Comate bestaat amper tien jaar, maar schreef in zijn korte bestaan al meerdere Belgische hightech succesverhalen. In het begin focusten ze nog op het mechanische ontwerp van productideeën, vandaag overspant hun expertise nagenoeg alle disciplines binnen het domein van product engineering en design. Het bedrijf is afkomstig uit Leuven, maar opende recent een kantoor in Oost-Vlaanderen. Volgens CEO Wouter Foulon is daar meer dan één goede reden voor.
De energieke Wouter Foulon ontvangt ons in het innovatieve MeetDistrict, het slimme kantoorconcept in de Ghelamco-Arena in Gent. Met zijn smartphone regelt hij in drie vlotte clicks nog snel een vergaderzaal waarna we prompt met de deur in huis vallen.
STERCK. Waar komt de idee voor Comate vandaan?
Wouter Foulon: “Comate is in 2010 ontstaan, op het moment dat er veel kantoren waren op het vlak van design en ingenieursbureaus die op specifieke segmenten focusten. Maar de combinatie van een ingenieursbureau dat ook design onder één dak aanbiedt, was nieuw. Eveneens nieuw was dat er in die tijd geen bureaus waren die zich richtten op kmo’s en start-ups. Een fenomeen dat toen nog niet echt breed in de markt aanwezig was, maar dat er zat aan te komen. Pas in de periode 2012-2013 ontstonden de eerste incubatoren en acceleratoren, vandaag zijn het er al ruim 67. Wij hebben dus vol ingezet op het juiste moment, namelijk net voor de markt van echte hightech start-ups begon te boomen. Onze focus was aanvankelijk engineering, met een stuk design, en dat was in 2010 eigenlijk een eerder ongebruikelijke combinatie.”
STERCK. Welke soorten start-ups kloppen bij Comate aan?
Foulon: “Eén voorbeeld: Mealhero, een bedrijf uit Gent. Die hadden het idee om een slimme stomer te maken voor de voedingsmarkt. Dat soort bescheiden bedrijven, maar ook kmo’s en multinationals, komen naar ons omdat zij bepaalde expertise niet in huis hebben. Niet alleen om een specifiek product te ontwikkelen, maar ook om het pakweg twee jaar later op de markt te introduceren. Certificaten, normeringen: daar houden wij ons ook mee bezig zodat het idee na een relatief korte tijd in productie kan genomen worden en meteen kan gecommercialiseerd worden. Behalve de stomer van Mealhero hebben wij in deze regio onze schouders onder nog wel meer hoogtechnologische producten gezet. Pharma Fluidics is een goed voorbeeld in de farmaceutische sector. Kortom, hightech ideeën van bedrijven, kmo's en start-ups die zelf niet de knowhow hebben om elektronica, software en mechanica toe te passen en de ambitie een commercieel product te bouwen, die kloppen bij ons aan.”
STERCK. Jullie zorgen ook voor de nodige patenten?
Foulon: “Bij nagenoeg elk product dat wij ontwikkelen, komen wij in aanraking met meerdere patenten of patentfamilies. Ook daarin zorgen wij voor de nodige begeleiding.”
STERCK. Heeft jullie komst naar Gent te maken met de aanwezigheid van de universiteit hier? Doen jullie beroep op kennisinstellingen?
Foulon: “Dat gebeurt en UGent is zeker één van de motoren voor innovatie in de regio; we werken zeer graag met hen samen maar ook met andere onderzoeksinstellingen. Binnen de R&D focussen wij voornamelijk op de D van development. Namelijk hoe wij van een idee of een onderzoek op pakweg twee à drie jaar naar een commercieel product kunnen gaan.”
- 2 locaties
- 50 medewerkers
- >100 patenten ontwikkeld
- >200 ontwikkelde producten
- 2010 oprichtingsjaar
STERCK. Waarom die specifieke keuze voor Oost-Vlaanderen?
Foulon: “Wij werken eigenlijk over heel België, maar ook Europa, en wat wij merken is dat de lokale aanwezigheid, de proximity bij klanten, heel erg belangrijk is. Ook voor het vinden en rekruteren van lokaal talent is dat een essentiële vereiste. Het is nu eenmaal een feit dat mensen die uit Limburg of Vlaams-Brabant moeten komen ringvrees hebben. Ook van hieruit naar het Brusselse is dat het geval. Het is een mentale barrière die je beslist niet mag onderschatten. In de VS vindt men het niet erg om zich twee uren te verplaatsen naar kantoor maar in ons land is zoiets niet aantrekkelijk.”
STERCK. Die proximity geldt uiteraard voor elke regio, dus er is beslist nog een andere reden dat jullie in Oost-Vlaanderen zijn geland.
Foulon: “Feit is dat we hier al heel wat bestaande klanten hebben, dat is waar. Maar daarnaast is het hier een topregio. Je hebt hier het UZ, de UGent … Er zitten hier heel wat topbedrijven dichtbij elkaar en dat is toch een uniek ecosysteem. Voor de ontwikkeling van hightech medische apparaten is dit dé plek waar je wil zitten.”
STERCK. Ligt de focus dan op dat soort toestellen en oplossingen?
Foulon: “Dat nu ook weer niet. Onze kracht is net onze diversiteit. De ene keer ontwikkelen we een robot om vliegtuigen te reinigen, een andere keer is dat een robot voor chirurgie. De bouwstenen zijn eigenlijk grotendeels dezelfde: alleen de eindgebruikers, normeringen en dergelijke zijn uiteraard telkens anders. Maar het moet wél hightech zijn, een combinatie van elektronica, software en mechanica. Een tafel of een stoel ontwerpen, is minstens even respectabel, maar dat is nu eenmaal ons businessmodel niet.”
In de VS vindt men het niet erg om zich twee uren te verplaatsen naar kantoor maar in ons land is zoiets niet aantrekkelijk.
STERCK. Werken jullie altijd ‘from scratch’ of bouwen jullie ook vanuit bestaande producten?
Foulon: “We doen beiden. Maar dat wil niet zeggen dat we zoveel mogelijk consultancy doen – ik wil dat woord zelfs liever vermijden – wij streven gewoon naar de beste en meest efficiënte manier om een succesvol product te maken. Soms moeten we van scratch beginnen, maar vaak is het een combinatie van bestaande blokken en eigen ontwikkeling.”
STERCK. Is Oost-Vlaanderen een eerste stap en volgen er andere regio’s, of lonkt het buitenland?
Foulon: “Dat is momenteel nog niet aan de orde. We zijn een bedrijf in volle groei en we stellen momenteel 50 ingenieurs tewerk. Hier in Gent zijn we momenteel met vijf. Met het bestaande team en onze twee locaties kunnen we België en een groot deel van Europa afdekken. We zijn wel continu op zoek naar ingenieurs ‘pur sang’ die mee willen bouwen aan ons succesverhaal. Lokaal talent met expertise op het vlak van hardware producten, want daar ligt onze focus veeleer dan op softwareoplossingen.”