Zelfs toen hij een bekend televisiegezicht werd, twijfelde Donaat Deriemaeker niet aan zijn roeping als drukker. Samen met zijn zus Ingeborg en zijn schoonbroer Martin staat hij al bijna 35 jaar aan het roer van de familiale drukkerij in het idyllische Nukerke.
De familie Deriemaeker woont al enkele decennia in de schaduw van de kerk van Nukerke (Maarkedal). Grootvader Jozef was er koster en om aan de vele vragen van de parochianen te voldoen, startte hij kort na de Tweede Wereldoorlog de drukkerij op. Aanvankelijk ging het om familiaal drukwerk, zoals geboortekaartjes en rouwbrieven. Onder impuls van zijn zoon Piet, die volop investeerde in het machinepark, groeide de familiale drukkerij vanonder de kerktoren uit. In 1997 besliste Piet om te genieten van zijn pensioen. Hij liet de binnendeur die de drukkerij met het woonhuis verbond, definitief dichtmaken. Voortaan was het aan Ingeborg, Martin en Donaat om de familiale traditie verder te zetten.
STERCK. Waren jullie voorbestemd om in het familiebedrijf te komen?
Donaat Deriemaeker: “We zijn met vijf broers en één zus en het was al snel duidelijk dat die rol voor mij weggelegd was. Als kind liep ik in de schoolvakanties altijd rond in de drukkerij. Ik weet nog hoe spannend het was om lood te smelten. Later koos ik doelbewust voor de drukkersopleiding op het HIGRO in Mariakerke. Ook tijdens mijn legerdienst bleef ik in de stiel, want ik werkte in de drukkerij van de krijgsmacht. Op een eenkleurenpers moesten we allerlei brochures drukken. Ik deed toen graag overuren, want ik kon zo recupdagen verzamelen die ik gebruikte om als monitor mee te gaan met CM-kampen.”
STERCK. Ingeborg, jij draait intussen ook al 35 jaar mee in de drukkerij. Gezien je studiekeuze had je aanvankelijk andere plannen, maar dat pakte anders uit.
Ingeborg Deriemaeker: “Ik heb talen gestudeerd, maar uiteindelijk volgde ik de taal van de liefde. Martin was één van onze werknemers in de drukkerij. Na een zwaar motorongeval was hij in het ziekenhuis beland en samen met mijn ouders ging ik hem bezoeken. Wat later sprong de vonk over.”
Martin Desmaele (lacht): “De kopieermachine stond in het atelier en plots moest Ingeborg wel heel veel kopietjes nemen.”
STERCK. Donaat, je won ooit de talentenjacht Sterrenwacht en daarna presenteerde je tal van televisieprogramma's zoals Baraka, Tartufo en Zeg eens euh. Heb je toen niet getwijfeld aan je drukkersroeping?
Donaat: “Echt niet, soms zelfs tot wanhoop van de televisiebazen. Van meet af aan heb ik gezegd dat de drukkerij mijn job was en televisie mijn hobby. Ik ben daar nooit op teruggekomen.”
Kwaliteit en respect
STERCK. Hoe ziet de onderlinge taakverdeling eruit?
Donaat: “Die is op een vrij natuurlijke manier gegroeid. Martin is de man van het atelier en zorgt voor een kwalitatief eindresultaat. Ingeborg is verantwoordelijk voor het personeel en het klantencontact. Ze doet ook de facturatie en volgt de betalingen op. Zelf hou ik me vooral bezig met het opmaken van offertes, het klantencontact en de aankoop.”
Ingeborg: “Ik ben ook de privésecretaresse van Martin en ik zorg ervoor dat er lekkere koffie is.” (knipoogt)
STERCK. Welke rol is er nog weggelegd voor vader Piet?
Ingeborg: “Het gebeurt niet meer zo heel vaak, maar vandaag is hij nog eens langsgekomen. Hij doet dan een babbeltje en vraagt met wat we allemaal bezig zijn.”
Martin: “Kwaliteit was en blijft zijn stokpaardje. Jaren geleden was hij op prospectie bij een nieuwe klant. Hij kreeg er een visitekaartje mee met de vraag om er 100 te drukken in exact dezelfde kleur. Dat was een kolfje naar zijn hand, in zo'n uitdaging kon hij zijn tanden zetten. Het bedrijf is overigens nog altijd klant. Ik herinner me ook nog mijn eerste werkdag. Ik moest een kaft voor een boek drukken en hij bleef de hele tijd naast me staan. Ik heb water en bloed gezweet, maar ik mocht toch blijven.”
STERCK. Welke zijn de belangrijkste waarden of levenslessen die je van hem hebt meegekregen?
Donaat: “De waarden waar de drukkerij nog altijd voor staat: kwaliteit, vriendelijkheid, service en respect. In dat laatste ging hij heel ver. Hij sprak nooit iemand aan met de voornaam. Hij vond dat zoiets niet kon, het was altijd ‘meneer’ of ‘mevrouw’. Dat is hier intussen wel veranderd.”
Ingeborg: “Ook het respect voor de medewerkers vond hij terecht belangrijk. Vandaag is dat nog altijd het geval. We zijn met drie familieleden en twee medewerkers, maar eigenlijk vormen we een familie van vijf.”
Geen ellenlange procedures
STERCK. Hoe verloopt de besluitvorming bij belangrijke beslissingen, zoals een grote investering of een aanwerving?
Donaat: “Goh, dat is eigenlijk geen issue. Meestal zitten we op dezelfde golflengte. Martin stelde recent bijvoorbeeld voor om te investeren in een bindstraat. We hebben daarover overleg gepleegd en de zaak was heel snel beklonken. Dat is het voordeel van een familiebedrijf. Er zijn hier geen ellenlange procedures.”
Ingeborg: “We hebben ooit geprobeerd om een vast vergadermoment met ons drie te introduceren, maar door de drukke agenda’s is dat niet echt gelukt. Als we iets te bespreken hebben, dan zoeken we elkaar spontaan op. Dat is voor ons de meest efficiënte manier van werken.”
STERCK. De technologische revolutie gaat ook in de drukkerijwereld ontzettend snel. Hoe moeilijk is het voor een familiebedrijf om mee te zijn?
Donaat: “De voorbije jaren hebben we fors geïnvesteerd in ons productieapparaat. Er zijn onder andere een nieuwe offsetpers, een nieuwe digitale drukpers en een bindstraat bijgekomen. Het gezamenlijk prijskaartje is toch al snel anderhalf miljoen euro, maar we plukken daar ook meteen de vruchten van: kortere insteltijden, automatische plaatwissel, minder papierverlies, enzovoort.”
We werken enkel met vegetale inkten en drukken alcoholvrij, want we koesteren het milieu én de mooie natuur van de Vlaamse Ardennen.
STERCK. Over minder papierverlies gesproken: hoe zit het eigenlijk met de duurzaamheid?
Martin: “Ik heb soms de indruk dat onze sector een slecht imago heeft op dat vlak. Onterecht, want voor meer dan 90 procent van de opdrachten werken we met 100% gerecycleerd of FSC-gecertificeerd papier. Pas op, FSC is niet zomaar een label. Er gebeuren echt heel strenge controles. Daarnaast werken we enkel met vegetale inkten en drukken we alcoholvrij. Het milieu én de mooie natuur van de Vlaamse Ardennen koesteren we.”
STERCK. Er is nog altijd een overcapaciteit in de drukkerijwereld. Hoe maken jullie het verschil in die hyperconcurrentiële markt?
Ingeborg: “Het klinkt clichématig, maar kwaliteit en onze menselijke aanpak zijn onze belangrijkste troeven. Als je naar een leverancier belt en ze vragen als eerste naar je klantennummer, dan haak ik af. Bij ons zijn klanten geen nummers. We proberen altijd een langetermijnrelatie op te bouwen en we merken dat we toch heel wat terugkerende klanten hebben. We volgen elk order persoonlijk op en we doen ons best om soms heel korte deadlines te halen.”
STERCK. Wie zijn de klanten?
Donaat: “Zowat 20 procent van de omzet bestaat nog uit familiedrukwerk voor particuliere klanten. Daarnaast werken we voor reclamebureaus, bedrijven, overheden … Het gaat om folders, posters, publicitair drukwerk, magazines, affiches, boeken ...”
Kriebel
STERCK. Jullie zijn allemaal vijftigers. Wat als er hier iemand voor de deur staat met een grote zak geld om de drukkerij over te nemen?
Donaat: “We hebben allebei drie kinderen. Ik merk wel interesse bij sommigen, maar voorlopig niet om in de zaak te komen. We zijn ook totaal niet bezig met de opvolging. We hebben geen familiecharter of zo. Nee, we doen ons werk graag en we willen dit nog graag een tijdje volhouden.”
Martin: “Je moet die kriebel hebben. Kijk, ze hebben hier vorig jaar die nieuwe pers geïnstalleerd. Dat is een gigantische machine en ik ben dan meteen gemotiveerd om die nieuwe machine te beheersen. Normaal moet je een opleiding van drie à vier weken volgen om alle kneepjes onder de knie te krijgen, maar ik doe het altijd op eigen houtje. Ik zou niet zomaar kunnen stoppen.”
Ingeborg: “Schrijf maar op: misschien als het een heel grote zak geld is.” (algemene hilariteit)