Stad kiest resoluut voor duurzaamheid
Cristoph d'haese Regio - Aalst - Burgemeester

Stad kiest resoluut voor duurzaamheid

Regio - Aalst - Burgemeester

Een centrale ligging tussen grootsteden hoeft de economische ontwikkeling van een provinciestad niet af te remmen. De beleidsverantwoordelijken van Aalst koesteren dan ook ondernemers die zich in de carnavalsstad komen vestigen en er extra werkgelegenheid creëren. Intussen investeert de lokale overheid volop in de actualisering van bedrijventerreinen. Tekst en uitleg krijgen we van burgemeester Christoph D’Haese (N-VA).

Aalst bevindt zich in de centrale ruit tussen Gent en Brussel en fungeert als een regionaal knooppunt tussen beide steden, onder meer dankzij een sterk uitgebouwd wegen- en spoorwegennet. Die ligging trekt heel wat ondernemers aan, zo blijkt. Elk jaar beginnen in de stad, die ook in de zorgsector een kwaliteitsreputatie geniet, ruim honderd ondernemers met een eigen zaak. De stad getroost zich ook heel wat inspanningen om lokale bedrijvigheid veel kansen te geven.

“Onze centrumstad telt tien bedrijventerreinen. Wereldbekende ondernemingen als Jan de Nul Group, Honda Belgium, Tupperware en Tereos-Syral kozen Aalst als vestigingsplaats. Bovendien is er ruimte voor meer: met de ontwikkeling van nieuwe terreinen pompen we zuurstof in onze groeiende industrie en in kmo’s”, verklaart de burgervader.

Aalst_Burgemeester_Christoph_D'haese

Broeikas

STERCK. Op welke manieren tracht de stad ondernemerschap te stimuleren?

Christoph D’Haese: “Dat doen we onder meer via samenwerkingen met scholen. Zo participeren we in Broeikas, een koppelorganisatie voor studenten en jongeren die in de regio Aalst ondernemen. Dit initiatief organiseert bijvoorbeeld ontmoetingen tussen jonge (student-)ondernemers, workshops en coaching-sessies.”

STERCK. Hoe populair is Aalst bij retailers?

D’Haese: “Onze vele kleinhandelszaken illustreren dat wij een centrumrol vervullen. Zo tellen we zevenhonderd winkels (met een winkelvloeroppervlakte van bijna 60.000 m²) die in het kernwinkelgebied een gevarieerd aanbod aanbieden aan shoppers. De belangrijkste branches zijn wonen, kleding, mode en levensmiddelen. Het winkelhart kent een unieke stervormige structuur met vijf gezellige winkelwandelstraten die samenkomen op de Grote Markt. In de kern van dat winkelhart hebben zich charmante horecazaken gevestigd, die hand in hand gaan met shopping.”

STERCK. De arbeidsmarkt kenmerkt zich door een enorme krapte. Welke impact heeft dat op de werkloosheidscijfers bij jullie?

D’Haese: “Cijfers van Arvastat en de VDAB tonen dat de werkloosheid in Vlaanderen ten opzichte van vorig jaar met acht procent is gedaald. Wij doen nog iets beter, met 8,5% minder werkzoekenden. In juni van dit jaar telden we precies 2954 werklozen (circa 1900 autochtonen en 1000 allochtonen), waarvan de grootste groep (ruim 1500 mensen) laaggeschoold is en sinds minder dan één jaar op zoek is naar een job. Zeker via de uitzendsector zijn het voorbije jaar meer vacatures in onze stad verschenen. Bij personen met een arbeidshandicap is de werkloosheid overigens wel licht toegenomen (plus twee procent).”

De opwaardering van het openbaar domein is cruciaal om onze bestaande bedrijven optimale kansen tot groei te geven.

Infrastructuur

STERCK. De jongste maanden waren in Aalst ingrijpende wegwerkzaamheden aan de gang. Welke gevolgen hebben die voor het economisch weefsel van de stad?

D’Haese: “De tunnelwerken aan de Boudewijnlaan zijn bijna afgewerkt. Voorheen waren de werven in de Kattestraat en aan winkelcentrum Pieter Van Aelst al opgeleverd. Dat zorgt voor een fraaier openbaar domein (met zitgelegenheden en speeldomeinen) en vergroot onze aantrekkingskracht, wat interessant is voor de handel en de horeca. Uiteraard brengen openbare werken altijd ongemakken met zich mee (zoals omzetverlies en ontoegankelijkheid), maar we hebben bijvoorbeeld wel gemerkt dat door de werken in de Kattestraat de handelaars zich meer hebben verenigd, een tendens die we zeker toejuichen.”

Opwaardering bedrijventerreinen

STERCK. Intussen zijn al veel inspanningen geleverd om de economische ruimte op te waarderen. Vanwaar die vernieuwingsprocessen?

D’Haese: “De stad telt tien bedrijventerreinen. Voor acht daarvan is ondertussen een modernisering in gang gezet. Dat doen we vanuit het besef dat ruimte voor ondernemen een schaars goed wordt. De opwaardering van het openbaar domein is cruciaal om onze bestaande bedrijven optimale kansen tot groei te geven en een verdere evolutie naar duurzaamheid te faciliteren. Waar nodig zijn ook planningsprocessen opgestart om verouderde voorschriften te vervangen door hedendaagse inzichten rond intensief ruimtegebruik en collectieve voorzieningen.”

STERCK. Welke aanpassingen zijn gebeurd aan de bedrijvenzone Dender Noord?

D’Haese: “Voor die zone, van 165 hectare, is het masterplan al afgewerkt. De eerste uitvoering uit het actieplan is ondertussen gebeurd met de aanleg van een zogenaamde ‘bypass’. Om de verkeersafwikkeling van en naar het bedrijventerrein te verbeteren en om het goed nabuurschap met de woonbuurt te bevorderen, koppelden we het bestemmingsverkeer voor het bedrijventerrein los van het plaatselijk verkeer.”

STERCK. Wat zal er gebeuren met de Hekkestraat?

D’Haese: “Eerstdaags staat de heraanleg van die straat op het programma. Dat gaat gepaard met een investering van meer dan vier miljoen euro. Er is nog onderzoek bezig naar de collectieve buffering van hemelwater. We zien dat ondernemingen heel inventief zoeken naar oplossingen, wat we uiteraard graag zien gebeuren. Kijk, de geplande infrastructurele investeringsplannen en realisaties zijn financieel zeer zwaar voor een lokaal bestuur. Daarom zijn we ook tevreden dat we kunnen rekenen op de steun van de Vlaamse overheid. Dankzij Vlaio krijgen we steun voor de opmaak van de masterplannen en financiële middelen om de herinrichtingswerken uit te voeren.”

Aalst_Burgemeester_Christoph_D'haese

Health & Care Valley

STERCK. Hoever staat het project Siesegemkouter?

D’Haese: “In 2003 besliste de Vlaamse overheid om het gebied tussen de Siesegemlaan en de Gentse Steenweg in Aalst te bestemmen als industriegebied. De stad liet daarna een masterplan opmaken door het architectenduo Secchi-Viganò. Dat masterplan is bijzonder vooruitstrevend: de bedrijvenzone omvat 52 ha oppervlakte voor bedrijfskavels en meer dan 30 ha groen. Het gebied rond de twee beken vormt daarbij de groene ruggengraat van het bedrijventerrein. In de overeenkomst onderschrijft aannemer Cordeel het masterplan, waardoor we 
als stad de garantie hebben dat het bedrijventerrein Siesegem ook volgens 
deze principes wordt ontwikkeld.”

STERCK. Welke bedrijven zullen er terecht kunnen?

D’Haese: “De bedrijvenzone zal exclusief bestemd zijn voor bedrijven actief in gezondheid en zorg, in de brede zin. Dat sluit aan bij het Aalsters DNA en de daarmee verbonden duidelijke strategische beleidskeuze van de stad om Aalst verder uit te bouwen tot zorgstad. De sterke groei in de gezondheids- en zorgeconomie onderbouwt deze keuze nog meer. Het samenbrengen van bedrijven die werken in deze sectoren, biedt kansen aan ondernemers voor de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten waar de Aalstenaar als eerste van zal kunnen profiteren. We voorzien er ook flexibele ruimte voor starters en jonge, groeiende bedrijven die extra ondersteuning goed kunnen gebruiken. Op die manier blijft de aangroei van nieuw ondernemerschap verzekerd.”

STERCK. Hoe belangrijk wordt deze Health & Care Vally voor de plaatselijke werkgelegenheid?

D’Haese: “Bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein ligt de nadruk op het creëren van maximale werkgelegenheid voor zowel laag-, technisch- als hooggeschoolden. Met een totaal aantal inwoners van 85.000, heeft onze stad heel wat potentieel om deze jobs vooral lokaal in te vullen. Daarnaast krijgt dit bedrijventerrein een duurzame en energiebewuste ontwikkeling. Ook ruimtelijk en architecturaal zal de lat hoog liggen. In de buffers rond het bedrijventerrein komt een fietssnelweg om zo het duurzaam woon-werkverkeer aan te moedigen. De stad draagt deze duurzame principes hoog in het vaandel en zal ook toezien op de strikte naleving ervan.”

Met de ontwikkeling van nieuwe terreinen pompen we zuurstof in onze groeiende industrie en in kmo’s

Sociaal karakter

STERCK. Hoe ziet het landschap van de sociale economie in Aalst eruit?

D’Haese: “Dat is een lappendeken, bestaande uit één maatwerkbedrijf (BW Aalst), drie sociale werkplaatsen (De Loods, Kringwinkel Teleshop en Groep Intro) en twee lokale ondernemingen in de diensteneconomie (De Fietserij en Steunpunt Welzijn). Gezien het stijgend aantal werkzoekenden uit kansengroepen, is er zeker nood aan dergelijke sociale ondernemingen.”

STERCK. Tot slot: in welke mate zetten de Aalsterse bedrijven in op duurzaamheid?

D’Haese: “We moedigen hen aan om, naast infrastructurele ingrepen, ook deel te nemen aan het Charter Duurzaam Ondernemen van Voka. Zo zien we ook mooie resultaten op het vlak van bedrijfsvoering. Economie en ecologie gaan hand in hand, het is een verouderde gedachte dat duurzaam ondernemen geen economische keuze zou zijn, wel integendeel. Zowel grotere bedrijven (Movianto, Jan De Nul Groep, Honda,…) als kleinere ondernemingen kiezen ondertussen resoluut de weg van de duurzaamheid.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels