Het einde van de zomer betekent de intrede van de laatste drie werkmaanden van het jaar. Traditioneel is dat vaak een uitdagende periode voor werkgever en werknemer. In zo’n periode is het nog belangrijker om verzuim correct aan te pakken.
Dat het ziekteverzuim piekt, is al lang geen geheim meer. Er is al heel wat inkt gevloeid over hoe we met verzuim moeten omgaan, en toch zijn er nog enkele olifanten in de kamer.
1. Haal verzuim uit de medische sfeer
Verzuim is vandaag voor veel organisaties nog louter een medisch probleem. Dat komt grotendeels door het ziektebriefje, de verplichte administratieve horde van verzuim. Dat attest drukt al te snel de stempel ‘100% ziek’ en verhindert een meer genuanceerd verhaal. Werknemers zijn namelijk in werkelijkheid niet altijd volledig arbeidsongeschikt en staan vaak open voor een tussenoplossing. Toch valt het gesprek stil zodra het woord ‘ziek’ valt, waardoor de relatie met de werkgever on hold komt te staan.
We moeten (leren) praten over mogelijkheden om werknemers (deels) inzetbaar te houden. Het medische aspect maakt uiteraard geen deel uit van die dialoog, omdat het immers niet ter discussie staat. En dan hebben we het nog niet gehad over die andere kwaal van de medicalisering van verzuim: er komen te veel medici kijken bij het verzuimtraject. Ik pleit ervoor om de rollen van de verschillende medische actoren te herdefiniëren.
2. Herdenk verzuim vanuit inzetbaarheid
Bekijken we verzuim niet langer vanuit 100% afwezigheid, dan kunnen we afstappen van het beperkende zwart-witverhaal waarbij een werknemer als volledig ‘out’ of volledig inzetbaar bestempeld wordt. Dat zorgt er namelijk voor dat we voornamelijk focussen op het uitzitten van de duur van het ziektebriefje.
Het alternatief? Kijken hoe de werknemer wél nog geconnecteerd kan blijven met het werk. De veelbesproken ‘fit note’, met focus op wat de werknemer wél nog kan, kan hier invulling aan geven. De basisredenering moet zijn dat een ziektemelding altijd aanleiding is voor een gesprek over mogelijke inzetbaarheid.
3. Deeltijdse inzetbaarheid moet financieel aantrekkelijk worden
Deze nieuwe manier van omgaan met verzuim moet ook op beleidsniveau met doordachte maatregelen gestimuleerd worden. Wie vandaag het werk deeltijds wil hervatten, heeft daar niet altijd financieel baat bij. Anderzijds is het voor de werkgever ook niet altijd financieel interessant om iemand deeltijds inzetbaar te maken. Dat zorgt er voor dat vele organisaties een medewerker pas terug willen als die 100% inzetbaar is in de functie waarvoor hij aangenomen is.
Verzuim is en blijft een heikel thema, waarbij begrip voor mensen die door medische klachten onmogelijk opnieuw inzetbaar zijn vanzelfsprekend moet blijven. Voor de overige groep van verzuimgevallen staat één ding buiten kijf: wanneer werknemers uitvallen, moet de voorbereiding van hun terugkeer op dag één van afwezigheid starten, en geen dag later.
Mensura
mensura.be