Medewerkers gevraagd! Het is de oproep die je tegenwoordig bij zowat elk bouwbedrijf wel ziet. Dat is al jaren zo, maar de grote instroom aan jong talent lijkt nog niet voor meteen. Toch vallen er, ook wat dat betreft, positieve signalen te horen bij de Confederatie Bouw. Nergens telt de sectororganisatie meer leden als in Oost-Vlaanderen, iets waar directeur Johan Wauman terecht trots op is. Sinds dertig jaar helpt hij de belangen van de bouwbedrijven verdedigen. “Digitalisering is dé rode draad doorheen de evoluties van de jongste jaren.”
Geen idee welk weer het is als je dit artikel leest, maar in de Tramstraat in Zwijnaarde – de hoofdzetel van Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen – staat de barometer sowieso op vrij zonnig. Het gros van de Oost-Vlaamse bouwbedrijven heeft een orderboekje dat alsmaar lijviger wordt. Zo ziet ook directeur Johan Wauman het graag.
Gedwongen pauze
“Die positieve tendens verbaast me niet”, verklaart hij. “Het bewijst eens te meer dat de bouwsector een heel dynamische en flexibele sector is, die er altijd in slaagt zich goed aan veranderende omstandigheden aan te passen. Dat is ook in coronatijden gebleken: na een gedwongen pauze van een vijftal weken is circa 80% van de bouwbedrijven op 4 mei 2020 weer aan de slag gegaan. Uit die periode onthoud ik vooral de grote drang om de werkmethodes af te stemmen op de preventiemaatregelen, die het resultaat waren van een protocol dat samen met de sociale partners is afgesproken.”
“Het waren weken waarin onze telefoon nog meer rinkelde dan anders, waarin we bouwbedrijven zo goed mogelijk hebben geïnformeerd en sociaal-juridisch ondersteund. Toen is nog maar eens gebleken hoe relevant de rol van Confederatie Bouw wel is: we hebben de behoeften van onze leden toen gebundeld en in samenspraak met de federale en Vlaamse overheid bekeken wat er allemaal kon worden gedaan om de werking van de bouwbedrijven zo goed mogelijk te faciliteren.”
Wat de instroom van talent betreft, ziet het ernaar uit dat de neerwaartse trend van de jongste jaren eindelijk tot stilstand is gekomen.
STERCK. Heeft de pandemie bepaalde trends versneld?
Wauman: “De digitalisering, in de brede zin van het woord, is ook in deze sector al een tijdje aan de gang. Het is, met voorsprong, de belangrijkste vernieuwing van de jongste jaren. Sowieso is innovatie een thema dat altijd centraal staat in de bouw. Nieuwe technologieën, zoals BIM, bewijzen dat. Het helpt bouwpartners om zowel het ontwerp als de uitvoering van een project digitaal op te volgen. Ook digitale sturingen, drones, 3D-printing en 3D-camera’s zie je almaar frequenter opduiken. Op organisatorisch vlak hebben we, zoals zoveel anderen, de mogelijkheden van digitaal vergaderen via videoconferenties ontdekt. Het is een systeem dat toelaat veel tijd te besparen, al heeft het nooit dezelfde impact als een fysieke vergadering. Online vergaderen kan zoveel je wil, maar uiteindelijk zal het bouwen zelf natuurlijk altijd op de werf moeten gebeuren.”
BIM in opmars
STERCK. Is werken met BIM al voldoende ingeburgerd bij de meeste bouwbedrijven?
Wauman: “Die aanpak beleeft een onmiskenbare opmars, maar net als bij zoveel andere innovaties is het een proces dat tijd vergt. Bij BIM geldt dat zeker, omdat de hele bouwketen betrokken is bij dat verhaal. Vroeg of laat moet iedereen ermee aan de slag. Voor bepaalde ondernemingen vormt BIM al een cruciale hoeksteen in hun werkmethodes, anderen moeten daar eigenlijk nog mee beginnen. Net daarom is het essentieel dat wij ook daarover infomomenten en opleidingssessies organiseren. Die variëren van een eerste kennismaking tot trainingen voor gevorderden.”
STERCK. In hoeverre voelt het afschaffen van de verplichting tot thuis- of telewerk voor jullie leden als een opluchting aan?
Wauman: “Door de maatregelen hebben veel bedrijven verplicht ervaring opgedaan in hoe ze dat het best konden organiseren. Naar mijn gevoel is het geloof in de mogelijkheden van die manier van werken wel gegroeid, maar voor arbeiders zal dat natuurlijk nooit kunnen. Ongetwijfeld zijn de meeste mensen tevreden dat ze weer op de vertrouwde manier kunnen werken, maar rekening houdend met de weer toegenomen verkeersdrukte, kan dat thuiswerk voor sommige taken wel een valabel alternatief blijven.”
STERCK. Hoe fel worstelen bouwbedrijven met de schaarste aan grondstoffen?
Wauman: “Dat is sowieso een factor die een rem zet op de groei. Toen de economie begin 2021 weer sterk begon aan te trekken, schoten de prijzen van grondstoffen pijlsnel de hoogte in. Bovendien moeten ondernemingen veel langer wachten op de levering van cruciale materialen zoals hout, staal of isolatie. Op dat vlak ervaren we nog maar eens de wetmatigheden van de markt: toen de economie wereldwijd werd platgelegd in het voorjaar van 2020, stond ook de productie bij fabrikanten op een laag pitje, of werd er zelfs niets meer gefabriceerd. Daardoor was het aanbod veel te beperkt toen de vraag plots explosief begon te stijgen. Het is koffiedik kijken hoelang het nog zal duren voor de producenten de achterstand volledig hebben weggewerkt. De bouw staat niet alleen met dit probleem: het is een globale tendens die ook in andere sectoren brandend actueel is. Het zadelt aannemers eens te meer met een dilemma op: rekenen ze de hogere prijzen door aan hun klanten, of niet?”
Dit jaar viert Confederatie Bouw haar 75ste verjaardag. Dat gebeurt via acht roadshows in heel het land. De apotheose is gepland voor 18 november tijdens een slotevent waar ook koning Filip aanwezig zal zijn. “Onze organisatie is opgericht in 1946, om het land na het einde van de Tweede Wereldoorlog te helpen heropbouwen”, weet Johan Wauman, die er al dertig jaar werkt. “Alles wat wij doen, kadert in de ondersteuning van onze leden. Bij ons vinden ze niet alleen een wijdvertakt netwerk, maar kunnen ze ook terecht voor een uitgebreide dienstverlening. Belangenbehartiging en het verzorgen van opleidingen zijn andere cruciale pijlers. Met bijna 3300 leden is Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen (www.cbovl.be) de grootste provincie. Het is een enorme sterkte dat we op elk niveau met beleidsmakers rond de tafel zitten. Met Topics beschikken we over een lerend netwerk waar leden ervaringen kunnen uitwisselen, terwijl leden elkaar ook helpen via de Brics peterschapsprojecten.”
Overstromingen
STERCK. Intussen blijft ook de schaarste op de arbeidsmarkt maar duren. Hoe acuut is dat probleem?
Wauman: “Het valt te vrezen dat we die ‘war for talent’ de komende jaren nog extra zullen voelen, want het aantal bouwprojecten zit stevig in de lift. Dat heeft enerzijds te maken met de verschillende relanceplannen van de regeringen in dit land en anderzijds met de gevolgen van de recente overstromingen. In de meest getroffen steden en gemeenten zal de vraag naar renovatie- en nieuwbouwprojecten enorm zijn, wat erg veel werk zal genereren. Wie van die ellende gespaard bleef, spendeert sinds vorig jaar graag een mooi budget aan het comfortabeler maken of uitbreiden van de woning. In principe zijn dat allemaal positieve signalen, maar bouwbedrijven hebben natuurlijk voldoende mensen nodig om dat allemaal te kunnen behappen.”
STERCK. Welke zijn de recentste cijfers over de instroom?
Wauman: “Het ziet ernaar uit dat de neerwaartse trend van de jongste jaren eindelijk tot stilstand is gekomen. We noteerden in het secundair onderwijs dit jaar een toename van 1%: 6969 jongeren begonnen aan een voltijds bouwgerelateerde opleiding, tegenover 6904 het jaar voordien. In het hoger onderwijs was er een lichte stijging van het aantal studenten voor industrieel ingenieur, terwijl het aantal potentiële burgerlijk ingenieurs dan weer afneemt. Misschien is de kentering ingezet, maar met die 1% extra gaan we er sowieso niet komen. Constructiv, de sectororganisatie van en voor de bouwsector, heeft berekend dat er het komende decennium een groei van 20% in het aantal leerlingen nodig is om de tekorten te compenseren. Anders wordt het voor aannemers en andere partners moeilijk om alles gerealiseerd te krijgen. Het zou best kunnen dat er nog extra werk in de pijplijn zit, zeker voor aannemers die vaak voor lokale besturen werken. Gemeenten en steden moeten vroeg of laat hun bedrijvenpatrimonium energiezuiniger maken. De kans is ook groot dat tegen het einde van de huidige legislatuur (in 2024) door lokale overheden nog een inhaalbeweging zal worden gemaakt voor de uitvoering van wegen- en waterwerken.”