Diversificatie als groeimotor bij edibo
Jo Boonen
& Danny Ulenaers
edibo

Diversificatie als groeimotor bij edibo

Regiobedrijf edibo

Industriebouwer edibo met hoofdzetel in Lommel kan bogen op meer dan 40 jaar ervaring. Een managementbuy-out in 2007 legde de basis om via een diversificatiestrategie mooie groeicijfers te realiseren. De drie vestigingen samen halen vandaag een omzet van 70 miljoen euro. We spraken met Danny Ulenaers en Jo Boonen, twee van de drie eigenaars, over hoe hun bedrijf de uitdagingen in de bouwsector tackelt.

Na het overlijden van edibo-oprichter en bezieler Theo Custers in 2006, kwam het bouwbedrijf via een MBO in handen van vijf managers. In 2021 volgde een nieuwe MBO waarbij Jo Boonen, Danny Ulenaers en Dirk Paerewyck als enige eigenaars overbleven. Dirk Paerewyck leidt vandaag de Waalse vestiging edibo Sud die in 2011 opstartte. Jo Boonen en Danny Ulenaers nemen de andere vestigingen voor hun rekening.

Jo Boonen: “Tot 2007 waren we een algemene aannemer van industriële gebouwen zoals er in Limburg wel meerdere zijn. Onze focus lag volledig op staalstructuren die we bouwden in ons eigen staalatelier. In 2005 was Theo Custers echter al begonnen met het idee om te diversifiëren. Ik ben op zijn vraag naar edibo gekomen om de afdeling betonstructuren vorm te geven. Het is de start van onze groei gebleken. Vandaag komt meer dan de helft van onze omzet van betonstructuren. De markt is ook veranderd. Vroeger werden de grote logistieke gebouwen bijna uitsluitend in staal opgetrokken. Vandaag zie je veel meer betonbouw, ook omwille van verzekeringstechnische redenen.”

Industrieel bouwen kan ook slaan op de wijze waarop je bouwt.

Danny Ulenaers: “We hadden in die tijd alles bereikt wat we konden bereiken in ons domein. We zaten geografisch vast tegen de grens met Nederland en ook op het vlak van staalbouw zaten we op de piek. Beton was een opportuniteit. In die tijd waren we bij de eersten om de combinatie te maken van staal, beton en hout. De klanten kregen voor­taan de keuze. En dat heeft voor een flinke groei gezorgd.”

Boonen: “We zijn met die aanpak ook naar andere markten gaan kijken. Van het kmo-segment zijn we kunnen uitbreiden naar de multinationals en ook dat heeft een bepaalde groei meegebracht. Het is een andere insteek.”

Complexiteit en flexibiliteit

STERCK. Wat onderscheidt jullie van de concullega’s?

Boonen: “We hebben vandaag een uitgebreide studiedienst en dat biedt een duidelijke meerwaarde. Het gaat daarbij niet alleen om onze kennis en flexibiliteit maar ook om de manier waarop we georganiseerd en gestructureerd zijn. Van architecten horen we dat we de structuur hebben van een traditionele klasse-8 aannemer (terwijl edibo een klasse-7 aannemer is nvdr.) maar dat we tegelijk nog steeds de flexibiliteit van een jong veulen hebben.”

Ulenaers: “Een eigen studiedienst is niet alleen handig om zelf studies te doen, maar ook om studies van derden te interpreteren. Je kan in projecten opportuniteiten gaan zoeken, verbeteringen aanbrengen …”

edibo in cijfers
  • 3 vestigingen
  • 4 filialen
  • 70 miljoen euro omzet
  • 130 medewerkers totale groep
  • 1981 oprichtingsjaar

Boonen: “In een project zijn er altijd wijzigingen. De snelheid waarmee we die kunnen integreren is een enorme meerwaarde. En we kunnen het dan ook meteen aanpassen in de productie: in onze eigen werkplaats of bij onze vaste leveranciers. We zijn sterk in de meer complexe opdrachten en combineren dat met flexibiliteit. Het aankunnen van complexiteit zie je meestal enkel bij de heel grote aannemers, maar zij kampen al snel met een loggere structuur. En de kleine aannemers zijn vaak heel flexibel maar kunnen die complexiteit niet aan. Wij vormen daar het perfecte evenwicht in.”

Nederland en Wallonië

STERCK. edibo telt vier filialen waarvan drie echte vestingen?

Ulenaers: “Ons hoofdkantoor is gevestigd in Lommel dicht tegen de grens. Theo Custers had van oorsprong wel een aantal Nederlandse klanten, maar we bleven daar toch die Belgische aannemer op de Nederlandse markt. Door de jaren kregen we meer en meer Nederlandse klanten en daarom hebben we in Eindhoven een vestiging geopend met Nederlandse specialisten die op de Nederlandse manier werken. Zeker in de bouw heeft men daar een heel andere aanpak. We spreken eigenlijk zelfs niet dezelfde taal (lacht). Uiteraard kunnen zij beroep doen op onze 41 jaar ervaring en is er op veel gebieden een kruisbestuiving. We realiseren vandaag ongeveer 10 miljoen euro omzet in Nederland.”

Boonen: “We stonden ook al sterk in Wallonië waar we een zeer goede verkoper hadden. Maar ook daar stelden we vast dat een Waalse klant graag een Waalse aannemer heeft. En onze arbeiders gingen steeds minder graag vanuit Lommel naar werven in Charleroi of Bergen. Daarom zijn we in 2011 een eigen vestiging - edibosud - gestart in Fernelmont. We werken er met Waalse arbeiders, verkopers, projectbegeleiders, stabiliteitsingenieurs … Onze derde vennoot Dirk Paerewyck was afkomstig van Brussel en heeft daar de leiding genomen. De vestiging bevindt zich op het kruispunt van de snelwegen Brussel-Namen en Luik-Charleroi. Zoals het klaverblad van Lummen dus, maar dan in Wallonië. Het effect van een zichtlocatie aan de autosnelweg was enorm. Sinds we er actief zijn, is het aantal prijsvragen enorm gestegen.”

STERCK. Intussen zijn jullie ook een filiaal gestart in de regio Antwerpen-Gent?

Boonen: “Eén van de grote problemen binnen de bouwsector is de mobiliteit. We hebben gekeken waar er nog groei in de markt mogelijk is en hoe we die mobiliteitsproblemen kunnen oplossen. Daarom zijn we gestart met het ontginnen van de regio Waasland, we noemen het de regio Antwerpen-Gent. We hebben er één persoon vrijgemaakt om groei te realiseren en we hebben in die regio ook al een ploeg op de baan. Zodra we er consistente groei hebben, zullen we er effectief een vestiging openen.”

Jo_Boonen_Danny_Ulenaers

Grotere kmo’s en multinationals

STERCK. Wie zijn jullie klanten?

Ulenaers: “We werken alsmaar minder voor de kleine kmo en steeds meer voor de middelgrote bedrijven en de multinationals. Daar kiezen we bewust voor. Een kleine ondernemer besteedt zijn zuurverdiende centjes niet zo vlug aan een nieuwbouw. Je kan dat vergelijken met particulieren die voor zichzelf bouwen en waar vaak veel emotie bij komt kijken. Grote bedrijven werken meer met budgetten en dat verloopt meestal wat rationeler en professioneler. Uiteraard doen we ook nog projecten voor kleine bedrijven, maar de focus ligt op de grotere. Ons gemiddeld project bedraagt vandaag 2 à 3 miljoen euro, met uitschieters tot 20 miljoen euro.”

STERCK. Jullie zijn een klasse-7 aannemer maar hebben alles om een klasse-8 aannemer te zijn?

Boonen: “In onze markt is dat onderscheid niet zo belangrijk omdat we weinig of niet voor de openbare sector werken. We komen voor alle parameters in aanmerking om een klasse-8 aannemer te zijn, behalve op het vlak van het aantal eigen arbeiders. Je moet er meer dan 80 hebben. Daar komen we wel aan, maar we hebben ons eigen staalatelier en zitten daardoor zowel in het paritair comité bouw als dat van de metaal. En we werken heel veel met vaste onderaannemers.”

Flexibele versus vaste prijzen

STERCK. Hoe ervaren jullie de huidige turbulentie op de markt?

Ulenaers: “Eerst was er corona. Bij de uitbraak hebben we heel snel gereageerd en hebben we de nodige schikkingen getroffen en aanpassingen gedaan zoals bestelwagens bijhuren zodat iedereen gescheiden naar de werf kon rijden. We hebben er op een week tijd ook voor gezorgd dat iedereen van thuis uit kon werken. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost om dat op korte tijd te organiseren, maar onze klanten hebben geen nadeel ondervonden. We hebben ook amper verlies geleden, behalve op sommige materialen doordat bepaalde prijzen plots enorm stegen.”

Boonen: “Daarna volgde de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en de haperingen in de logistieke keten. Dat heeft er echt heel hard ingeslagen. Vooral het feit dat de prijzen op korte tijd zo hard stegen. We hebben geprobeerd om vaste prijzen om te zetten naar variabele. Sommige opdrachtgevers stonden daarvoor open, andere niet. Vandaag wordt het steeds moeilijker om nog aan variabele prijzen te kunnen verkopen omdat er genoeg concurrenten zijn die wel vaste prijzen aanbieden. We beseffen dat een variabele prijs heel moeilijk ligt voor opdrachtgevers die dan bij wijze een blanco cheque tekenen. Maar van de andere kant is het ook niet verdedigbaar dat wij alle risico moeten nemen. De beschikbaarheid van materialen is moeilijker geworden, maar valt al bij al nog mee. De levertijden zijn vandaag wel een heel stuk langer. Tot 12 en 16 weken. Daar moet je je als organisatie op aanpassen. Je moet veel sneller reageren. Het heeft een impact op de cashflow. Iets wat vroeger just-in-time werd geleverd, moet je nu op ruim op voorhand bestellen en stockeren op de werven. En dat moet je voorfinancieren.”

We bieden het perfecte evenwicht tussen complexiteit en flexibiliteit.

Ulenaers: “Onze klanten merken daar weinig van, maar wij moeten onze interne werking wel aanpassen en zo snel mogelijk na de verkoop van een project achter alle materialen aangaan. Alles moet tot in de kleinste details voorzien zijn. Het heeft zelfs implicaties op de manier van bouwen. Anders dan bij een algemene aannemer zijn alle materialen die we op de werf laten leveren immers op maat gemaakt.”

STERCK. Wat verwachten jullie van de nabije toekomst?

Boonen: “De markt is vandaag heel moeilijk omdat het geen duidelijke situatie is. Het zou gemakkelijker zijn als je weet dat de markt ofwel in elkaar gaat zakken of gaat opleven. Dan kan je daar ook naar handelen. We hebben verschillende projecten die on hold gezet zijn. Maar anderzijds krijgen we ook nog echt mooie dossiers binnen. De multinationals en de grote bedrijven gaan door met investeren. De kleinere kmo valt eerder stil.”

Ulenaers: “Gelukkig zijn we in heel wat sectoren actief. En die vallen niet allemaal tegelijk stil. Als het crisis is doet de voeding het bijvoorbeeld meestal goed en in hoogconjunctuur zijn het andere sectoren die schitteren. We zijn actief in de farmacie, voeding, automobiel, chemie … We hebben geleerd dat het goed is om te diversifiëren. Zowel qua sectoren als geografisch. In de crisis van 2008 viel Nederland helemaal op zijn gat en bleef België draaien. De voorbije jaren is Nederland dan weer veel sneller gestegen dan België. En ook Wallonië doet het opvallend goed.”

Industrieel bouwproces

STERCK. Jullie doen intussen ook projecten buiten de klassieke industriebouw?

Boonen: “We hebben vorig jaar een school gebouwd hier in Pelt: de WICO Campus TIO. En in Nederland hebben we een woonzorgcentrum gerealiseerd. We bouwen nu ook aan Bioville in Diepenbeek.”

Ulenaers: “Als je over industrieel bouwen spreekt kan je het hebben over het product of gebouw dat je maakt. Maar je kan het ook hebben over de wijze waarop je bouwt. We bouwen industrieel maar de toepassing van dat gebouw is in feite bijzaak. Het gaat om maatwerk dat geprefabriceerd wordt. Of dat nu voor een school, een hotel of een fabriek is.”

Boonen: “Er is een duidelijk evolutie naar minder mensen op de werf, gewoon omdat die er niet zijn. Onze manier van werken speelt daarop in. Op de gemiddelde edibo-werf lopen veel minder mensen rond dan op een werf van een traditionele aannemer. Maar het gaat sneller vooruit.”

Jo_Boonen_Danny_Ulenaers

Uitdagingen

STERCK. Wat zien jullie als de grootste uitdagingen voor de komende tijd?

Boonen: “Zoals gezegd is dat zeker de marktsituatie. Maar we kijken ook met argusogen naar het stikstofdossier dat in Nederland al veel stof heeft doen opwaaien en naar de energietransitie. In de provincies Noord-Brabant en Nederlands-Limburg kunnen kleinere kmo’s vandaag al gewoon niet meer bouwen of uitbreiden omdat ze geen aansluiting meer krijgen op het energienet. Ik vrees dat dit in België ook kan gebeuren. We zijn niet klaar voor de energietransitie en de ondernemers en de industriële bouwwereld worden daar slachtoffer van. Hoe is het mogelijk dat er in een moderne westers land geen energie meer beschikbaar is voor bedrijven?”

Ulenaers: “Het vinden van arbeidskrachten en mobiliteit zijn nog zo’n heikele thema’s. En dan spreken we zowel over arbeiders als bedienden. Industriebouw betekent vaak lange dagen, ver van huis … We kampen ook met de vergrijzing. De traditionele arbeider buiten op de werf is een veertiger of vijftiger. Ooit stoppen die mensen en de jeugd wil dit soort werk niet meer doen.”

Boonen: “Voor de kantoorjobs hebben de mensen hun werkgever voor het uitkiezen. Je probeert daarom om de best mogelijke werkgever te zijn. We steken daar heel veel energie in. Zo hebben we een nieuwe hr-manager die er intensief mee bezig is om ons op het niveau van de markt te brengen en liefst nog een stukje hoger. We willen een interessante werkgever zijn met glijdende werktijden, flexibel verlof en alle toeters en bellen die er vandaag te vinden zijn. Het noorden van Limburg blijft wel een probleem qua bereikbaarheid. Daarom moet je andere troeven kunnen uitspelen. Voorlopig slagen we daarin. We bieden uitgebreide opleidings – en doorgroeimogelijkheden en we hebben een goede naam op het vlak van stageplaatsen. Jaarlijks proberen we ook één of twee jonge ingenieurs aan te werven. Zo hou je je bedrijf en de geest binnen het bedrijf jong. Die mannen triggeren ons ook. Je voelt die energie leven.”

STERCK. Ook duurzaamheid en veiligheid zijn belangrijke thema’s in jullie werking?

Boonen: “We zijn daar al langer mee bezig. Het is belangrijk dat je als bedrijf je verantwoordelijkheid opneemt op alle vlakken. We hebben al meer dan tien jaar een zonnepanelenpark, gebruiken ledverlichting, waren bij de eerste om laadpalen te gebruiken. En we werken eraan om het ISO-14001 certificaat op gebied van duurzaamheid te behalen. We hebben voor een klant trouwens het eerste BREAAM-gecertificeerde gebouw van België gebouwd, zonder dat we dat zelfs wisten.”

Ulenaers: “Er gaat heel veel aandacht naar veiligheid omdat we dat ontzettend belangrijk vinden. Onze preventieadviseur werkt dag en nacht aan ons veiligheidsbeleid met opleidingen, informatiesessies, onze eigen edibo-academy, maar dat bleek nog niet genoeg. We werken er nu aan dat onze mensen op elk moment van de dag bewust met veiligheid bezig zijn.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels