Het Belgisch-Nederlandse havenbedrijf North Sea Port is ambitieus. Zo heeft het een waterstofstrategie klaar die er moet voor zorgen dat het havengebied tegen 2050 volledig CO2-neutraal is. Ook wat duurzaamheid, mobiliteit en werkgelegenheid betreft, blijft de fusiehaven grote stappen zetten. En de cijfers? Die klimmen weer. CEO Daan Schalck is optimistisch over de ganse lijn en dat vraagt om een bijkomende toelichting.
STERCK. Ondanks corona hebben jullie een uitstekend 2021 achter de rug. Is daar een eenduidige verklaring voor?
Daan Schalck, CEO North Sea Port: “Ik denk dat de belangrijkste reden is dat wij een haven zijn met heel veel industrie. Na, maar ook tijdens corona is het de industrie die zich het snelst herpakt heeft. Ik heb het dan over de grote industriële activiteiten zoals chemie, staal en consoorten. Daar merk je dat ze qua organisatie en bestellingen vrij snel hebben kunnen hervatten. Voor andere sectoren, zoals automotive, is dat anders. Die herpakt trager omdat ze onder meer af te rekenen hebben met een tekort aan halfgeleiders. Maar de bedrijven achter grote goederenstromen met betrekking tot de voedings- en staalindustrie, de chemie, die hebben – buiten de lockdown wel te verstaan – zich deels moeten reorganiseren en hadden zich na pakweg twee tot drie maanden al herpakt. Dat hebben wij wel degelijk gevoeld. In 2020, een echt coronajaar nota bene, gingen we er 11% op achteruit. Maar in 2021 hebben we de kentering gezien, de industrie gaat er weer op vooruit maar we kunnen nog niet van een recordjaar spreken. Maar als ik naar dit jaar kijk, althans de eerste zes maanden, dan zitten wij op een groei van ruim 9%. Ik verwacht later op het jaar wel wat vertraging door de hoge energieprijzen, ook de boycot zal ons parten spelen.”
Wat energie, klimaat, CO2-reductie en groene energie betreft, schakelen we momenteel een versnelling hoger.
STERCK. Waar zien jullie concreet die vertraging optreden?
Daan: “De bestellingen van de openbare besturen, zoals voor wegenwerken bijvoorbeeld, vallen terug omdat de prijzen bij de aannemers verder blijven stijgen. Daarom verwacht ik dus een vertraging, maar als we nu al +9% noteren, kunnen we – tenzij de wereld instort – ervan uitgaan dat we dit jaar niet in de min gaan afsluiten.”
STERCK. Voor corona hadden jullie een strategisch plan ontwikkeld. Zit daar vertraging op of zitten jullie op schema?
Daan: “Alles verloopt min of meer zoals gepland. In eerste instantie focussen wij op alles wat met klimaat en energie te maken heeft. Daar is ook de nood het hoogst. Onze andere thema’s zoals digitalisering, hinterland en de verbindingen: die zijn uiteraard ook bijzonder belangrijk maar als onze plannen naar digitalisering toe een jaartje vertraging zouden oplopen, dan is dat maar zo. Het is qua urgentie niet vergelijkbaar met de CO2-reductie bijvoorbeeld, want als je daar later zou starten, weet je dat je uit de pas zal beginnen lopen en dat kunnen we ons gezien de ambities van Europa niet veroorloven. Kortom, wat energie, klimaat, CO2-reductie en groene energie betreft, schakelen we momenteel een versnelling hoger.”
STERCK. Hoe passen jullie ambitieuze plannen voor jullie waterstofproject in dit plaatje?
Daan: “Wel, je ziet wat er gebeurt hé. We zitten momenteel in een regelrechte stroomversnelling. Port of Antwerp-Bruges heeft net als ons ook een waterstofproject aangekondigd. Wij hebben in dat verband al wat contracten kunnen afsluiten. De Nederlandse Gasunie en Fluxys hebben bij ons getekend om in onze kanaalzone het grensoverschrijdend waterstofnetwerk aan te leggen. Heel eerlijk: twee jaar geleden had ik dat nog als ondenkbaar beschouwd dat we met grote partijen al dergelijke forse stappen zouden kunnen zetten.”
STERCK. Wat houdt dat waterstofproject eigenlijk precies in?
Daan: “Onze bedoeling in eerste instantie is om North Sea Port van een waterstofnetwerk te voorzien, een intern netwerk zeg maar. Wij willen tegen 2025 al een grote capaciteit waterstof ter beschikking hebben. Vandaag is er al een gebruik van 580.000 ton waterstof in North Sea Port en daarmee zijn we vandaag de grootste waterstofcluster van Europa. Let wel: dat is nog grijze waterstof en die moet op termijn uiteraard groen worden. Dat betekent dat we in toekomst niet langer gas zullen gebruiken als bron, maar offshore energiebronnen en andere.”
STERCK. De ambitie gaat echter verder dan dat, North Sea Port wil dat netwerk daarna nog verder uitbreiden, toch?
Daan: “Dat is van meet af aan het idee geweest. Je moet dit netwerk uiteraard met andere verbinden. Ik kijk dan concreet naar Rotterdam en Antwerpen. Vergelijk met de netwerken voor petroleum en hoogspanning, dat is allemaal geconnecteerd tussen België, Nederland en Duitsland. Dat moet op termijn ook gebeuren met waterstof. Maar eerst is de kanaalzone aan de beurt en tegen 2027 volgen de grote verbindingen want de volumes zullen toenemen.”
STERCK. Behalve jullie plannen met waterstof willen jullie ook in toenemende mate een circulaire haven worden. Wat betekent dat concreet?
Daan: “Eigenlijk zijn we dat al, voor een stuk. Je kan klimaat en energie niet los zien van de grondstoffenstromen. Die moeten duurzamer. Neem nu de sectoren chemie, bouw en staal. Bij staal bijvoorbeeld zien wij dat schroot zal toenemen terwijl ertsen en kolen als grondstof afnemen. De reststroom van staalproductie is CO2, maar van die CO2 kan je dan weer bio-ethanol maken. Dat is een circulair verhaal. Maar er zijn nog andere reststromen. Hoogovenslak is een bijproduct dat ontstaat in het hoogovenproces en daarvan kan je cement maken. Dat gebeurt trouwens vandaag al. Kortom, hergebruik van CO2 en hoogovenslak, dat is wat we qua circulariteit vandaag al realiseren. Een gelijkaardig verhaal in de chemie. Daar kan je bijvoorbeeld aan plastic recycling beginnen doen waardoor je minder nafta als grondstof nodig hebt. De chemie kan CO2 gebruiken voor bepaalde moleculen en dat kan ook met waterstof. Je gaat daar dus aan de bron andere producten gebruiken dan petroleum. Je maakt de cyclus bijgevolg rond door bijvoorbeeld synthetische brandstoffen te maken voor de luchtvaart, voor de scheepvaart, enzovoorts.”
STERCK. Zorgen die ontwikkelingen ook voor bijkomende werkgelegenheid?
Daan: “Als we al onze gronden zouden kunnen inzetten voor het circulaire verhaal, dan verwachten wij op termijn toch een toename van 15 à 20.000 jobs. In tijden van ‘alles moet efficiënter’ lijkt dat misschien vreemd maar dat is niet zo. Sinds de fusie in 2018 zijn hier netto al 4000 jobs bijgekomen. Dus als je die groei doortrekt de komende jaren, is dat niet eens zo ambitieus. We willen wel het soort bedrijven aantrekken die welvaart en jobs met zich meebrengen, want we moeten van die ‘tonnenfetisj’ af. Let wel, de groei qua aantal tonnen in en uit de haven, die zal sowieso gebeuren maar dat is geen doel op zich meer.”
- 12,5 toegevoegde waarde in miljard euro
- 59,7 miljoen ton binnenvaart
- 68,9 miljoen ton zeevaart
- 550 bedrijven
- 9100 hectare
- 100.000 jobs
STERCK. Die toename van jobs en volumes creëert uiteraard ook extra verkeers- en transportstromen. Wat zijn jullie plannen op dat vlak?
Daan: “Je moet de mensen inderdaad naar de haven krijgen. Daar zijn we constant mee bezig. We kijken naar fietsveiligheid, we kijken naar extra Mobipunten maar ook naar het spoor. Een trein tussen Gent en Terneuzen met een aantal stopplaatsen, wij hopen dat het openbaar vervoer op een dag de haven ontdekt. Dat is toch een gigantische witte vlek? Dat is trouwens ook in de Antwerpse haven het geval. Je zit hier met 100.000 jobs, maar je vindt nauwelijks een bus voor je verplaatsingen. Dat verklaart ook het succes van de fiets, de elektrische fiets is zelfs een gamechanger in dat verband. We zetten dan ook zwaar in op fietsveiligheid. Maar een tweede element is uiteraard het vervoer van goederen. Daar willen we in de totale mix het vrachtwagenvervoer terugdringen tot 25%. Vandaag zitten we al op 30% en dat is binnen een Europese context een bijzonder fraai cijfer. Daarnaast mikken wij op 15% treinvervoer en 60% binnenvaart. Dat wat betreft de klassieke modi, want uiteraard gaan de pijpleidingen ook een deel van het transport op zich nemen.”
STERCK. Waar ligt jullie grootste ambitie qua mobiliteit?
Daan: “Onze grootste uitdagingen zijn het verduurzamen van goederentransporten en het spoor. Daar (het spoor, red.) zijn grote investeringen voor nodig, namelijk zo’n 200 miljoen euro. Maar ik ben optimistisch. Aan Nederlandse kant is de helft van die 200 miljoen euro al toegezegd en aan Vlaamse kant verlopen de gesprekken goed. Dat zou betekenen dat we tussen nu en 2032 een grote doorbraak kunnen realiseren. Je moet weten dat elke procent groei een groei impliceert qua transport en volume. Dus als we het vrachtwagenvervoer verder terugdringen, zal er een aanzienlijke toename op het spoor zijn. Vandaar dat we zo hard hameren op die spoorweginfrastructuur. Onze ambities en verwachtingen staan op dat vlak dan ook hooggespannen.”