Polemieck is een blik in de hersenpan van David Winkels, ondernemer, netwerker, aanjager en onverzettelijke visionair. Slaand, zalvend en schenenschoppend. Maar altijd minzaam en voor eigen naam.
We schrijven 13 maart 2014, preview avond van TEFAF in het Mecc in Maastricht. Deze keer wel de uitnodiging goed gelezen (nvdr: vorig nummer liep het hier mis), dus qua vestimentaire uitrusting zat ik goed. Schoon volk aanwezig. Veel schoon volk. Nog nooit zoveel blauw bloed verzameld gezien. Mannelijke karakterkoppen en vrouwelijke jukbeenderen, die - al dan niet met enige hulp – perfect op de juiste plaats zaten. Met meer dan 74.000 bezoekers deed ‘s werelds meest toonaangevende kunst- en antiekbeurs het weer voortreffelijk. Verzamelaars uit meer dan 56 landen bezochten de beurs en er werden maar liefst 375 privé-vluchten geregistreerd op Maastricht-Aachen-Airport.
Een mooi voorbeeld van hoe een stad voor even wereldkampioen kan zijn met een jaarlijks event als TEFAF. Voor 1 week per jaar staat Maastricht op de wereldkaart. Dan zijn alle kunstminnende ogen gericht op die kleine stad aan de Maas.
In deze tijden van economische crisis een hele prestatie: wereldkampioen zijn in wat je doet. En dat hoeft niet altijd zo spectaculair te zijn. Zo zijn er heel wat locaties die – al dan niet terecht - wereldkampioen trachten te zijn. Neem nu Collinsville, een stadje van nog geen 25.000 inwoners, in de staat Illinois (VS), langsheen de beroemde Route 66. Zij pronken sinds 1949 met ‘s werelds grootste ketchupfles! Doe het hen maar na: telkenmale vermeld staan met zulke wetenswaardigheid in de betere reisgids.
En je hoeft niet eens zo ver te gaan. Kijk maar naar het kerkje dat Gijs Van Vaerenbergh heeft neergezet in Borgloon. Een landmark op zich, die deze ‘parel van Haspengouw’ meteen op de wereldkaart heeft gezet. Kortom: een wereldkampioen.
Of het nu door middel van een evenement of een kunstobject is. Zo’n wereldkampioen-locatie trekt sowieso vreemd volk van heinde en ver aan en ze weten de gekozen bestemming met z’n allen meer dan te pruimen.
En hoe zit het dan met Belgie? Waarin zijn wij of kunnen wij wereldkampioen zijn? En neen, kom nu niet af met clichés als chocolade, bier of wafels. Of het Atomium of Manneke Pis. Graag iets origineler alstublieft.
Wereldkampioen in surrealisme worden misschien? Waarom niet? Belgie als ontkenning van een land. Ceci n’est pas un pays verheerlijken als levensmotto. Kortom, zoals bij het surrealisme de visuele verbeeldingskracht losmaken van het verstand en de logica, waardoor het onderbewustzijn in staat is onthullende, suggestieve voorstellingen te scheppen.
Klinkt surrealistisch? Wel dat is het ook. Zolang ze in Brussel niet formeel erkennen dat het eigenlijk de ondernemers zijn die ons elke dag weer op de (wereld) kaart zetten, dat zij de eigenlijke wereldkampioenen zijn, is surrealisme de feitelijke wereldkampioen.
Met uitzondering van de Rode Duivels, die mogen in juli die stercke rol (even) overnemen.