De bouwsector is van nature erg conjunctuurgevoelig. Voorspellingen maken over de nabije toekomst blijkt daarom niet gemakkelijk. Maar op lange termijn zijn er glasheldere trends te ontwaren: onder andere digitalisatie en duurzaamheid zijn twee ontwikkelingen die een revolutie teweegbrengen. Maar leidt dit in de praktijk effectief tot efficiëntiewinst? We brachten vijf partijen rond de tafel voor een gesprek met open vizier.
STERCK. Tekort aan grondstoffen en stijgende energieprijzen aan de ene kant. Volle orderboekjes en tal van nieuwe projecten die als paddenstoelen uit de grond schieten aan de andere kant. De bouw blaast op dit moment een beetje warm en koud tegelijk. Hoe schatten jullie de huidige conjunctuur in?
Rudy Michielsen: “Wij vallen absoluut niet stil. Je merkt echter grote verschillen in de sector. Ben je actief in de residentiële bouw? Focus je op industriële projecten? Of eerder overheidsopdrachten? Dat maakt een groot verschil. Terwijl de ene niche vollebak draait, valt de andere stil. En andersom. Wij bouwen appartementen en woningen voor particulieren. Dat betekent dat we, voor we iets op de markt brengen, heel goed moeten inschatten wat de architecturale trends zijn, maar ook rekening moeten houden met duurzaamheid, inplanting, betaalbaarheid ... Heel veel van die beslissingen werden vroeger in de loop van het bouwproces genomen. Vandaag moet je dat op voorhand helemaal uitwerken. Enerzijds omdat alle technieken en materialen veel complexer zijn. Anderzijds omdat het vergunningsbeleid steeds strikter wordt. Die flexibiliteit zit echt ingebakken in ons DNA, hierdoor spelen we heel snel in op veranderingen. Zelfs als ze van conjuncturele aard zijn. Wordt het staal plots veel duurder? Dan zoeken we een alternatief zodat we toch kunnen blijven bouwen.”
Als sector heeft de bouw lang stilgestaan. De vooruitgang in andere sectoren is ongelofelijk op slechts enkele jaren tijd.
Iwein Meyskens: “Vooral voor de lopende projecten merken we wat zenuwachtigheid. Nog niet zo lang geleden bouwde je tegen 1.200 á 1.300 euro per m2. Vandaag is 1.600 per m2 eigenlijk marktconform, zeker voor circulaire projecten. Dat kan je echter niet zomaar doorrekenen op projecten die al enige tijd lopen en die, door welke reden ook, nu nog niet af zijn. Bedrijven beseffen dat de prijzen die ze een jaar geleden calculeerden vandaag niet meer kloppen. De eindafrekening dreigt dus een stuk prijziger uit te vallen. Dan moet je creatief zijn, met behoud van kwaliteit. Anderzijds zie ik wel een groot toekomstperspectief: de impact van globale grondstoftekorten, prijsstijgingen, oorlogen ... versnelt de evolutie richting lokale partnerships en ecologische oplossingen. De aandacht voor het levenscyclusgericht denken qua gebouwen en materialen zal hierdoor fors toenemen.”
Gert Janssen: “Onze orderboekjes zitten goed vol, maar we merken hier en daar wel wat terughoudendheid door bovenvermelde factoren. Wij zijn vooral aan de slag voor private klanten. Daar is het soms lastig om die prijsstijgingen linea recta door te rekenen, we gaan hierover altijd met onze klant in gesprek en kijken wat voor beide partijen acceptabel is. Onze klanten zijn onze ambassadeurs. Gezond verstand en een evenwicht zoeken is daarbij belangrijk. Voor metaalproducten zoals staal, aluminium, koper ... verwachten we wel een afkoeling van de prijzen. Er zit ook heel wat speculatie in de markt met overvolle magazijnen en voorraden.”
Koen Lismont
De Meeuw
Director of Sales and Business Development bij De Meeuw, een pionier op vlak van prefabricatie en modulaire bouw. Vandaag heeft deze internationale groep voet aan grond in zes Europese landen en telt het in alle landen samen 400 medewerkers. Voor iedere uitdaging bedenken, produceren en plaatsen ze standaard hybride oplossingen tot zeven bouwlagen en zelfs hoger indien noodzakelijk.
Koen Lismont: “Bij De Meeuw zijn seizoensgebonden pieken en dalen jaarlijkse kost. We werken niet als een traditioneel bouwbedrijf: onze gecalculeerde prijzen en de uiteindelijke oplevering liggen heel kort bij elkaar. Daarnaast beschikken we altijd over een ruime voorraad aan materialen. Tenslotte heb je in de overheidssector, waarin wij voor ongeveer de helft van onze projecten actief zijn, het gegeven van ‘abnormale prijsstijgingen’. Dat laat toe om prijzen aan te passen indien noodzakelijk. Dit vraagt uiteraard een rijkelijk gestoffeerd dossier. Voor ons breekt er nu trouwens een bijzonder hectische periode aan: heel wat scholen plaatsen lastminute bestellingen voor modulaire klaslokalen. We kunnen, indien nodig, hierop anticiperen door onze productie-uren te verhogen en zelfs projecten te produceren over verschillende vestigingen. Zo schakelen we van vier tot vijf afgewerkte eenheden per dag naar 20 stuks per dag.”
Tom Laenens: “Die tegenstrijdige signalen detecteren wij eveneens. De coronacrisis, het Suez-kanaal dat dichtzit of de oorlog in Oekraïne: het is duidelijk dat die mondiale gebeurtenissen meteen een lokale impact hebben. Vroeger kon je als aannemer of bouwbedrijf altijd een garantie geven dat je je project opleverde binnen een bepaalde termijn. Zo niet werd een forfait afgesproken. Dat is vandaag echt niet meer mogelijk, hoewel de markt dat nog steeds verwacht.”
Lismont: “Men zegt altijd dat Belgen met een baksteen in de maag geboren worden. Bij jongere generaties merk ik echter dat eigendom minder belangrijk wordt. Vroeger kocht je cd’s, nu luister je naar Spotify. Vroeger kocht je een auto, nu spring je op een deelstep. De tijd van zo groot mogelijk bouwen ligt achter ons. Zeker in stadsontwikkelingen gaat het over zoveel mogelijk kwaliteit op zo weinig m2 bieden. Dat zal zeker een invloed hebben op de conjunctuur op korte en lange termijn.”
De huidige uitdagingen versnellen de evolutie richting lokale partnerships en ecologische oplossingen.
Janssen: “Dat klopt helemaal. In Den Haag bouwen we vandaag bijvoorbeeld een oud postgebouw om tot woonentiteiten van luxueuze, maar wel kleine appartementen. Jongeren willen allemaal binnen de 15 minuten van het centrum wonen. Door slim om te gaan met shared services en shared spaces krijgen ze toch veel waar voor hun geld. De vraag naar zulke projecten gaat exponentieel stijgen.”
Duurzaam & circulair
STERCK. Materialen, ruimte, water, energie ... bouwen heeft nu eenmaal een impact op het klimaat. En hoewel er de laatste decennia een enorme vooruitgang geboekt is met het energie-efficiënter bouwen, lijkt het echte kantelpunt zich pas nu aan te dienen. Merken jullie dat de transitie richting duurzaam en circulair bouwen definitief ingezet is? Zal dit bouwen niet nog duurder maken?
Meyskens: “Het is meer dan circulair bouwen. Ik spreek liever over een circulaire economie. Dat hoeft niet per definitie duurder te zijn. Sommige zaken in die economie gaan duurder worden, sommige juist goedkoper. Circulair betekent bijvoorbeeld dat je kijkt naar een optimaal ruimtegebruik. Een duurzaam kantoorgebouw op een doordachte manier uitgetekend, beperkt het aantal benodigde vierkante meter tot een minimum. Elke m2 scheelt een stuk in de prijs. Daarnaast kan het gebouw inspelen op de omgeving en voorzien in een park waardoor de buurt weer opleeft, de lokale economie aantrekt, et cetera. Zo is er voor de hele maatschappij een ROI bij circulair denken.”
Iwein Meyskens
archipelago architects
Ingenieur-architect en bestuurder bij archipelago architects, dat kantoren heeft in Leuven en Brussel en 140 medewerkers telt. Actief in heel België en daarbuiten. Expert in complexe projecten zoals ziekenhuizen, zorginfrastructuur, onderwijsprogramma’s, R&D, logistiek, kantoorbouw en residentiële ontwikkelingen.
Laenens: “Daar sluit ik mij volmondig bij aan. Op het einde van de rit zal circulair en duurzaam bouwen niet duurder uitvallen. Wist je dat SECO momenteel meewerkt aan de ontwikkeling van gevelstenen gemaakt uit bouwafval? Dat is een pure win-win. Daarnaast zijn er tal van proeftuinen, subsidies en projecten die innovatief onderzoek stimuleren. Het is de taak van de overheid om daar nog meer in te investeren.”
Janssen: “Innovatieve, duurzame technieken en materialen komen in razendsnel tempo op ons af, dat merken we dagelijks. Het gaat daarnaast over een culturele shift. Vaak wordt op korte termijn bespaard om de kostprijs van een project te drukken. Kosten besparen betekent meestal inboeten op duurzaamheid en circulariteit. Hoewel de klant altijd eindbeslisser is, vind ik het als bouwbedrijf onze plicht om ook op langetermijn te kijken. Mathieu Gijbels is van oorsprong een staalbouwer. Droogbouw zit in onze genen en dat doen we vandaag dus zoveel mogelijk. Van al onze gebouwen en gebruikte materialen hebben we modellen en een uitgebreide digitale databank. Dat zorgt ervoor dat we vrij accuraat inschattingen maken over levenscycluskosten. Dat opent soms toch wel de ogen.”
Laenens: “Die data verzamelen en effectief gebruiken kan natuurlijk enkel maar als er vanaf het begin een intense samenwerking bestaat tussen het bouwteam, leveranciers en partners. Dat ontbreekt vandaag al te vaak. Iedereen zit op zijn eigen eiland en je verliest het totaaloverzicht. Door alle disciplines samen te brengen vanaf de start krijg je een integraal ontwerp.”
Meyskens: “Met onze research- en innovationafdeling werken we nauw samen met een aantal universiteiten. We zien in de academische wereld snelle vooruitgang. Dat zal stilaan doorsijpelen op het werkveld. Ken je het concept van urban mining? Dat betekent dat je waardevolle grondstoffen hergebruikt of grondstoffen uit stedelijk afval gaat recycleren. Daar zie ik enorm veel potentieel.”
Investeringen in innovatie en ecologie kosten vandaag misschien geld maar op lange termijn leveren ze op.
Lismont: “Op vlak van recupereren en recycleren zetten wij al grote stappen. Voorheen zouden we veel van onze modulaire projectoplossingen die na een langere huurperiode terugkwamen, aanbieden op de markt als tweedehands gebouw. Vandaag gaan we die gebouwen, die terug opgesplitst zijn in aparte modules, demonteren in onze grondstoffenfabriek. Hierbij recupereren we de structurele bouwonderdelen, buitenwanden, technische installaties etc. Met onze leveranciers hebben we overeenkomsten gesloten om de voor ons niet-herbruikbare materialen terug te nemen en te herwerken in hun eigen productieproces. Op deze manier kunnen wij die bij hen aankopen als circulair product. Door te werken met een CO2-ladder verplichten we onszelf bovendien om elk bedrijfsproces onder de loep te nemen. Op vlak van transportbewegingen bespaarden we zo al best veel. Maar we zijn er nog niet, er is nog heel wat werk aan de winkel.”
Michielsen: “Er is niet één oplossing. Je bekijkt het best project per project. Wij bouwen nooit twee keer hetzelfde. Dat betekent dat je op vlak van materialen, technieken en architectuur steeds opnieuw moet nadenken wat de beste mix is. Zowel naar prijs, kwaliteit als duurzaamheid. Uiteraard gebruiken we producten met een lange levensduur en gaan we op zoek naar ecologische alternatieven. Denk maar aan bepaalde isolatiematerialen. Of zo ontwikkelden we al verschillende projecten met CLT en pasten we dat toe in onze eigen, nieuwe kantoorruimtes. Dat is natuurlijk niet goedkoop. Maar je kan deze uitdagingen alleen écht het hoofd bieden als je een langetermijnperspectief hebt. Investeringen in innovatie en ecologie kosten vandaag misschien geld maar op lange termijn leveren ze op. De project- en aankoopprijs is natuurlijk cruciaal, maar de ‘real cost of ownership’ over verschillende jaren is nog veel belangrijker.”
Meyskens: “Als je ziet welke weg de bouw de laatste decennia heeft afgelegd op vlak van duurzaamheid en circulariteit, dan is dat echt wel straf. Maar willen we de planeet leefbaar houden voor onze kinderen, dan moeten we dat nog versnellen. De vraag is eigenlijk voor wie je bouwt. Diegene die het project financiert? Het bedrijf of het gezin dat het gebouw tijdelijk gebruikt? De buurt waarin het gebouw zich situeert? Pas als je dat allemaal in kaart brengt, zie je dat de gekende toegepaste gewoontes stilaan achterhaald zijn.”
Rudy Michielsen
Artesio
Gedelegeerd bestuurder bij Artesio, een familiebedrijf dat al meer dan 30 jaar actief is in het bouwen van appartementen en woningen. Zowel in eigen beheer als in opdracht. Van engineering tot afwerking: het team van Artesio houdt de regie strak in handen en streeft naar een gezond evenwicht tussen prijs en kwaliteit.
Janssen: “We mogen de rol van de overheid om dit in een stroomversnelling te zetten niet onderschatten. In Nederlandse projecten zie je dat ze al een stuk verder staan. Als je niet voldoet aan een reeks circulaire voorwaarden maak je zelfs geen kans om van start te gaan. Ook banken hechten hier trouwens steeds meer belang aan bij het verstrekken van kapitaal.”
Michielsen: “Ik ben voorstander om het btw-tarief voor particulieren niet alleen bij renovatieprojecten of bij afbraak van bestaande panden op 6% te houden, maar ook bij nieuwbouwprojecten die voldoen aan bepaalde duurzaamheidsnormen. Dat is meteen een heel verschil qua investering en zou dus echt wel een boost geven.”
The Hive, een initiatief van Artesio, wil een ontmoetingsplek vormen voor vastgoedontwikkelaars, designers, fabrikanten en ontwerpers. “We zullen er onze nieuwe bouwmethoden tonen in 3D en de laatste nieuwe materialen en producten voorstellen. Maar we gaan er vooral mensen samenbrengen rond innovatie, circulariteit en andere belangrijke thema’s in de bouw vandaag en morgen. Het doel van deze 600 m2 grote ruimte is inspireren, kennisdelen en netwerken om zo tot vernieuwende oplossingen te komen waar de volledige samenleving baat bij heeft”, aldus Rudy Michielsen.
Laenens: “Je kan zeggen dat we vandaag in een soort leerperiode zitten. We moeten nog veel uitproberen, data analyseren en optimaliseren. Eens die fase voorbij is, gaan we pas de vruchten plukken. OVAM formuleerde heel ambitieuze doelstellingen voor 2030 waarbij je bij je vergunningsaanvraag ook al een milieu-impactstudie moet doen. Het is dus echt geen verre toekomstmuziek meer.”
Digitale revolutie
STERCK. De bouwsector heeft de weg van innovatie ingeslagen. Sommigen durven zelfs al spreken van een ‘vierde industriële revolutie’ waar niet enkel fysieke arbeid door robotica vervangen zal worden maar eveneens taken die we voorheen tot het exclusieve domein van de mens rekenden. Hoe ervaren jullie de impact van die digitale revolutie?
Gert Janssen
Mathieu Gijbels
Director Engineering and Development bij Mathieu Gijbels, bekend om zijn bedrijfs- en kantoorbouw in België, Nederland en Duitsland. Maar het biedt nog veel meer: van renovatie over nieuwbouw en onderhoud tot advies. Als voordenkers willen ze antwoorden geven, zelfs voor de vragen gesteld worden.
Michielsen: “Foutmarges verkleinen, kan je enkel doen door te werken met vakmannen én door grondige voorbereidingen. Op dat laatste vlak speelt de digitalisatie van informatie over alle bouwdetails een heel grote rol. BIM-systemen en allerlei andere software laten toe dat je een eerste keer bouwt op kantoor en een tweede keer in het echt. Maar daarvoor heb je natuurlijk wel enorm veel data en kennis nodig. Daar wringt vandaag soms nog het schoentje. Daarom lanceren we hier The Hive: een inspiratieruimte voor vastgoedontwikkelaars, designers, fabrikanten en ontwerpers. We zullen er nieuwe bouwmethoden tonen in 3D en de laatste nieuwe materialen en producten voorstellen. Maar we gaan er vooral mensen samenbrengen rond innovatie, circulariteit en andere belangrijke thema’s in de bouw, vandaag en morgen. Die kennisdeling levert hopelijk vernieuwende oplossingen op.”
Meyskens: “Wij gebruiken BIM-modellen om alles gecoördineerd te krijgen, maar evenzeer om alles op voorhand te testen. Hoe connecteer je met andere gebouwen? Wat is het effect van materiaal A op materiaal B? Hoe zit het met EPB? Artificiële intelligentie is nog een extra laag die we hier al stilaan op toepassen. Slimme algoritmes die zelf berekeningen maken en oplossingen voorstellen. Die kennis groeit dag na dag exponentieel. Uiteraard moet je er op een realistische manier mee omgaan, maar de toegevoegde waarde is er vandaag al.”
Onze werking is al sterk gedigitaliseerd. Onlangs werkten we zelfs een project af waarbij geen enkel fysiek plan meer gebruikt werd.
Laenens: “SECO kan controleren dat de data die in deze digitale systemen gestoken wordt, ook effectief klopt. Want zonder die gegevens ben je niets natuurlijk. Vanwaar komt een materiaal? Wat zijn de eigenschappen? Wat is de levensduur? Pas als alle info correct is, komt de kracht tot volle uiting.”
Lismont: “Als sector heeft de bouw lang stilgestaan. De automobielsector is veel sneller geëvolueerd. Of een smartphone om een ander voorbeeld te geven. De vooruitgang daar is ongelooflijk op slechts enkele jaren. In de bouw werd er al lang over gebabbeld, maar ik heb het gevoel dat we nu pas echt snelheid maken. Wat mij betreft, mag het zelfs nog sneller gaan.”
Laenens: “Het is ook van moeten. Zeker in Europa zijn er bijna geen grondstoffen meer. Wereldwijd slinken de reserves zienderogen. We hebben gewacht tot het vijf voor twaalf is om echt in actie te schieten.”
Tom Laenens
SECO
Senior Key Accountmanager bij SECO, al bijna 90 jaar een betrouwbare partner in risiconormalisatie en kwaliteitscontrole voor alle types constructies en gebouwen. Met meer dan 200 technische experts bieden ze ondersteuning voor de meeste complexe bouwprojecten over de hele wereld.
Michielsen: “Digitalisatie start op kantoor en wordt doorgetrokken naar de werven. Het geeft de bouwsector terug een aantrekkelijk karakter, merk ik. Mijn kinderen werken in ons familiebedrijf. Je voelt dat die jongere generatie openstaat voor nieuwe ideeën. Dat geeft op vlak van employer branding een extra troef. Maar niet alleen op kantoor, ook op de werven trekt zich dat door. Een werflokaal moet ingericht worden met technologie en data waarop BIM-software geïntegreerd is alsook alle mogelijke informatie voor op de werven.”
Janssen: “Onze werking en aanpak is al sterk gedigitaliseerd. Zo werkten we recent een werf af waarbij geen enkel fysiek plan meer gebruikt werd. Calculaties beginnen we nu al op te bouwen vanuit het BIM-model, waar je meteen hoeveelheden en prijzen ophaalt op basis van een ruw model. Voor klanten biedt digitalisatie meerdere voordelen. Mensen zonder veel technische kennis krijgen met 3D-beelden veel gemakkelijker een concreet beeld. De feedbacktijd die ze krijgen, is bovendien langer. Want het ‘uitengineeren’ verloopt sneller met slimme, digitale BIM-tools. Ten slotte is het een middel tot duurzaamheid: je voorkomt bouwfouten dus gebruikt minder materiaal, je werkt beter samen dus je creëert meer tijd en ga zo maar door.”
Op het einde van de rit zal circulair en duurzaam bouwen niet duurder uitvallen.
Meyskens: “Er is nu een nieuwe generatie architecten die van de schoolbanken komt en gewoon opgegroeid is met artificiële intellegentie, VR-brillen en hyperrealistische games. Voor hen is dat de standaard. Dat werkt heel enthousiasmerend. We moeten echter beseffen dat er nog heel wat werk voor de boeg is. Een mooie vergelijking is de tabel van Mendeljev. Van alle elementen zijn er maar een 25-tal die natuurlijke organismen zelf al 3,8 biljoen jaar circulair toepassen. De rest gebruikt onze industrie vaak op minder circulaire en dus meer problematische wijze om hetzelfde te bereiken. Maar de natuur deed hier dus wel miljarden jaren over. Het is dan ook normaal dat onze kennis nog erg beperkt is en dat snelle innovatie en toepassing qua biomimicry noodzakelijk is. Ik ben overtuigd dat als we dit gesprek over een aantal jaren opnieuw houden, de digitale revolutie ook in de bouw helemaal losgebarsten zal zijn.”