Luc Stevens is al heel zijn leven gepassioneerd door hout. In 1994 startte hij in Sint-Truiden samen met echtgenote Ariane zijn eigen bedrijf, Stevens Houttechniek. Vandaag staan zoon Dieter en dochter Esther klaar om het stokje over te nemen. Voor onze reeks familiebedrijven doken we mee in het familieverhaal.
We zijn gestart met houten trappen, binnendeuren en in het begin ook nog houten ramen,” blikt Luc Stevens terug. “Maar na een paar jaar hebben we de focus gelegd op enkel nog houten trappen en binnendeuren. Onze missie was vanaf dag één duidelijk : superieure kwaliteit afleveren, met oog voor de kleinste details. Zo is ons bedrijf in de loop der jaren mooi gegroeid. We zijn vandaag met 35 medewerkers zonder de familieleden die in het bedrijf werken.”
STERCK. Waaraan is dat succes te danken?
Luc: “We zijn altijd zeer standvastig geweest in wat we doen en hoe we dat doen. We lieten ons niet afleiden door de aanpak van anderen of door prijsevoluties en dergelijke. Dat is vandaag volgens mij nog steeds de beste strategie en die proberen we ook verder te zetten. We nemen er niet om de haverklap nieuwe producten bij om maar iets te noemen. En aan de kwaliteit van onze producten hebben we nooit geraakt. Tegelijk zijn we wel steeds blijven zoeken naar nieuwigheden die een stabiele toekomst hadden. Zo waren we 20 jaar geleden bij de eersten om metaal in trappen te verwerken. En met de zwevende bloktrap die hier in de showroom staat en overgaat in een tafel, haalden we bijna 25 jaar geleden al de pers omdat we daar uniek mee waren.”
Drie segmenten
STERCK. Wie zijn jullie klanten en welke regio bestrijken jullie?
Luc: “Onze klanten bevinden zich in drie segmenten : particulieren, projectontwikkelaars en de aannemers van sociale woningen. Het is een bewuste keuze om zo breed te werken. We kunnen ons aanbod maar compleet maken als we voor deze drie groepen werken.”
Esther: “We hebben enkele jaren geleden onze regio afgebakend van de volledige provincie Limburg tot de as Brussel-Antwerpen. We kregen steeds meer de vraag om nog verder te gaan, maar die boot moeten we toch een beetje afhouden, anders zijn onze mensen te lang onderweg. Daarnaast bedienen we ook een stukje van Wallonië waar we projecten doen voor klanten zoals Vandebos Bouwonderneming en Woningen Blavier. Het zijn bedrijven die al klant waren in Vlaanderen en ons vroegen om hen ook naar Wallonië te volgen. Zo verzorgen we daar bijvoorbeeld de trappen en binnendeuren van volledige verkavelingen.”
in cijfers
- 2 vestigingen
- 6 miljoen euro omzet
- 39 medewerkers
- 1994 oprichtingsjaar
Luc: “We hebben heel wat klanten die al vanaf dag één klant zijn en vandaag nog steeds beroep op ons doen. Dat wil wel iets zeggen.”
Esther: “De projectmarkt is vandaag erg belangrijk omdat je een verschuiving ziet. Mensen die vroeger particulier zouden bouwen, zijn nu eerder geneigd om te kopen bij een projectontwikkelaar.”
Luc: “Het is een grote troef dat we een mooie toonzaal hebben. Klanten kunnen hier alle mogelijkheden zien en worden goed ontvangen. Daarnaast hebben we een atelier en een eigen plaatsingsdienst.”
Complementair team
STERCK. Was het voor jullie als kinderen een evidentie om ook in de zaak te komen?
Dieter: “Voor mij was dat inderdaad altijd een evidentie. Mijn opleiding industrieel ingenieur elektromechanica was bijvoorbeeld erop gericht om de machines grondig te leren kennen. We liepen hier als kind al rond op zaterdagen en in de vakanties. Toen ik tien jaar was, borstelde ik de werkvloer. De werknemers die hier het langst zijn, ken ik dan ook al 20 jaar.”
We hebben heel wat klanten die al vanaf dag één klant zijn en vandaag nog steeds beroep op ons doen.
Esther: “Ik ben uiteraard ook met het bedrijf opgegroeid. Na school kwamen we naar hier. Maar ik ben wel iets compleet anders gaan studeren: journalistiek. Het was niet mijn intentie om hier meteen te komen werken. Na mijn bachelor in Leuven heb ik nog een BaNaBa bedrijfsmanagement gevolgd die meer aansloot bij het bedrijfsleven. Ik heb kort in de journalistiek gewerkt, maar ben uiteindelijk toch hier terechtgekomen. Ik ben er eerder ingerold met het idee om misschien nog ergens anders te gaan werken, maar ik ben uiteindelijk niet meer weggegaan.”
Luc: “Esther is blijven hangen omdat ze een goede aanvulling was op ons team en het werk graag deed, en dat is een heel goede reden.”
STERCK. Jullie zijn heel complementair. Welke taakverdeling is er?
Dieter: “Alles van machines, montage, het technische en alles van materialen zit bij mij. Als er problemen met een machine zijn pakken we dat aan. En alles wat personeel en planning aangaat, doet Esther.”
Esther: “Dieter stuurt de productie en de werkvoorbereiders aan, dat volgt elkaar allemaal op. Zelf doe ik de planning voor de plaatsingsdienst en de naservice.”
Luc: “Dieter werkt ook al twaalf jaar in het bedrijf. Esther is hier minder lang en doet eigenlijk alleen het administratieve en financiële nog niet, maar ook daar worden nu stappen in gezet.”
Geleidelijke overdracht
STERCK. Jullie doen de overdracht op een geleidelijke manier?
Dieter: “We zijn daar in de praktijk al een vijftal jaar mee bezig. Bij elke stap die we zetten, nemen we wat meer werk aan en lost papa wat meer. Hij zoekt stilaan ook andere bezigheden als hobby om actief te blijven.”
Esther: “Eigenlijk is dat nog steeds zoals in het begin. Je start met een paar taken en dan komen er stilaan dingen bij tot je een volwaardig pakket hebt en er bij papa minder overblijft.”
Dieter: “Het begon met een nieuw tekenprogramma dat papa niet meer is gaan volgen. Daarna zijn we naar een nieuw planningsprogramma gegaan. Vervolgens kwamen er nieuwe machines bij waar papa zich niets meer van aantrok en zo is dat organisch geëvolueerd.”
Luc: “We hebben niet van de ene op de andere dag taken overgegeven om ermee te stoppen. Het was een geleidelijk proces. En het lukt me behoorlijk goed om dingen los te laten.”
Externe begeleiding
STERCK. Het is een duidelijke familiesituatie met twee kinderen die beiden actief zijn in het bedrijf. Toch hebben jullie zich ook laten begeleiden?
Luc: “Caroline De Backer van Deloitte en Guy Jans hebben ons in het overdrachtproces begeleid. De kinderen moesten vijf jaar geleden eerst zelf een beslissing nemen hoe ze hun toekomst in het bedrijf zagen. We zijn daar in die periode samen met Deloitte naar gaan zoeken. Hebben ze de bekwaamheid? En als ze die hebben: willen ze het ook doen? Vervolgens moesten ze op een gegeven moment uit zichzelf zeggen dat ze ervoor wilden gaan. Want zo simpel is dat allemaal niet. Als de kinderen met het bedrijf opgroeien, lijkt het vanzelfsprekend dat ze het moeten verderzetten, maar in de praktijk hoeft dat niet zo te zijn. Die begeleiding door externen heeft absoluut een meerwaarde.”
Als de kinderen met het bedrijf opgroeien lijkt het vanzelfsprekend dat ze het moeten verderzetten, maar in de praktijk hoeft dat niet zo te zijn.
Esther: “We hebben een begeleidingstraject gevolgd met een reeks assessments en zijn daar vandaag voor een stuk nog mee bezig.”
Dieter: “Het laatste luik is nu het financiële aspect. Wat kunnen we nog doorgeven en wat niet. Hoe kunnen we onze eigen job nog iets verder opsplitsen waardoor we tijd vrij krijgen om dat erbij te nemen?”
STERCK. Wat is het voordeel van zo’n begeleiding?
Esther: “Dat je op een andere manier met elkaar leert babbelen. Het zijn toch heel wat uren, volledige voormiddagen dat je met iedereen rond de tafel zit: met mama erbij, met mijn man Robin erbij die de verkoop doet … Je maakt op zo’n momenten bewust tijd vrij om bepaalde onderwerpen aan te halen waar je in het drukke dagelijkse leven niet aan toekomt.”
Luc: “Het is ook fijn dat ze samen dat traject doorlopen. Het is niet dat Dieter het technische deed en Esther het administratieve en dat ze helemaal niets wisten van elkaar. Ze werken dagelijks naast mekaar en hun werk loopt in elkaar over. Wie facturatie en boekhouding doet, zou met personeel perfect niets te maken kunnen hebben, maar zo doen we dat hier niet. Ze weten bijvoorbeeld alle twee heel goed wat het betekent om 35 man personeel te hebben, hoe je daarmee moet omgaan … Ze hebben dat geleerd met vallen en opstaan. Ze weten hoe ze moeten samenwerken en met elkaar moeten spreken. Esther doet bijvoorbeeld de planning voor de plaatsingsdienst en Dieter voor het werkhuis, maar dat moet naadloos op elkaar aansluiten.”
STERCK. Hebben jullie ook een familiecharter opgesteld?
Esther: “Dat hebben we nog niet op papier gezet. Er is ook niet zo hard behoefte aan. We hebben eerst met Guy Jans gewerkt aan een organigram van het geheel. Dat hadden wij niet. Nu is het de bedoeling om nog op andere domeinen stappen vooruit te zetten zoals bijvoorbeeld met een familiecharter.”
Luc: “Er is ook geen dringendheid. Wij zijn als ouders nog vrij jong en Esther en Dieter zijn al heel ver gevorderd in het bedrijf. Er is nog tijd om bepaalde dingen aan te passen en te kijken hoe we dat gaan oplossen. Over een charter is er wel al gesproken, er zijn heel veel dingen aangehaald die daarin thuishoren, maar er is gewoon nog niets concreets op papier gezet. Waarom niet? Alle twee de kinderen zijn actief in de zaak. Dan moet er elke dag met elkaar gesproken worden. Als je een aantal kinderen hebt die niet in de zaak betrokken zijn en als er misschien ook nog aangetrouwde kinderen of neven en nichten mee in de zaak participeren, dan neemt de noodzaak aan afspraken op papier toe.”
Economische situatie
STERCK. Hoe kijken jullie naar de huidige marktsituatie en de grote uitdagingen, bijvoorbeeld op vlak van energie- en materiaalkost?
Luc: “Het begint met zorgen dat we werk genoeg hebben. Maar we hebben het voordeel dat we op het einde van het bouwproces komen. Elke keer als er iets gebeurt in een crisis of de bouwsector, dan voelt de aannemer dat eerst. Een projectontwikkelaar die de eerste schop in de grond steekt, gaat negen kansen op tien tot het einde verder. Alle projecten waarvan de kelders afgewerkt zijn, gaan ook definitief afgewerkt worden en daar hebben we de volgende jaren nog werk van. Het aantal projecten zal mogelijk wel wat verminderen, maar de markt valt voorlopig niet volledig stil. Als de marktsituatie de komende maanden nog erger wordt, dan moeten we ons wel ernstige zorgen beginnen maken. Dat heb je als ondernemer in je achterhoofd en daar ben je mee bezig. Maar op dit moment dringen er zich nog geen maatregelen op.”
Esther: “We hebben in 2021 sowieso een enorm druk jaar gehad. Het is normaal dat het dit jaar iets minder is. We horen van vaste aannemers en projectontwikkelaars waar we mee samenwerken dat ze wel voorzichtiger worden en niet beginnen bouwen zonder dat het meeste verkocht is.”
Luc: “We wachten voorzichtig af. Dat er nog moeilijkheden gaan komen in onze sector, daar twijfel ik niet aan. Maar als wij geen werk hebben, dan hebben anderen ook geen werk. Als de bouw stilvalt, dan valt alles stil. Dat gaat normaal nooit voor 100% het geval zijn. Dat zou een ongelofelijke crisis betekenen. Op de 35 jaar dat ik bezig ben, hebben we nog enkele keren een crisis gezien en hadden we schrik dat we naar de helft van onze omzet zouden gaan. Maar door het feit dat we aan het einde van de rit komen en dat het zich dikwijls ook vanzelf een beetje oplost, viel het al bij al altijd nog wel mee. Al denk ik wel dat wat we vandaag meemaken zonder meer het ergste is dat we al gezien hebben. Het wordt afwachten. Er is niemand die in een glazen bol kan kijken. Je kan vandaag geen vijf of tien jaar meer vooruitkijken. Het enige waar ik zeker van ben is dat er wel een aantal moeilijke jaren zullen volgen. Al kan je ook de vraag stellen of het normaal was dat het de afgelopen jaren zo extreem goed liep. We zijn allemaal vergeten dat er 15 jaar geleden rentepercentages van 14% gehanteerd werden om maar iets te noemen. Dat krijgt vandaag niemand nog betaald met hoe men tegenwoordig leeft en wat men allemaal heeft.”