Wat in 1936 ontstond als ‘Port Charbonnier de Genck’ voor kolentransport is vandaag uitgegroeid tot een multimodaal logistiek platform voor transport via water, spoor en weg. Het terrein van 40 hectare van Haven Genk kan daarbij quasi alle goederensoorten en -verpakkingen behandelen en desgewenst tijdelijk opslaan in de 15.000m² opslagruimte.
De Limburgse Steenkoolmijnen en de Belgische Staat richtten in 1936 de Port Charbonnier de Genck op om de staalindustrie van kolen te kunnen voorzien. “Sinds 1997 is Haven Genk NV in handen van twee aandeelhouders: Group Machiels en Aperam (het voormalige ALZ Genk, nvdr.)”, legt General Manager Patrick Geerinck uit. “We voeren nog elk jaar één miljoen ton kolen aan voor de aanpalende elektriciteitscentrale van E.On. Weldra zullen zij echter overschakelen naar houtpellets.”
Van metaal tot rijst
Naast kolen verzorgt Haven Genk ook de opslag en overslag van stuk- en bulkgoederen. Er is 15.000 m2 overdekte ruimte en nog eens 10.000 m2 ruimte in openlucht om goederen tijdelijk op te slaan. “Onze toegevoegde waarde diensten zijn een grote meerwaarde die niet alle havens aanbieden”, zegt Geerinck. “We slaan hier alles op. Van metaalschroot en mineralen tot graniet, rijst en maïs.”
Water, spoor en weg
Haven Genk is strategisch erg goed gelegen. Er is niet enkel een dok van 1.000 meter maar ook een spoorterminal met eigen rangeerlocomotieven. Er zijn dagelijks klokvaste, rechtstreekse verbindingen met 3 terminals in Noord-Italië. “We zijn de enige trimodale haven in Limburg en kunnen veel meer behandelen dan louter containers. In principe kunnen we alle goederensoorten aan, behalve liquid bulk. We willen ons ook positioneren als een hub. Via Haven Genk kunnen bedrijven op een ecologische en economisch verantwoorde manier naar de Haven van Antwerpen. We hebben stipte afvaarten waarmee we de wegen kunnen ontlasten en just in time bij de lokale klanten kunnen leveren.”
Groen
Net als andere grote bedrijven, focust ook Haven Genk op duurzaamheid. “Aandeelhouder Group Machiels heeft dit jaar drie windmolens op onze site geplaatst. Die zijn goed voor ongeveer 75 procent van onze behoefte”, klinkt het.
Mooie toekomst
De Genkse haven is bereikbaar via kleine zeeschepen of zogenoemde kruiplijncoasters. Door de verhoging van de bruggen – een project dat tegen 2016 klaar moet zijn - groeien de mogelijkheden voor meer verbindingen naar Zuid-Europa. “Daarnaast zou Oost-Europa ook een belangrijke groeimarkt kunnen zijn door nieuwe treinverbindingen. En als het even kan, willen we ook het aantal afvaarten naar de havens van Rotterdam en Zeebrugge verhogen,” verduidelijkt Geerinck.