“Een bedrijf waarvoor we een offerte maken mag er 100 procent zeker van zijn dat het geld gaat verdienen.” Een sterker verkoopargument hebben we nog maar zelden gehoord. Door de combinatie van ecologie en economie te maken heeft het Genkse studie- en implementatiebureau Encon een sterke marktpositie verworven. Een waslijst van topreferenties, solide winstcijfers en een vernieuwde strategische visie laten uitschijnen dat de sterke omzetgroei nog lang niet ten einde is. De wereldwijde markt lonkt.
Encon werd in 2002 opgericht door Kathleen Venderickx en Robin Bruninx en telt momenteel 5 vestigingen in België, Nederland en Uruguay. Eind 2013 namen Bruninx en zijn echtgenote Sandra Deraeve het bedrijf volledig over. Encon is specialist in energiebesparing en kostenreductie op technische installaties. Eén departement van het bedrijf is actief in het optimaliseren en vervangen van technische installaties. Ze kijken daarbij naar de mogelijkheden tot energiebesparing bij voornamelijk industriële bedrijven. Het andere departement staat in voor het ontwikkelen en realiseren van duurzame energieprojecten zoals windenergie, zonne-energie, biomassa, houtverbranding, …
We hebben in totaal al voor 75 miljoen euro aan besparingen gerealiseerd, of zo’n 75.000 hectare bos.
“We hebben die projecten op een financiële manier in de markt gezet”, zegt Robin Bruninx. “De focus ligt enerzijds op kostenefficiëntie en rendement op kapitaal. Anderzijds hebben we een grote impact op het milieu. Door de combinatie tussen ecologie en economie creëren we voordeel voor onze klanten.”
STERCK. De garantie van harde economische return is jullie bron van succes?
Robin Bruninx: “Het hangt van de klant af hoeveel er geïnvesteerd wordt in het groene verhaal. Dat is niet altijd even eenvoudig. Bedrijven moeten naar hun core-processen kijken en hun beschikbare middelen zo goed mogelijk inzetten. Dan liggen investeringen in ecologie soms moeilijk. Maar als ze er ook geld aan verdienen klinkt het meteen anders. Die combinatie is het succes van onze organisatie."
STERCK. Ecologie is nu een trend maar jullie waren er vroeg bij?
Bruninx: “We zijn in 2002 gestart met een idee, zonder kapitaal en zonder markt. We hebben enkele jaren moeten zoeken hoe we ons idee rendabel konden maken. Dat was niet eenvoudig. De aandacht voor klimaatverandering heeft ons vanaf 2015 wel in de kaart gespeeld.”
STERCK. Jullie zijn niet langer louter een ingenieursbureau?
Bruninx: “We doen consultancy, engineering en projectmanagement, waardoor 95% van de projecten die we opstarten ook door ons in uitvoering gaan. Daarin zijn we uniek in de markt. We doen dit binnen de klassieke domeinen van koeling, verlichting, perslucht, elektriciteit, HVAC, stoom, verbrandingsinstallaties en productieprocessen. Tot eind 2014 hebben we voor 75 miljoen euro aan besparingen gerealiseerd voor onze klanten, met een equivalent van 75.000 hectaren bos.”
Encon realisaties
-
Begeleiding 3 miljoen m2 dakoppervlakte zonne-energie
-
Ikea: ontwikkeling wereldwijde lichtstandaard Ikea
-
Bombardier: perslucht productie herleid van 1,3 MW naar 480 kW
-
Begeleiding van meer dan 60 windturbines voor bedrijven zoals Arcomet, Vaessen Industries, Konings, Ikea, Essers, …
Puur toegevoegde waarde
STERCK. Kan elk energiebesparend project winstgevend zijn?
Bruninx: “We leveren puur toegevoegde waarde en maken enkel een offerte als deze een besparing genereert die groter is dan de investering die de klant moet doen. Een klant moet dus blij zijn als we een offerte willen leveren, want dan gaat hij geld verdienen. Die garantie op resultaat is een hele sterke insteek. Voor we een offerte maken moeten we dus wel analyseren of onze oplossing rendabel gaat zijn. Door onze aanpak ligt ook alle verantwoordelijkheid bij ons. We kunnen niet zeggen dat het studiebureau een fout gemaakt heeft of de uitvoering mank is gelopen.”
STERCK. Jullie ontwikkelen ook projecten om energie te produceren?
Bruninx: “We maken dan voor onze klanten een investeringsplan en voeren dat project per project uit. Zo bouwen we voor tal van grote partijen windmolens. We hanteren een heel specifieke procedure om de risico’s en de kosten te verlagen en de opbrengsten te verhogen. Alleen al op projecten voor zonne-energie verdienen we tussen de 3 en 10 keer onze kostprijs terug. Bij windenergie is dat zelfs tussen de 10 en 15 keer.”
Een klant die van ons een offerte krijgt, weet dat hij geld gaat verdienen.
STERCK. Jullie begeleiden klanten ook met Breeam-certificatie en ‘technical due diligence’?
Bruninx: “Breeam is een duurzaamheidscertificatie voor voornamelijk grote ondernemingen. We werken nu aan de Breeam-certificatie voor het grootste e-commerce gebouw ter wereld in Zwolle. Daarin zijn we pioniers. Voorlopig is dat nog voornamelijk een verhaal bij de multinationals maar dat gaat zich binnen 5 à 10 jaar vertalen naar de KMO-markt.
‘Technical due diligence’ doen we in opdracht van banken. Er zijn maar een paar bedrijven die dat mogen doen. We maken dan een technische doorlichting vooraleer de bank een financiering aangaat bij een project rond hernieuwbare energie. We gebruiken onze ervaring om risico’s uit dossiers te halen zodat de terugbetalingscapaciteit gegarandeerd is.”
Inclusief financiering
STERCK. Intussen hebben jullie met Inesco ook een Esco-bedrijf opgericht. Wat is dat?
Bruninx: “Bij Encon moeten klanten nog altijd zelf een flinke investering doen. Soms is dat geld er niet en gaat het project niet door hoewel het bedrijf een rendement van 33 procent op kapitaal kan behalen. Inesco voert een energieproject uit en financiert die investering ook zelf. Door deze investering daalt het energieverbruik drastisch, en daardoor ook de energiefactuur. Met een gedeelte van deze besparing betaalt de klant de nieuwe installatie af. Daarna geniet hij verder van de energiebesparing en de lagere energiefactuur. De formule komt tegemoet aan alle actuele thema’s: milieu, tewerkstelling, kostenreductie, …. Het was niet gemakkelijk om dit op te zetten en we hebben hier veel externe ondersteuning voor gebruikt, maar ik ben blij dat we er nu zijn.”
STERCK. Intussen hebben jullie de organisatie verder geprofessionaliseerd en de strategische visie hertekend?
Bruninx: “Vroeger liepen we teveel achter witte konijnen aan. Robin had een idee en de hele organisatie moest die richting uit. We willen nu de focus leggen op ‘product leadership’. We hebben een product in de markt waar na 13 jaar nog steeds geen concurrent voor is. Er zijn geen bureaus die de studie én de implementatie doen, op de manier dat Encon dat doet. Dat is heel uniek. De markt voor ons zijn alle industriële klanten die in een nieuwe technische installatie gaan investeren en nog niet met ons samenwerken. Daar kunnen we toegevoegde waarde leveren. Met die definitie is onze markt niet 10 keer maar 50 keer groter dan de traditionele markt. We varen in de ‘blue ocean’ en er is nog ruimte voor 50 Encons.”
STERCK. Is beschikbaar menselijk potentieel een rem op jullie groei?
Bruninx: “Dat klopt inderdaad. We zijn nu met een 50-tal medewerkers maar kunnen nog flink groeien. We bestaan nu eigenlijk uit 6 verschillende organisaties. The Energy Group is de overkoepelende organisatie die energiediensten in de markt aanbiedt. Encon doet projectgerelateerde activiteiten op korte termijn. Dan is er Inesco en HVBD, onze vennootschap die het beheer van onroerende activa doet. En intussen is er ook Encon Nederland en Encon Urugay. En dit jaar willen we nog een nieuwe organisatie opzetten voor de outsourcing van energiespecialisten.
Wie een sterke organisatie wil, moet wendbaar zijn en snel kunnen schakelen. Ik geloof in een groep van verschillende organisaties die aan elkaar gekoppeld zijn met een gezamenlijke strategie en visie, maar wel met een eigen managementstructuur en autonomie.”
Licentiemodel
STERCK. Dat is ook uw visie op internationalisering?
Bruninx: “We hebben de kennis en het model waarvan bewezen is dat het werkt. Maar als we binnen een paar jaar met een organisatie van 100 mensen zitten, duurt het te lang om in te spelen op een snel veranderende markt. Daarom stoppen we voor de internationalisering Encon in een licentiemodel.
Partners die ons in het buitenland in de markt willen zetten, kunnen onze kennis, jarenlange ervaring en referenties krijgen. Alles staat klaar. Het helpt hen om een business te starten op een niveau dat meteen top is. Zij hebben een concurrentiële voorsprong en de organisaties in België verdienen er ook nog iets aan. Op die manier kunnen we mensen kansen geven en snel naar het buitenland gaan. Ik heb dan misschien niet alles in eigen handen maar wel iets van alles. In Uruguay en Nederland doen we het al op die manier. Nederland is een heel concurrentiele markt en toch zijn we daar nog geen andere Encon tegengekomen. Ik ga nu voor een maand naar de Verenigde Staten. Ook voor die markt hebben we alles in handen.”
Thor Park
STERCK. Jullie verhuizen nu naar Thor Park. Zullen anderen volgen?
Bruninx: “Thor Park wordt een hub voor alles wat met energie te maken heeft. Daar moeten we gewoon bij zijn en mee aan bouwen. Zo kunnen we nog beter anticiperen op de markt en als pionier de krijtlijnen helpen uitzetten. Het moet mogelijk zijn om grote spelers naar hier te halen. Google en Microsoft krijgen 101 aanbiedingen. Waarom zouden die in godsnaam naar Genk komen? Wel, dat kan als je een unieke ‘value proposition’ hebt. En hier op Thor Park kan dat zijn rond energie en technologie. Op Thor maken we de combinatie tussen ontwikkeling én productie én innovatie én opleiding en dat op internationaal niveau.”
Je moet eens weten wat er in Vlaanderen allemaal leeft rond energie.
STERCK. Kan je dat ook omzetten in effectieve terwerkstelling?
Bruninx: “Als we in België ergens heel sterk in zijn, dan is het wel in het verwerken van kennis. Met EnergyVille komen topwetenschappers naar hier die een enorme verwerkingskracht hebben. Je moet eens weten wat er in Vlaanderen allemaal leeft rond energie. Maar we praten niet met elkaar. Die interactie kan in Thorpark op gang komen. Dan gaan we allemaal drie keer sneller vooruit.
Bovendien kan je niet continue aan onderzoek doen zonder dat er iets uitkomt. Daarom moet je bedrijven hebben die dat in de markt willen zetten. Door projecten te definiëren kan je ze naar hier krijgen. De inschakeling in een breder geheel is echt een troef. Neem nu big data. Dat wordt ook in de energiesector heel belangrijk. Dan is Thor Park toch de ideale biotoop voor de grote technologiebedrijven.”