Melk is goed voor elk: het is een slogan waar menigeen mee is opgegroeid. Bij FrieslandCampina kunnen ze dat volmondig beamen. Het bedrijf gaf in september het startschot van een feestelijk jaar, ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan. “Samenwerking en duurzaamheid zullen ook in de toekomst de cruciale waarden voor onze onderneming blijven”, vertelt Jeroen Van de Broek, Managing Director voor België en Frankrijk.
In deze nog altijd woelige coronatijden met uitdagende marktontwikkelingen gaat het goed met het zuivelbedrijf. Uiteraard had corona een grote impact op de organisatie, maar Jeroen Van de Broek blikt tevreden terug. “We mogen fier zijn op hoe we er de voorbije twee jaar in zijn geslaagd om de continuïteit van onze activiteiten te behouden. Onze vestiging in Aalter, bijvoorbeeld, is ondanks de omstandigheden gewoon blijven functioneren.”
Het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. heeft tijdens de ledenraadsvergadering in december 2021 aangegeven dat het, als onderdeel van het ledenaannamebeleid dat in 2022 wordt herzien, mogelijkheden ziet voor de toelating van nieuwe leden. In de eerste contouren van de strategische routekaart ‘Koers op 2030’ geeft het bedrijf aan dat het in 2030 zijn schaalgrootte in melkverwerking wil behouden. Om een speler op de wereldmarkt te kunnen blijven en te kunnen blijven investeren, kunnen bestaande leden-melkveebedrijven in volume groeien en nieuwe leden tot de zuivelcoöperatie toetreden.”
STERCK. Is dat ook te danken aan die 150ste verjaardag, die vermoedelijk voor een positieve vibe zorgt?
Jeroen Van de Broek: “Het vieren van die rijke historiek speelt op diverse manieren inderdaad wel een rol. Zo hebben we die gebeurtenis bij alle stakeholders in de verf kunnen zetten. Tijdens de ‘kick off’ van de feestelijkheden hebben we de geschiedenis nog eens onder de aandacht gebracht. De onderneming is in 1871 ontstaan als een coöperatie, op het moment dat verschillende melkveehouders gaan samenwerken zijn. Die ‘heritage’ is vandaag nog altijd de ziel van ons bedrijf. We zijn de motor van een hele keten van gras tot glas die, samen met partners, mooie natuurlijke producten tot bij de consument brengt. Dat doen we wereldwijd met zowat 24.000 mensen, die fier zijn om deel uit te maken van deze organisatie.”
“Die 150ste verjaardag was ook de ideale kapstok om op Open Bedrijvendag onze vestiging in Aalter te openen voor geïnteresseerde bezoekers. Heel wat medewerkers hebben samen met familieleden onze productie-unit in Aalter bezocht. We nodigden ook onze melkveehouders uit: een ideaal moment om de goede relatie die we met hen hebben, te onderstrepen. Velen van hen werken als familiebedrijven al generaties lang keihard om ons te voorzien van al het goede van zuivel. Ze leveren sinds vele jaren hun melk aan de fabriek in Aalter.”
STERCK. Welke meerwaarde heeft de coöperatieve structuur voor jullie organisatie?
Jeroen: “Het is niet alledaags dat een multinational fungeert als een coöperatie. Wereldwijd maken 17.000 melkveehouders deel uit van onze organisatie. Door de jaren heen hebben we verschillende bedrijven overgenomen, maar dat heeft nooit iets aan het coöperatiemodel veranderd. FrieslandCampina is eigenaar van de hele keten van gras tot glas, waarbij we talrijke processen uit de logistieke ketting – vanop het melkveebedrijf over de productie tot de producten die bij de consument komen – in goede banen leiden. Dankzij de samenwerking met alle leden kunnen we een grote impact hebben op ‘people’, ‘profit’ en ‘planet’. We hebben ook alle mogelijke tools in handen om van elke schakel in het productieproces zowel de efficiëntie als de duurzaamheidsscore te meten.”
Het is niet alledaags dat een multinational fungeert als een coöperatie.
Foqus planet
STERCK. Hoe organiseren jullie het overleg met de melkveehouders?
Jeroen: “Om de drie maanden zitten we samen met een dozijn afgevaardigden van de circa 250 melkveehouders waarmee we in de Aalterse regio samenwerken. Tijdens die bijeenkomsten bespreken we onder meer de actualiteit binnen de sector en de signalen die we opvangen vanuit de federaties. Een ander prominent thema is ‘Foqus planet’, het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma waarmee we melk in de best mogelijke omstandigheden willen produceren. Transparantie, kwaliteit, voedselveiligheid en hygiëne staan voorop. Foqus planet bestaat uit drie onderdelen: wettelijke basisvoorwaarden, weidegang en duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling richt zich op diergezondheid- en welzijn, klimaat (broeikasgasuitstoot) en biodiversiteit (blijvend grasland en natuur & landschap). Elk van onze melkveehouders werkt volgens dit programma. We volgen alle parameters op via KPI’s (kritische prestatie-indicatoren, red.), begeleiden de landbouwers bij elke investering die ze daarvoor ondernemen en belonen hen voor iedere stap die ze zetten.”
Flexitariërs
STERCK. Stond de verwerking van melk tot zuivelproducten altijd centraal binnen jullie businessmodel?
Jeroen: “Zuivel is inderdaad altijd de kern geweest en vormt de basis van ‘nourishing by nature’, onze belangrijkste ambitie: het voeden van de mensen met natuurlijke producten op een zo duurzaam mogelijke manier. Dat gebeurt internationaal, mét aandacht voor nieuwe consumententrends. Zo kunnen we er bijvoorbeeld niet omheen dat steeds meer mensen vegetarisch of flexitarisch eten. Daar hebben we op geanticipeerd met het merk Valess, een assortiment van vleesvervangers op basis van zuivel. In Nederland zijn die producten al goed ingeburgerd, recent hebben we ze ook in België gelanceerd.”
- 1,5 miljoen liter melk en melkdranken per dag, vergelijkbaar met het volume van 200 olympische zwembaden
- 1,9 miljoen kilo plastic bespaard met investering in lijn voor petflessen
- 500 medewerkers
STERCK. Duurzaamheid is een thema dat jullie al langer hoog in het vaandel dragen. Op welke vlakken weerspiegelt zich dat?
Jeroen: “Het is een onderwerp dat essentieel is voor elk zichzelf respecterend (zuivel)bedrijf. We proberen daar op alle mogelijke manieren een voortrekkersrol in te spelen, bij elke schakel van de keten. Dat begint op de boerderij en zet zich verder in de melkophaling (transport): we werken bij voorkeur samen met melkveehouders die zich zo dicht mogelijk bij onze productievestigingen bevinden. In de fabrieken zelf doen we alles voor een zo hoog mogelijke efficiëntie en recuperatie van energie, water en afval. Zo hebben we onder meer geïnvesteerd in een waterzuiveringsinstallatie, die hergebruik mogelijk maakt.”
STERCK. Welke duurzaamheidsinspanningen zijn het meest zichtbaar voor de eindgebruiker?
Jeroen: “Vooral de verpakkingen springen in het oog. We waren een pionier in het vervangen van plastic rietjes door papieren rietjes voor de portieverpakkingen van onder meer Cécémel en Fristi. Voor dergelijke brikverpakkingen werken we al een tijdje met nog duurzamer karton, waarvan de CO2-afdruk nog 20% lager ligt. De grootste investering was die in een lijn waarin we met 100% gerecycleerde petflesjes werken voor Cécémel en Fristi (melkdranken) en Nutroma (koffiemelk). Dat is uniek voor een Belgisch zuivelbedrijf. We hebben daarvoor nauw samengewerkt met Fost Plus. Door duidelijke communicatie op de verpakkingen helpen we er ook voor zorgen dat de consument nog bewuster zijn afval gaat sorteren. Het is belangrijk dat we iedereen zo goed mogelijk kunnen motiveren en sensibiliseren om zelf optimaal te sorteren en te recycleren. Die inspanningen helpen om te evolueren naar een systeem van volledige circulariteit.”
Consumptiepatroon
STERCK. Welke zijn de grootste obstakels waar jullie de voorbije jaren tegenaan zijn gelopen?
Jeroen: “Dan kom ik willens nillens bij de pandemie terecht. Als internationale zuivelproducent was het in het heetst van de strijd vooral belangrijk om actief te kunnen blijven in de essentiële voedingssector. Daar zijn voldoende mensen voor nodig, wat op een gegeven moment niet zo evident was. We hebben er wel altijd voor gezorgd dat onze medewerkers in de veiligste omstandigheden hun job konden blijven uitoefenen. Secundo heeft de coronacrisis voor een heuse omwenteling van het consumptiepatroon gezorgd. Enerzijds was er de neiging naar hamstergedrag, waardoor bepaalde rekken in de supermarkten leeg stonden. Anderzijds vielen de leveringen naar de horeca, cateringbedrijven en andere consumptieplekken buitenshuis (tankstations, cafetaria’s van cultuur- en sportaccommodaties, indoor kinderspeeltuinen) volledig stil. Bij een deel van onze klanten moesten we veel meer leveren, terwijl andere doelgroepen tijdelijk wegvielen. Een positieve tendens was wel dat veel consumenten geneigd waren om duurzamer en bij meer lokale retailers aan te kopen.”
STERCK. Wat betekende die switch voor jullie productieprocessen?
Jeroen: “Doordat de leveringen aan de horeca en ‘out of home’-kanalen stilvielen, hebben we tijdelijk amper nog melkdranken in kleine glazen flesjes afgevuld. Daarentegen was er een veel grotere vraag naar brikverpakkingen van onder meer Cécémel en Fristi, waardoor we vanzelfsprekend daar het accent op hebben gelegd. Voor het ene product moesten we dus fors opschalen, voor andere afschalen. In onze productielocatie in Lummen, de draaischijf voor de productie van roomspecialiteiten voor professionele klanten, was de impact bijgevolg groter. Daar is de distributie van ons zuivelmerk Debic (onder meer slag- en kookroom voor chefs, banketbakkers en andere foodservicespecialisten) tijdelijk stevig achteruit gegaan.”
Comelco
STERCK. Aalter is de grootste Belgische vestiging van FrieslandCampina. Hoe lang zijn jullie hier al actief?
Jeroen: “In deze Oost-Vlaamse stad is zuivelproductie al zowat 60 jaar belangrijk. Officieel is Campina hier sinds 1991 actief, toen het Comelco – op dat moment het grootste private Belgische zuivelbedrijf – heeft overgenomen. Sindsdien was de belangrijkste mijlpaal in onze geschiedenis de fusie van Campina met Friesland Foods eind 2008. Binnen onze organisatie is Aalter sindsdien uitgegroeid tot dé Europese draaischijf voor lang houdbare zuivelproducten, in zowel brikverpakking als plastic flessen. Merken zoals Campina en Joyvalle (melk), Campina (room), Cécémel en Fristi (melkbereidingen met respectievelijk chocolade en rode vruchten) en Nutroma rollen hier van de band. Aalter is cruciaal voor de Belgische markt, maar een groot deel van onze productie exporteren we naar onder meer Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en ver daarbuiten.”
STERCK. Welke wijzigingen heeft de site in Aalter de voorbije jaren ondergaan?
Jeroen: “Het is een hoogtechnologische productielocatie die futureproof is, al ben je natuurlijk nooit helemaal klaar. Sowieso zullen we inspanningen blijven doen om deze site actueel te houden, zodat we ook op lange termijn een essentiële rol kunnen blijven spelen in het segment van de lang houdbare zuivelproducten. In 2012 is de kartonafdeling volledig vernieuwd, maar jaar na jaar wordt stevig geïnvesteerd in nieuwe verpakkingslijnen, maar ook in pakweg een warmtekrachtkoppeling of een vergevorderde waterzuiveringsinstallatie. Het toont het belang van een lokale locatie voor onze internationale groep. Hét paradepaardje dat we ook tijdens open bedrijvendag in de kijker zetten, is sowieso die lijn van gerecycleerde petflessen (alleen de dop en de sleeve zijn niet recycleerbaar, red.).”
- 4 Belgische vestigingen (Aalter, Lummen, Bornem en commerciële zetel in Gent)
- 11,3 miljard euro omzet wereldwijd
- 36 internationale vestigingen
- 11.400 melkveehouders in België, Nederland en Duitsland
- 24.000 medewerkers
Escape room
STERCK. West- en Oost-Vlaanderen zijn provincies met een enorme krapte op de arbeidsmarkt. Hoe pakken jullie die uitdaging aan?
Jeroen: “Zuivelverwerking omvat processen die voor een groot deel geautomatiseerd zijn, wat niet wegneemt dat wij die ‘war for talent’ ook aan den lijve ondervinden. Zeker technische profielen zijn erg moeilijk te vinden momenteel. Wat wel in onze kaart speelt, is dat sollicitanten het tegenwoordig heel belangrijk vinden om te kunnen werken bij een bedrijf dat een trendsetter in duurzaamheid is. Bovendien krijgen ze bij ons voortdurend mogelijkheden om zich bij te scholen en door te groeien, ook internationaal. Dat opleidingsaspect proberen we ook zo origineel mogelijk aan te pakken. Zo staat er op de parking van de site in Aalter een mobiele escape room, waar onze mensen in spelvorm veel inzichten opdoen inzake veilig werken, kwaliteit en productie. Het helpt ook dat velen een warm gevoel over FrieslandCampina en de gekende merken hebben. Als je zegt te werken voor de producent van de eerder vernoemde merken, tovert dat vaak een lach op het gezicht, al is dat natuurlijk geen garantie om elke vacature snel en optimaal ingevuld te krijgen.”
FrieslandCampina maakt en verkoopt zuiveldranken, kindervoeding, gecondenseerde melk, kaas en desserts voor de b2c-markt. Bakkerijen en horecabedrijven zijn er kind aan huis voor room- en boterproducten. Daarnaast is de multinational leverancier van ingrediënten en halffabricaten voor fabrikanten van kindervoeding, andere voedingsmiddelen en de farmaceutische industrie.
STERCK. Slotvraag: melkveehouderijen zijn bij uitstek familiebedrijven. Vreest u niet voor een afkalving van het aantal leden van uw coöperatie, op lange termijn?
Jeroen: “Toen de ‘kick off’ van onze 150ste verjaardag werd gegeven, was ik te gast bij een melkveehouderij van de zesde generatie. Voor die mensen is het een roeping om in de voetsporen van hun (voor)ouders te treden, uiteraard op voorwaarde dat er voldoende toekomstperspectief is. Het is mee onze taak om hen die duidelijkheid te geven, al ligt daar ook een opdracht voor de overheid weggelegd: het is belangrijk dat ook daar het juiste kader wordt gecreëerd om melkveehouders de zekerheid te geven dat ze op lange termijn essentieel blijven voor de continuïteit van de zuivelketen.”