De bouwsector is onderhevig aan grote veranderingen. De vraag naar energiezuinige woningen in combinatie met de behoefte aan betaalbare huisvesting groeit sterk. Het zet de sector aan tot het ontwikkelen van nieuwe renovatiemethodieken in multidisciplinaire bouwteams om te beantwoorden aan de vlijmscherpe prijzen en termijnen. Om deze transitie te stimuleren, maakte de Vlaamse overheid 6 miljoen euro vrij voor de renovatie van woningen. In Limburg werden niet minder dan 3 proeftuinen bouw goedgekeurd: WERFGOED, Mutatie+ en Ecorens. In totaal slaan 33 partners de handen in elkaar om zowel woningen als appartementen te gaan renoveren tot bijna-energieneutrale woningen (BEN) binnen één week tijd.
Bouwen volgens de BEN-principes wordt vanaf 2021 de standaard voor nieuwe gebouwen in heel Europa. Het bijzondere aan deze woningen is dat ze weinig energie verbruiken voor verwarming, ventilatie, koeling en warm water. De energie die nog nodig is, wordt uit groene energiebronnen gehaald. In de gelanceerde proeftuinen worden verschillende innovaties uitgetest op hun technische en economische haalbaarheid. De projecten Ecorens en Mutatie+ ambiëren honderden extra jobs voor de provincie Limburg op korte termijn.
Partners van de Limburgse proeftuinen
De proeftuinprojecten werden begeleid door Ann Verlinden van het Innovatiecentrum Limburg in nauwe samenwerking met Bas van de Kreeke, voorzitter van de Stuurgroep Transformatie BOUW. De proeftuinen vormen het resultaat van een doorgedreven samenwerking tussen provincie Limburg, kennisinstellingen en de Limburgse bedrijven.
Deelnemers: van de Kreeke BOUW, Democo, Machiels Building Solutions, BJW, Aristoco (Cubigo), Vantilt-Houben, Thermad-Brink, Warsco Units, DBV- architecten, MBconsult, SBHeedfeld, Trias, Vivixtum, Vaillant, Avenir Architecten, Knauf, Viesmann, Wolfe, Onesto Confederatie Bouw Limburg , Nieuw Dak, Cordium, Dubolimburg, Stebo, Gemeente Maasmechelen en Houthalen-Helchteren, Enter, WTCB, KU Leuven/ Energyville, UHasselt, Vito, PXL
Ecorens
“De uitdaging van Ecorens is het uitvoeren van een BEN-renovatie terwijl de bewoners het gebouw nog blijven bewonen”, legt Ann Verlinden van het Innovatiecentrum Limburg uit. “De proeftuin wil een sociaal aanvaard en marktgericht renovatieconcept ontwikkelen voor eengezinswoningen en appartementsgebouwen. Hierbij worden verschillende innovatieve renovatieconcepten ontwikkeld en uitgetest."
De partners willen tot een universeel toepasbare methodiek komen die het ontwerp gaat sturen. Doelstelling is het bouwproces en de klantentevredenheid te optimaliseren door doorgedreven ketensamenwerking, de inzet van BIM (Building Information Model) en leantechnieken. Ook voor de betrokkenheid van de bewoners is er aandacht vanaf de plannig tot de finale oplevering.
Ecorens heeft vanaf het ontwerp rekening gehouden met de financiële eisen van de Vlaamse maatschappij voor Sociaal Wonen. Daardoor kunnen hun renovatieconcepten niet enkel op de private markt, maar ook op de markt van de sociale huisvestingsmaatschappijen, toegepast worden.
Mutatie+
De proeftuin Mutatie+ wil dan weer onderzoeken hoe een individuele woning, gebouwd vóór 1995, tijdens leegstand kan gerenoveerd worden tot een BEN-woning en tegelijkertijd aangepast kan worden aan de comfort- en zorgbehoeften van de nieuwe eigenaar. Het concept moet leiden tot een lagere energiefactuur en woningen die langer en beter afgestemd zijn op verschillende woonbehoeftes. Die evolueren in functie van de verschillende levensfases en gezondheidstoestand van de bewoners (aanpassing voor mindervaliden, kangoeroe-woningen, domotica voor extra service,…).
Bas van de Kreeke: "Door de aanpassingen op het vlak van energievoorziening en leefbaarheid van de woning samen uit te voeren, kunnen belangrijke besparingen worden gerealiseerd in tijd en geld. Het technisch concept is opgebouwd uit geïndustrialiseerde modules, met innovatieve koppelingen tussen technologie, bouwdelen en installaties. De modules zijn uitwisselbaar en zorgen voor in de tijd aanpasbare woningen in functie van de wensen van de bewoner. De huiseigenaar krijgt meer kwaliteit voor minder geld en minder overlast. Door de verbeteringen van de energetische prestaties zal de energierekening verlagen. Het budget dat hiermee vrijkomt, wordt ingezet om de andere aanpassingen (gedeeltelijk) te financieren."
Renovatiepotentieel
Het renovatiepotentieel voor woningen volgens bovenstaande principes is gigantisch. Zowel Mutatie+ als Ecorens vinden hun eerste ‘pilot’ huizen en appartementen binnen de sociale woningbouw, respectievelijk van Cordium en Nieuw dak. Er zijn nu al 44.000 sociale woningen geregistreerd voor renovatie volgens deze principes. Een initiële analyse voor de appartementsgebouwen van alleen al de Sociale Huisvestingsmaatschappij geeft een renovatiepotentieel van zo’n 26.873 appartementen.
“Maar de renovatieconcepten zijn evenzeer afgestemd op de particuliere markt”, aldus Ann Verlinden. “Binnen het project WERFGOED worden in samenwerking met de Limburgse gemeenten een aantal modellen ontwikkeld om BEN-renovatie in de private woningmarkt te stimuleren."
Recente studies spreken over een renovatiepotentieel van 2,3 miljoen woningen in de Euregio. Nu al werd een eerste potentieel van 200.000 te renoveren woningen volgens deze technieken opgetekend. In een studie van het Economisch Instituut voor de Bouw is er sprake van een bijkomende tewerkstelling van ongeveer 40 manjaar per 100 BEN-renovaties. Dit zou een welgekomen bron voor bijkomende werkgelegenheid in Limburg moeten betekenen.
Vooruitdenken groeimotor van Alcomel
Alcomel uit Tessenderlo ontwikkelt, fabriceert en plaatst maatwerk van sanitaire cellen tot operatiekamers, cleanrooms en verpleegposten voor ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen. Het bedrijf realiseert een omzet van meer dan 22 miljoen euro en groeide de afgelopen jaren telkens met dubbele cijfers dankzij flinke investeringen. Motor van die groei is het vooruitdenken en toepassen van innovatieve oplossingen. Hun concept van sanitaire cellen is daar een goed voorbeeld van.
“We bouwen volledig geprefabriceerde sanitaire cellen op maat en hebben enkel een uitsparing in de chape nodig om onze volledig zelfdragende constructie op te bouwen”, zegt algemeen directeur Jan Van Eynde. “Indien gewenst bieden we een volledige oplossing met ingebouwde leidingen, sanitair, elektriciteit, badkameraccessoires. We passen ons concept aan de omstandigheden aan, maar trachten de talrijke voordelen telkens maximaal uit te spelen. Zo hebben we door het toepassen van bijvoorbeeld schuif- en draaideuren slechts een heel compact bouwvolume nodig. De plaatsing kan op erg korte tijd en de ontwerpen zijn zo gebruiksvriendelijk mogelijk. We kunnen zelfs de wastafel en het bad letterlijk naar de patiënt toe brengen zodat er zo weinig mogelijk hef- en tilwerk voor het personeel aan te pas komt.”
Alcomel heeft een eigen R&D-afdeling die zeer nauw samenwerkt met opdrachtgevers en architecten. “We waren de eerste in de sector met deze concepten en blijven onze eigen oplossingen steeds verder perfectioneren”, aldus Jan Van Eynde. “Zo hebben we bijvoorbeeld een eigen patent op het verwerken van de aanvoer en afvoer van water in de draai-as van bewegende delen. Ook op het vlak van materialen volgen we de laatste nieuwe technieken. We werken met duurzame materialen die naadloos op elkaar aansluiten zodat er op geen enkele manier ergens vocht kan insijpelen. De vloer wordt bijvoorbeeld in één stuk in de uitsparing gelegd en via robottechnologie van een anti-bacteriële coating voorzien.”
Innovatie kost geld. Zijn de oplossingen van Alcomel dan niet duurder dan de concurrentie? “We zijn niet de goedkoopste. Via een rekenmodel van een onafhankelijk studiebureau is vastgesteld dat de meerkost al op drie jaar terugverdiend is. Bovendien zijn de gebruikers erg enthousiast over de winst in ergonomie. Dat is vaak zeker zo belangrijk.”.
3D-technologie bij BAM Betonac
Het verlagen van de foutenlast is een cruciale hefboom om de rendabiliteit van bouwprojecten te verhogen. De toepassing van 3D-technieken is een werkwijze die daarin sterk aan belang wint. BAM Betonac uit Sint Truiden behoort al meer dan 10 jaar bij de voorlopers in de toepassing van 3D-techniek.
“Je kan op twee manieren met 3D werken”, legt Ludo Philtjens, hoofd van de dienst topografie bij BAM Betonac uit. “Ofwel werk je met een totaalstation met prisma via GPS en satellieten, ofwel door zelf een basisstation te installeren op de werf. Het voordeel van dat laatste is dat zowel de topograaf, de ploegbaas, de onderaannemers en de machines op hetzelfde moment op één basisstation kunnen werken. De combinatie van beide systemen wordt ook al toegepast op onze 3D-gestuurde betonmachines, waarbij GPS de richting aangeeft en het totaalstation de exacte hoogte aanduidt. De GPS is tot op 2 cm nauwkeurig, het totaalstation tot op enkele millimeter.”
"Ons studiebureel verwerkt de gegevens, en samen met de ontvangen plannen van het opdrachtgevend bestuur wordt er een 3D-ontwerp gemaakt. Onze topograaf zorgt ervoor dat het 3D-ontwerp in zijn veldboek, dat van de ploegbaas en in de computers van de machines wordt geïnstalleerd. Terwijl vroeger tientallen piketten en heel wat dagen manueel meetwerk nodig waren, gebeurt het uitzetten van bijvoorbeeld een betonboord of een slikker nu volledig en bijna op de millimeter juist volgens de 3D-gegevens. De ploegbaas en topograaf kunnen met hun toestellen eenvoudig controles uitvoeren."
“De voordelen zijn enorm”, licht Ludo Philtjens toe. “Zowel op het bureel als op de werf werkt iedereen steeds 100 procent zeker met dezelfde plannen, die ook opgemaakt zijn met het 3D-ontwerp. Je kan je niet meer verstoppen achter een verkeerde versie van het plan. De topograaf kan aanpassingen gemakkelijk inladen, en je werkt steeds tot op enkele millimeter juist. Het is allemaal veel nauwkeuriger dan vroeger en je kan dag en nacht werken. De kosten voor topografie dalen aanzienlijk. Vroeger had je 2 topografen en 2 helpers op 1 werf nodig om een punt uit te zetten. En er werden veel piketten omvergereden. Dat is verleden tijd. Ook de snelheid is spectaculair toegenomen. Nu kan 1 topograaf 3 tot 4 werven tegelijk volgen. Niet onbelangrijk als je weet dat elke topograaf voor 50 tot 60.000 euro materiaal in zijn auto heeft liggen. Werken in 3D vergt een flinke investering, maar die is snel terug verdiend.”.
Om innovatief te werken moet je het niet noodzakelijk ver zoeken. Dat bewijst de familiale Bouwonderneming Marc Ceelen die begin dit jaar tijdens de Belgian Building Awards de innovatieprijs in ontvangst mocht nemen. Het bedrijf legt zich sinds 2009 toe op energiezuinig bouwen en kreeg de prijs voor haar doorgedreven procesinnovatie.
Energiezuinigheid bij Bouwonderneming Marc Ceelen
“Om energiezuinige woningen betaalbaar te houden, moet het bouwproces volledig worden herdacht”, zegt Marc Ceelen. “We denken bij alle details na hoe we tijdens het bouwen invloed kunnen hebben op de energiewaarde van het gebouw. De luchtdichtheid is daarbij bijvoorbeeld erg belangrijk en moet van bij de start worden aangepakt. We gebruiken ondermeer een speciale Thermodorpel die de koudebrug wegwerkt door een volledige thermische onderbreking met de vloer te creëren.”
Ook de ramen zijn erg gevoelige plaatsen voor koudebruggen. Marc Ceelen: “Bij een klassieke manier van bouwen stopt de isolatie aan de raamopening en kan je de aansluiting nooit 100 procent in orde krijgen. Daarom passen we een procedé toe waarbij de raamkaders onmiddellijk in de binnenmuur worden gemetseld. Daardoor weten ook al bij het metsen van de muren de exacte afmetingen van het buitenschrijnwerk. Zo winnen we tijd en kan het buitenschrijnwerk al zeven tot acht weken eerder geplaatst worden.”
Ceelen blijft actief zoeken naar innovatieve oplossingen om het bouwproces verder te verbeteren. “Voor de binnenmuren zijn we nu gestart met een nieuw soort van stapelblok, de Bramstone. Dat is een blok van 60 cm lang met 4 gaten, die al voorzien zijn voor de nutsleidingen. Ze worden na het stapelen volgegoten. Het bouwen gaat snel en het geeft akoestisch een goed resultaat. De muren vormen ook meteen een heel effen oppervlak.
Daardoor kunnen de isolatieplaten er strak tegen geplaatst worden, wat een positieve invloed heeft op isolatiewaarde. Over zes jaar moeten we allemaal energieneutraal bouwen. Het EPC-peil gaat in de toekomst de waarde van een woning bepalen.”.
Innovatie centrum Limburg
Innovatiecentrum Limburg helpt Limburgse kmo’s met het realiseren van innovatieprojecten. Deze steun bestaat uit verschillende diensten waaronder subsidiebegeleiding, innovatieaudits, opleidingen in innovatiemanagement en het in contact brengen met kennisinstellingen en partners.
Je kan Innovatiecentrum Limburg contacteren via limburg@innovatiecentrum.be of tel 011/29 20 97. Voor vragen rond bouwinnovatie kan je terecht bij innovatieadviseur Ann Verlinden via ann.verlinden@innovatiecentrum.be Bouwinnovatie is 1 van de 10 thema’s in het SALK-plan.