In tijden waarin de economie door het coronavirus zware klappen krijgt, doen de ondernemingen in Ninove en Geraardsbergen er alles aan om de schade te beperken. Dat stemt de burgemeesters van beide entiteiten tevreden, al blijven ze waakzaam voor wat er nog komen kan. Intussen werken ze via diverse projecten hard aan een nog betere aantrekkelijkheid voor Ninove en Geraardsbergen. De grote interesse van bedrijven om zich er te vestigen, wijst erop dat de Dendersteden goed in de markt liggen.
STERCK. Hoe ging het met de economie in uw stad tot op het moment dat de coronacrisis losbarstte?
Guido De Padt: “Het ging de goede richting uit met onze economie. Dankzij een gericht startersbeleid zagen we het aantal oprichtingen van nieuwe bedrijven stijgen. In 2018 waren dat er 245. Het aantal bedrijven volgt al sinds 2010 een stijgende tendens. Dat komt deels door minder faillissementen, deels door bijkomende starters. In 2019 waren er 486 bedrijven meer actief dan in 2010. Ook de bijna altijd volledige bezetting van het bedrijvencentrum en het sterk activeringsbeleid, waardoor we de werkloosheid konden terugdringen tot onder het Vlaams gemiddelde, zijn positieve signalen.”
Tania De Jonge: “Wij zagen een gelijkaardige tendens en stellen tot onze opluchting vast dat de coronaschade momenteel nog lijkt mee te vallen, al is dat natuurlijk relatief. 702 bedrijven vroegen een hinderpremie aan, dat moet hun leed iets draaglijker maken en kan er voor helpen zorgen dat ze sneller weer op hun vroegere niveau zitten. Toen alles weer mocht opstarten, merkte ik in Ninove snel weer heel wat bedrijvigheid, al zag je wel nog wat terughoudendheid bij de mensen. Voor horeca-uitbaters blijft het natuurlijk wel moeilijk, al scoren terrasjes intussen weer goed.”
De ontwikkeling van de nieuwe kmo-zone zal zorgen voor 8,8 ha bijkomende bedrijfsruimte en wordt nog deze legislatuur verwezenlijkt.
Harde noten
STERCK. Welke cijfers heeft u over de impact van de pandemie?
De Jonge: “Uit een Graydon-onderzoek blijkt dat 1,8% van onze bedrijven al in gevaar was voor corona uitbrak. Circa 31% was niet klaar door de coronaschok en besefte dus niet welke impact het zou hebben op hun solvabiliteit. 37% was wel klaar om op eigen kracht herop te starten. We hebben weet van één café dat overkop is gegaan. Dankzij de maatregelen voor tijdelijke werkloosheid van de overheid wordt een massale ontslagronde bij bedrijven vermeden. Het biedt hen de kans geleidelijk aan de activiteiten op te schroeven en mondjesmaat de mensen weer aan de slag te krijgen.”
De Padt: “Bij ons was 1,3% van de bedrijven al voor corona in moeilijkheden. 20,9% was niet klaar door de coronaschok, 48% was klaar voor de heropstart (waarvan 2% dankzij steun). Met andere woorden: zowat één op de vijf bedrijven kraakt harde noten. Het zijn vooral die bedrijven die zorgen voor een grote tewerkstelling, wat ertoe leidt dat 67% van de jobs op ons grondgebied onder druk staan. In functie van de COVID-19-maatregelen beslisten we om starters, die nog niet voldoende buffer hadden kunnen opbouwen om zich hiertegen te wapenen, extra te ondersteunen en hen dus nog beter te begeleiden in hun ondernemerschap.”
STERCK. Heeft het virus een invloed op de creatie van nieuwe, of uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen?
De Jonge: “Niet meteen. Dat leiden we af uit de grote vraag van ondernemingen om zich te vestigen op het gloednieuwe bedrijventerrein Doorn-Noord, dat de intercommunale Solva volop aan het ontwikkelen is. Op een ruimte van 23 hectare kunnen we daar een twintigtal bedrijven vestigen. Die moeten voldoen aan een aantal voorwaarden, zoals voldoende werkgelegenheid genereren én heel duurzaam ingesteld zijn. Via lokale energieopwekking en CO2-neutraliteit willen we daar een referentieproject voor Vlaanderen neerpoten. Intussen zijn al twaalf percelen toegewezen. We kiezen er voor een gefaseerde aanpak en liepen twee jaar vertraging op omwille van archeologische vondsten uit de Keltische en de Romeinse tijd. We zijn er volop bezig met de wegeniswerken.”
“Daarnaast zijn ook de omgevingsvergunningen afgeleverd voor een nieuwe ambachtelijke zone in de Kapittelstraat. Die richt zich naar kleine kmo’s en dat is ook nodig: vaak zijn dergelijke bedrijven destijds gestart in de dorpskern en beschikken ze er over een bepaalde opslagruimte, maar voelen ze door verschillende omstandigheden de druk om zich ergens anders te vestigen. Gelukkig lopen er ook nog een aantal private initiatieven waarbij kleinere sites aan ondernemingen worden verhuurd. Dat is onder meer het geval in Okegem en aan de Aalstersesteenweg in Ninove.”
- 5,3% werkloosheid in Ninove (voor corona)
- 5,5% werkloosheid in Geraardsbergen (voor corona)
- 8401 arbeidsplaatsen in Geraardsbergen
- 9392 arbeidsplaatsen in Ninove
De Padt: “Er is veel vraag naar bijkomende ruimte om te ondernemen. We houden een lijst bij van al die aanvragen en proberen die firma’s in eerste instantie te helpen met het huidig aanbod aan bedrijfsruimte, maar momenteel zijn er weinig of geen vrije gronden of panden. Er is wel een studie
afgerond ter opwaardering van de bestaande bedrijventerreinen, terwijl de ontwikkeling van de nieuwe kmo-zone nog deze legislatuur zal worden verwezenlijkt. Daarmee ontwikkelen we een oppervlakte van 13,3 ha, wat zal zorgen voor 8,8 ha bijkomende bedrijfsruimte. We bekijken daarnaast ook de mogelijkheden op de UNAL-site. Sowieso zullen we inzetten op verwevenheid van functies, want niet alle bedrijvigheid is in die mate storend of creëert overlast, waardoor ze verplicht op bedrijventerreinen zou moeten. De resultaten van een detailhandelsstudie en een ruimtelijk-economische studie zal ons helpen nieuwe inplantingen te voorzien op goed gelegen plekken.”
Winkelhieren
STERCK. Welke evoluties zijn merkbaar in de kleinhandel?
De Padt: “Als lokaal bestuur hebben we verschillende projecten gedaan, aansluitend bij het Vlaams project ‘Het internet, ook uw zaak’. We wilden bij onze winkeliers het bewustzijn creëren dat ze mee moeten met de hele evolutie rond e-commerce. Het coronavirus heeft er net voor gezorgd dat ze zich wel online vindbaar moesten maken. Het bestellen online en afhalen is enorm gegroeid en leidde tot een toename van ‘winkelhieren’. Samen met Unizo Geraardsbergen en het handelscentrum streven we ernaar maximaal in te zetten op lokaal winkelen. Zelfs in het parkeerbeleid hebben we de nieuwe manier van winkelen gepromoot door ‘shop en go’-plaatsen aan te bieden. Zo kunnen online bestelde pakjes vlot worden afgehaald.”
De Jonge: “Ook in onze horeca zagen we heel wat dynamiek rond afhaalmaaltijden, maar uiteraard volstaat dat voor die mensen niet om alles te compenseren. Winkels met voeding draaiden wel goed. We prezen ons gelukkig dat drie belangrijke werkgevers op ons grondgebied (La Lorraine Bakery Group, Delhaize en Refresco) allemaal in de voeding actief zijn, waardoor het risico op het verlies van werkgelegenheid daar binnen de perken zal blijven. Intussen blijven we wel volop investeren in onze handelskern. Zo zullen we op termijn een pand gebruiken om een doorsteek te creëren tussen de winkelstraten en het shoppingcenter, dat we destijds bewust in het hart van Ninove hebben laten bouwen om complementariteit met de retail te bevorderen. De verfraaiing van de handelskern blijft een prioriteit, net als funshopping en beleving. Daar hoort ook de beperking van leegstand bij, al kunnen we het door corona niet maken om de voorziene leegstandsheffing nu effectief naar de praktijk te vertalen.”
Er is een grote vraag van ondernemingen om zich te vestigen op het gloednieuwe bedrijventerrein Doorn-Noord.
STERCK. Op welke projecten zullen jullie tijdens deze legislatuur nog volop inzetten?
De Padt: “De opwaardering van het stadscentrum, zeker op plaatsen waar wonen en werken samen gaan, is belangrijk. Ook de vernieuwing van de stationsbuurt en het bevorderen van private ontwikkelingen die de verwevenheid tussen wonen, werken en bedrijvigheid stimuleren, zijn prioriteiten. Voorbeelden daarvan zijn projecten in de Voldersstraat in Onkerzele (wonen en kantoorruimte) en ‘Business Center Travoo’ in de Adamstraat. Daarnaast promoten we samenwerkingsprojecten inzake bedrijvigheid over de taalgrens en zetten we Geraardsbergen als winkelstad in de kijker, ook in Wallonië. We zetten ook blijvend in op de ontwikkeling van kmo’s, dergelijke bedrijven hebben door hun lokale verankering een aanzienlijke meerwaarde in ons verenigingsleven.”
Ninove en Geraardsbergen konden het altijd al goed met elkaar vinden. Beide entiteiten ontmoeten elkaar sowieso regelmatig in het door Solva georganiseerde overleg van burgemeesters uit Zuid-Oost-Vlaanderen. Dat stimuleert samenwerking, onder meer in functie van belangrijke wielerwedstrijden (vroeger Ronde van Vlaanderen, nu Omloop Het Nieuwsblad). Een ander goed voorbeeld is de organisatie van een nieuwe jobbeurs, die jaarlijks afwisselend in Ninove en Geraardsbergen zal doorgaan. Dat getuigt van economisch grensoverschrijdend denken, iets wat door werkgeversorganisatie Voka ook wordt aangemoedigd via het project ‘Tanara 2030 – een toekomstplan voor een bruisende Denderstreek’. Het doel daarvan is de creatie van een strategisch plan, om op verschillende beleidsdomeinen de gemeentes en steden uit deze regio de krachten te laten bundelen. Ook tijdens de lockdown vonden Ninove en Geraardsbergen elkaar. Toen richtten ze samen een atelier op om voor eerstelijnsmedewerkers uit de zorgsector mondmaskers en schorten te maken.
De Jonge: “De 1 miljoen euro ondersteuning voor COVID-19-maatregelen heeft geen invloed op andere geplande investeringen. Daar is de duurzame ontwikkeling van het stadscentrum er één van. Solva bekijkt ook de mogelijkheden om een nieuw, gediversifieerd stadsdeel te ontwikkelen op de oude fabriekssite van Moeremans. Op de locatie van de Fabelta-fabriek willen we een woonproject uitvoeren om het voor jonge gezinnen aantrekkelijk te maken om aan de Dender te wonen. We koesteren plannen om op de OCMW-site een nieuw jeugdcentrum te bouwen. Op termijn willen we via een PPS-constructie ook een nieuw stadshuis (‘Huis van de Ninovieter’) bouwen. De uitvoering van het Klimaatplan is een ander aandachtspunt. De combinatie van hoogbouw en groen zal ons karakter van duurzame stad een boost geven.”