Een goede buur is beter dan een verre vriend: die boodschap hebben ze in Lokeren en Lochristi al langer goed in de oren geknoopt. De relaties tussen beide entiteiten zijn opperbest, zelfs al zijn ze niet in dezelfde regio ingedeeld. Sinds de eeuwwisseling maakte Lokeren als voormalige textielstad een grondige metamorfose door, terwijl Lochristi bekend blijft als bloemen- en plantenbastion. “Het is een eeuwige uitdaging om een goed evenwicht te vinden tussen economie, ecologie en duurzame mobiliteit.”
De spontane en hartelijke begroeting bewijst het: de vier personen die coronaproof rond de vergadertafel zitten, kunnen het goed met elkaar vinden. Na de virale ellende van het afgelopen jaar mag er weer gelachen worden en dat doet duidelijk deugd.
Personeelsbehoud
Fréderic Droesbeke: “Sinds de horeca weer open mocht, zie je overal meer stralende gezichten. Het positivisme neemt toe en dat gevoel zal nog sterker worden als een vierde golf uitblijft en alles vanaf september weer zoveel mogelijk zijn gewone gang mag gaan. Als ondernemer heb ik goed gevoeld hoe lastig het was: een gebrek aan evenementen zorgde ervoor dat onze drukkerij op een heel laag pitje stond, waardoor we niet anders konden dan medewerkers op technische werkloosheid zetten. Dankzij de overheidssteun en het bedrukken van mondmaskers is het verlies van de drukkerij gelukkig binnen de perken gebleven. Van de zes medewerkers zijn we er eentje kwijt: een jonge gast die een andere job vond, wat voor hem nodig was om financieel rond te komen. Zoiets kan je mensen onmogelijk kwalijk nemen.”
Claudine De Waele: “Personeelsbehoud is inderdaad dé uitdaging voor ondernemingen, zeker in de horeca. Veel mensen kozen voor een nieuwe carrière het voorbije jaar. Om bedrijven die mensen zagen vertrekken te steunen, is het goed dat studenten onbeperkt mogen bijverdienen. De retail heeft harde noten gekraakt maar was creatief met webshops, terwijl de meeste bedrijven in onze industriezones zijn kunnen blijven werken.”
- 4,5% werkloosheidsdruk 2019
- 73,2% jobratio 2018
- 2872 zelfstandigen 2017
- 15.960 werknemers 2020
- 42.044 inwoners 2020
Yves Deswaene: “In onze gemeente zagen we dat de tuinbouw het goed bleef doen, al kon de dualiteit van bepaalde maatregelen bij kleine zelfstandigen op weinig begrip rekenen. Leg aan een bloemist maar eens uit dat zijn zaak dicht moet blijven, terwijl je in filialen van hobby-, tuin- en dierzaken op de koppen kon lopen.”
STERCK. Over bloemen gesproken: mogen we Lochristi een bloemen- en plantengemeente ‘pur sang’ noemen?
Deswaene: “Absoluut, we zijn daar heel trots op. Het is historisch zo gegroeid, waardoor we wereldmarktleider in de teelt van azalea’s zijn. Zoveel jaren geleden merkte de toenmalige Gentse burgemeester Termont terecht op dat de ‘Gentse azalea’ in Lochristi wordt gekweekt. Het is ook een markt die elkaar aantrekt: op ons grondgebied vind je, naast de telers, ook exporteurs, transporteurs, aanbieders van verpakkingen, enzovoort. Ook de kleinschalige lokale bloemist is natuurlijk tevreden met die specifieke identiteit.”
STERCK. Intussen gaat Lokeren voluit voor een ander geschenkproduct…
Filip Anthuenis: “We zijn hier goed op weg om de Vlaamse ‘Chocolate Valley’ te worden, ja (lacht). Je vond hier sowieso al meer dan een handvol chocoladebedrijven, straks komt daar met Barry Callebaut een nieuwe, grote speler bij. Hun nieuwe gebouw langs de E17 wordt gegarandeerd een mooie eyecatcher. Als België in het buitenland onder meer gekend is omwille van chocolade en pralines, loont het de moeite om dat ook op toeristisch vlak uit te spelen.”
STERCK. Hoe intens werken jullie samen?
Anthuenis: “Door de nieuwe opdeling van Vlaanderen, in 17 regio’s, is dat niet zo eenvoudig. Lokeren hoort bij het Waasland, Lochristi bij de regio Gent. Nochtans zijn we aangrenzende entiteiten. De Hoekstraat, bijvoorbeeld, staat aan de linkerkant op grondgebied Lochristi, terwijl de overkant tot Lokeren behoort.”
Deswaene: “Het wordt afwachten wat die nieuwe indeling zal geven. We voelen nu al dat men in onze regio zoveel mogelijk Gentse concepten (zoals bijvoorbeeld een uniform parkeerbeleid, met duurdere tarieven in het centrum) wil integreren. Je merkt aan alles dat het de bedoeling is om auto’s zoveel mogelijk uit de centra te bannen, terwijl wij eigenlijk altijd al overtuigd zijn van de ‘en/en’-mobiliteit, waarbij elke vervoersmodus zijn plaats heeft en verdient.”
Nieuwe ontwikkelingen
STERCK. Delen jullie de mening van de intercommunales dat extra bedrijfsgrond vinden almaar moeilijker wordt?
Anthuenis: “Dat is inderdaad de realiteit. Wij beschikken over een vijftal industriezones. Eentje daarvan, E17/4, krijgt nu nog een uitbreiding van 60 hectare. Die percelen waren in een mum van tijd uitverkocht, aan 36 bedrijven. Bij amper twee kandidaten deed de coronacrisis de interesse bekoelen. We hebben veel bedrijven moeten ontgoochelen. De creatie van extra gronden nemen wij sinds jaar en dag zelf in handen. Naast de ontwikkeling zelf, behartigen we de onteigeningen, de aanleg en verkoop van de percelen. Dat scheelt méér dan een slok op de borrel in de stadskas en laat ons toe om de personenbelasting te drukken. De belangrijkste motivator van die aanpak blijft evenwel het genereren van extra tewerkstelling.”
De Waele: “De identiteit van de ondernemingen die zich op E17/4 zullen vestigen, is heel divers: van logistieke spelers over chocoladeproducenten tot de staalnijverheid. De bedrijven moesten aan belangrijke voorwaarden inzake ecologie, mobiliteit en andere parameters voldoen.”
Anthuenis: “Na de teloorgang van de textielnijverheid, die enkele decennia geleden tot een massale werkloosheid leidde, is het de verdienste van de opeenvolgende stadsbesturen dat er goed is geïnvesteerd in het voorzien van bedrijfsgronden binnen een voormalige agrarische zone, die bovendien uitstekend gelegen is. Daardoor zitten we nu al boven de gemiddelde Vlaamse tewerkstellingsgraad. De recentste uitbreiding wordt vermoedelijk de laatste, tenzij de Vlaamse overheid ingaat op onze vraag om een extra op- en afrit van de E17 aan te leggen. Helaas lijkt die wens voorlopig in dovemansoren te vallen.”
- 2,9% werkloosheidsdruk 2019
- 55,3% jobratio 2018
- 2162 zelfstandigen 2017
- 5145 werknemers 2020
- 22.610 inwoners 2020
STERCK. Kan er in Lochristi nog een extra kmo-zone komen?
Deswaene: “Neen. Wij zijn een buitengebied, waardoor onze vraag voor de uitbreiding van vijf hectare van de enige kmo-zone op ons grondgebied (Lozen Boer, red.) steevast op een ‘njet’ botst. We bekijken wel de mogelijkheden voor reconversie van de Neyt-site (voormalige meubelproducent en –winkel, red.).”
Droesbeke: “Wij moeten het vooral hebben van de uitgebreide bedrijvigheid langs de N70, die dwars door ons centrum loopt en waar heel wat retailers zich hebben gevestigd.”
STERCK. Welke zijn de belangrijkste projecten tijdens deze legislatuur?
Deswaene: “We zijn heel trots op het nieuwe, multifunctionele en compacte centrum Uyttenhove. Om deze voormalige textielfabriek om te vormen tot een vrijetijds- en sportcentrum, was een budget van 12 miljoen euro nodig. Daarnaast heeft het jeugdcentrum Lodejo (Lochristi denkt jong, red.) een volledige make-over gekregen. De nieuwbouw, waarbij de historische voorgevel is heropgebouwd, biedt plaats aan een cultuur- en fuifzaal en aan de bureaus van het jeugdhuis.”
Droesbeke: “De aanleg van een groene zone rond de kerk is een andere prioriteit. We willen er een gemeentelijk park van maken, waarin ook de tuin van de dekenij en de begraafplaats worden geïntegreerd. Op de belangrijkste verkeersader in onze gemeente, de N70, zullen we de doortocht Zeveneken heraanleggen en opwaarderen.”
Anthuenis: “Wij hopen in het voorjaar van 2023 een gloednieuw zwembad in gebruik te kunnen nemen, waar naast de baantjeszwemmers ook de spelende jeugd zeker aan zijn trekken zal komen. De plannen hiervoor zijn klaar, inmiddels is ook een studiebureau aangewezen.”
De Waele: “We kijken in Lokeren verder uit naar de modernisering van het voormalige postgebouw, dat een erkend monument is. We zullen er onder meer de gemeenteraadszaal, de trouwzaal en de toeristische dienst onderbrengen.”
Deswaene: “Elke dag voelen we hoe moeilijk het is om een ideaal evenwicht te vinden tussen economie, ecologie en duurzame mobiliteit. Investeringen in de veiligheid van zwakkere weggebruikers zijn cruciaal, op voorwaarde dat het de algemene bereikbaarheid en toegankelijkheid niet nadrukkelijk ondermijnt. Als we de economie weer op volle toeren willen laten draaien, moeten alle randvoorwaarden zijn ingevuld opdat elke zelfstandige vlot zijn materialen toegeleverd krijgt en klanten kan ontvangen.”