen en je schoonfamilie. Maar dat zit dus allemaal goed (lacht). Al ben ik er zeker van dat zowel mijn zus als echtgenote me prima zouden aanvullen.”
STERCK. Welke ondernemersles van je ouders zal je nooit vergeten?
Engelen: “Dat zijn er verschillenden (lacht). Dat eerlijk zakendoen het langst duurt en kwaliteit altijd voorgaat op winstgevendheid, bijvoorbeeld. Maar ook hun transparante manier van communiceren wil ik verderzetten. Dat ze dat in die moeilijke jaren altijd zijn blijven doen, bijvoorbeeld met de bank, bleek wel degelijk een verschil te maken. En verder is er nog eentje: gaat niet, bestaat niet. Ik denk dat onze klanten zullen beamen dat we een erg flexibele partner zijn.”
Overnamegesprekken zijn niet de gemakkelijkste: financiële aspecten en emoties komen samen.
Flexibiliteit tonen
STERCK. Hoe beleefden jullie het voorbije coronajaar?
Engelen: “Eventjes kregen we flashbacks naar de periode omstreeks 2009, maar gelukkig bleef de schade beperkt. Behalve in de mindere maand april, waarin iedereen begrijpelijk op de rem ging staan en projecten on hold zette, konden we snel terug aanpikken. We verloren wel wat omzet in de retail door de winkelsluitingen, maar konden één en ander goedmaken dankzij de productie van mondmaskers op grote schaal. Zeker in de maand juni van 2020, toen nagenoeg onze volledige omzet uit mondmaskers kwam. Daar zijn we nu wel mee gestopt, omdat dit type productie een grote aanpassing vergt van onze normale flow. En onze huidige productie zit zo vol dat we ervoor gekozen hebben om ermee te stoppen zodra ons gewone werk terug op peil was. Maar het toont wel aan dat we snel weten te schakelen. Toevallig hadden we het jaar voordien geïnvesteerd in een machine om textiel te bedrukken met sublimatie. Precies de techniek die we nodig hadden voor mondmaskers. In de printsector, zeker in Limburg, zijn we haast de enige die dat inhouse aanbieden.”
STERCK. Welke koers ga je varen?
Engelen: “Er zit heel wat in de pijplijn. Op het vlak van duurzaamheid hebben we al veel stappen gezet, zoals onze inkten, printtechnieken, gebouw en wagenpark … Maar ons Go green-verhaal gaat nog verder. Dat is immers de toekomst. Daarnaast lanceren we binnen onze Print & Products-afdeling ook AKOE: een tak met duurzame, al dan niet bedrukte akoestische oplossingen. En zetten we sterk in op onze lichtbakken. Een paar mooie voorbeelden van hoe we onze uitgebreide marktkennis vertalen naar specifieke producten. Met onze Projects-afdeling blijven we dan weer inzetten op totaalconcepten waarbij we zowel het interieur als het exterieur van een pand volledig kunnen ‘branden’. Onder de noemer ‘We express brands’, zijn we meer dan ooit klaar voor de toekomst.”