Alles onder één dak

‘Hier komt het grootste chocolademagazijn ter wereld’. Lang heeft dat reclamebord er uiteindelijk niet gestaan langs de E17 ter hoogte van Lokeren. The Barry Callebaut Chocolate Box is namelijk al operationeel. 125.000 paletten met chocolade, dat wilden we weleens met onze eigen ogen zien. Willy Raemdonck leidt ons met gepaste trots rond.

Met dit nieuwe gebouw maakt de van oorsprong Belgische chocoladeproducent Barry Callebaut een statement op verschillende vlakken. De omvang van het magazijn is maar één aspect dat de aandacht trekt, ook het gebouw zelf en de locatie zijn voer voor een interessant gesprek. Hoeveel dit complex gekost heeft? Moerzekenaar Willy Raemdonck, die aan het hoofd staat van het grootste chocolademagazijn ter wereld, steekt van wal.

Willy Raemdonck: “100 miljoen euro, dat is de omvang van de investering op deze site. En dat is meteen ook de grootste investering ooit bij Barry Callebaut in het logistieke en bij uitbreiding ook in operations. Dit project kent zijn gelijke niet qua investeringen binnen de groep.”

We hebben plaats voor 125.000 paletplaatsen: in Aalst hadden we een distributiecentrum met 25.000 paletplaatsen.

STERCK. Je werkt intussen bijna 40 jaar voor de groep, is dit deels ook een persoonlijke mijlpaal voor jou?

Willy: “Ik heb de eer en het genoegen gehad om in de herfst van 2016 mee het zaadje te planten. Op dat moment hebben wij ons met een aantal mensen in de organisatie gerealiseerd dat het toenmalige logistieke apparaat onder druk stond en eigenlijk niet toereikend was om de groei, die we dan voor ogen hadden, optimaal te ondersteunen. In onze midtermplanning kijken we drie, vijf of zelfs meer jaren vooruit en het was duidelijk dat we op die manier niet verder konden werken. We zijn dan een plan beginnen vormgeven, we zijn naar de feasability gaan kijken. Kortom: we hebben toen alle stappen doorlopen om uiteindelijk in 2018 een formele go te krijgen van de raad van bestuur, het hoogste orgaan binnen Barry Callebaut. Dan zijn de gesprekken gestart met verschillende potentiële investeerders en die hebben we afgerond in mei 2019. Uiteindelijk is de spade hier in de grond gegaan op 6 januari 2020. Het gebouw is opgeleverd in juni 2021.”

STERCK. Wat wordt hier precies opgeslagen en waar komen die producten vandaan?

Willy: “Het grootste volume dat hier wordt aangeleverd, komt uit eigen land, namelijk uit onze fabrieken in Wieze en Halle. Maar we krijgen hier ook nog producten binnen van andere sites in Europa en ook producten van een aantal zogeheten copackers die voor ons werken. De andere fabrieken die frequent aanleveren, zijn onze productiebedrijven in Engeland, Frankrijk, Spanje, Italië en Polen.”

STERCK. De functie van dit gebouw beperkt zich niet louter tot ‘magazijn’. Wat zijn de andere activiteiten hier op de site?

Willy: “We doen verschillende dingen hier. De fabrieken in Wieze en Halle voorzien wij van gepaletiseerde grondstoffen. Let wel, ik spreek niet over cacao, hazelnoot of amandelen, omdat dat echte raw materials zijn, maar wel over grondstoffen zoals cacaopoeders, vetten, suikers en melkpoeders om de belangrijkste te noemen. Kortom, die worden hier gestockeerd. Wat in Wieze en Halle wordt gemaakt, komt dan naar hier. Maar niet alleen de afgewerkte producten uit Wieze en Halle komen naar hier, ook die uit onze andere fabrieken en die van onze comakers en copackers komen hier terecht. Wat doen wij dan van hieruit? We beleveren onze klanten in Europa met afgewerkte producten, onze regionale magazijnen in Europa én daarnaast ook nog onze exportklanten buiten Europa. Dat laatste betreft dan het overzees transport.”

STERCK. Hoe gingen jullie te werk voordat deze site operationeel werd?

Willy: “Tsja, ons systeem was ontoereikend. Vandaar ook onze reflectie in 2016 waarin we simpelweg vaststelden dat het niet meer houdbaar was. Ik kan jou alvast vertellen dat we hier plaats hebben voor 125.000 paletplaatsen. Ter vergelijking: in Aalst hadden we een distributiecentrum met 25.000 paletplaatsen. Daarnaast hadden wij een achttal satelliet- of overflowmagazijnen. Kortom, de werking was enorm complex, zeer inefficiënt en we moesten ook rekening houden met foutenmarges. Niet houdbaar dus.”

STERCK. Jullie zijn uiteindelijk in Lokeren terechtgekomen. Wat waren de specifieke redenen om naar hier uit te wijken?

Willy: “Wel, dit project rust op verschillende pijlers. Vooreerst wilden we een oplossing hebben waarbij alle producten onder één dak zitten, dus alles wat Wieze en Halle nodig hebben én wat daar gemaakt wordt. Ten tweede, en dat is niet onbelangrijk, wilden we onze logistiek met onze eigen mensen blijven doen. Drie: als je het met eigen mensen wil blijven doen, dan moet je evident niet uitwijken naar Oostende, Zuid-Nederland, het westen van Duitsland of het noorden van Frankrijk. We hebben dan beslist om te gaan zoeken in een straal van 20 km rond de regionale hoofdzetel. We zijn gaan kijken in Zele, Dendermonde, Lokeren en zelfs tot Willebroek gegaan en Boom, maar dat was eerder op het randje vonden we.”

STERCK. Maar waarom Lokeren? Was er elders geen plaats?

Willy: “Wel, Lokeren was uiteindelijk de enige plaats die aan alle eisen voldeed. Niet alleen de actieradius, we hadden ook 12 hectare nodig en dat is niet weinig. Het is te zeggen, je kunt misschien wel ergens 12 hectare vinden maar misschien niet in de vorm of lay-out zoals wij dat wilden. Wat wij gedaan hebben, is het volgende: we hebben het ideale magazijn getekend en dan zijn we gaan kijken waar we dat zonder aanpassingen konden neerzetten. We hebben onze plot dus gewoon op de beschikbare gronden gelegd en hier in Lokeren vonden we de perfect match.”

STERCK. Heeft de stad Lokeren ook een handje geholpen? Tussen beslissing, eerste spade in de grond en oplevering is – dwars door een pandemie heen – verrassend weinig tijd overheen gegaan, toch?

Willy: “Kijk, we kunnen al eens commentaar geven op de politiek maar – en ik heb dat al in meerdere interviews gezegd – dit project is de realisatie van drie partijen. Dat zijn Barry Callebaut, onze investeerder WDP en de stad Lokeren. Zoals je zelf aangaf: de doorlooptijd van dit dossier en de manier waarop Lokeren heeft meegewerkt: ongezien!”

STERCK. Heeft de aanwezigheid van heel wat chocolatiers, zelfs hier letterlijk naast de deur, daar misschien iets mee te maken?

Willy: “Wellicht, Lokeren profileert zich wat als The Chocolate Valley in Vlaanderen hé? Ze hebben hier zelfs een chocoladewandeling. Er zijn heel veel lokale chocolatiers hier in de buurt. Filip Antheunis en zijn schepencollege zagen ons graag komen, er was duidelijk een klik.”

STERCK. Bij de oplevering van deze site gingen jullie er prat op dat dit één van de meest duurzame logistieke gebouwen is in ons land. Kan je dat verder toelichten?

Willy: “Dit gebouw is BREEAM-gecertificeerd. Onze score bedraagt meer dan 85% en dat staat voor BREEAM Outstanding. Dat is een zeer bewuste keuze, want daar staat Barry Callebaut voor. We zijn de grootste, de beste in onze metier en dat geldt niet alleen voor onze productie: ook ons distributiecentrum moet aansluiten bij de waarden die Barry Callebaut uitdraagt. We willen onze chocolade ook op de meest ecologische en economische manier maken en dit gebouw moet daartoe bijdragen. Wat we hier hebben neergezet, is het neusje van de zalm qua logistiek binnen Barry Callebaut wereldwijd. We zijn de enige met dit BREEAM Outstanding-certificaat in de Benelux, althans voor gebouwen van deze omvang.”

We zijn de enige met een BREEAM Outstanding-certificaat in de Benelux voor gebouwen van deze omvang.

STERCK. Je sprak daarnet van midtermplanning, maar met dit gebouw hebben jullie toch veel verder in de toekomst gekeken, niet?

Willy: “We hebben twaalf jaar vooruitgekeken, dus dit gebouw moet in principe in staat zijn om de groei van de komende jaren tot en met 2032 te absorberen en van hieruit te kunnen aansturen. Vandaag zijn al onze externe magazijnen leeg en zit alles nu onder één dak. Dat betekent dat er hier nu 55.000 pallets op stock staan en er is capaciteit voor 125.000. Kortom, laat de volumes maar komen (lacht).”