Het is al jaren een doorn in het oog van zelfstandigen dat zij een lager pensioen ontvangen dan werknemers. De oorzaak van dit lager pensioen ligt in de berekeningsbasis. Er werd slechts rekening gehouden met 70% van het inkomen van de zelfstandige. In deze correctie wordt er rekening gehouden met de lagere afgedragen sociale bijdragen ten aanzien van een werknemer.
Sinds 2021 wordt bij de pensioenberekening rekening gehouden met het volledige inkomen van de zelfstandige. Zo wordt het verschil met het pensioen van werknemers op termijn weggewerkt.
Goed nieuws… of niet?
Het lage pensioen wordt dikwijls opgevangen door een IPT (individuele pensioentoezegging) die de vennootschap voor zijn bedrijfsleider afsluit. De 80% regel bepaalt het maximum pensioenkapitaal dat gespaard kan worden. Het komt erop neer dat 80% van het loon gespaard kan worden, verminderd met het wettelijk pensioen en met de reeds opgebouwde pensioenreserves. De stijging van het wettelijk pensioen heeft een negatieve impact op de hoogte van het te sparen IPT-pensioenkapitaal.
Verlaging pensioenkapitaal
Dit lijkt logisch, ware het niet dat de bedragen van het wettelijk pensioen niet tijdig gekend zijn en dat er daarom gebruikt gemaakt wordt van een vuistregel. Als vuistregel, voor de berekening van het op te bouwen pensioenkapitaal, wordt tot 2021 het wettelijk pensioen gelijkgesteld aan 25% van de bruto-jaarbezoldiging van 2020. Vanaf 2021 is dit 50% van de bruto-jaarbezoldiging van het betreffende jaar.
Voor een bedrijfsleider heeft deze vuistregel een grote invloed op de hoogte van het pensioenkapitaal. Over het verschil tussen de helft van de bruto-jaarbezoldiging en het minimum wettelijke pensioen (of 25% van de bruto-jaarbezoldiging indien hoger) kan geen pensioenkapitaal meer opgebouwd worden.
Kort door de bocht verlaagt het pensioenkapitaal met 16,1004 keer (omzettingscoëfficiënt) het verschil in bruto-jaarbezoldiging over de nog te presteren dienstjaren als bedrijfsleider.
Voor een bedrijfsleider met een jaarbezoldiging van 60.000 euro, waarbij hij nog 25 jaar dient te presteren tot de pensioenleeftijd en reeds 20 jaren als zelfstandige gewerkt heeft, zal de nieuwe berekeningsmethode een pensioenkapitaal opleveren dat 100.000 euro lager is dan bij de berekeningsmethode tot 2021.
Wat nu?
De berekening van het wettelijke pensioen van de zelfstandige gebeurt op basis van de heffingsbasis voor de sociale zekerheid en niet op de bruto-jaarbezoldiging. De berekeningsmethode op basis van de vuistregel zal dus op een te laag bedrag uitkomen. We hopen dat de wetgever hier verder duidelijkheid in brengt.
Zorgen voor uw pensioen
Naast de IPT zijn er andere methodes om een vermogen voor de bedrijfsleider/aandeelhouder op te bouwen, zodat hij kan genieten van een welverdiend pensioen. Wij, fiscalisten en accountants van FALQ bv, willen u hierin graag adviseren.
FALQ
www.falq.be